1. MEERJARENINVESTERINGSPROGRAMMA
Het MeerjarenlnvesteringsProgramma (MIP) richt zich primair op de gemeentelijke
investeringen, die tot nu toe in feite buiten de Perspectiefnota bleven en in verschillende,
separate meerjarenprogramma's aan u werden voorgelegd. Er is gekozen voor een
groeimodel. In de onderhavige Perspectiefnota Plus is uitsluitend het meerjarenprogramma
voor het nieuwe Strategisch Investerings- en OntwikkelingsFonds meegenomen. Met
ingang van de Perspectiefnota Plus 2001- 2004 - 2010 zullen naast het
Meerjarenprogramma voor het Strategisch Investerings- en OntwikkelingsFonds, ook
andere, resterende "meerjarenprogramma's" voor investeringen (stapsgewijs) zoveel
mogelijk worden opgenomen. De bedoeling is om zo een totaalbeeld te krijgen van de
investeringsmiddelen en -stromen van Leeuwarden, plus eventueel de daaraan gekoppelde
externe middelen. De transparantie, afweging en integraliteit worden daarmee volgens ons
sterk verbeterd.
Het totaaloverzicht is het MeerjarenlnvesteringsProgramma (MIP) van de gemeente
Leeuwarden, dat als integraal onderdeel wordt toegevoegd aan de Perspectiefnota Nieuwe
Stijl.
2. STRATEGISCH INVESTERINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS
2.1 Inleiding
Bij de Begroting 1999 heeft de Raad aangegeven dat het Stadsvernieuwingsfonds en het
Investeringsfonds (Reserve Economische Infrastructuur) op zullen gaan in een nieuw in te
stellen "stedelijk investeringsfonds". Begin 1999 hebben het college van B&W en de
commissie Bestuur Middelen ingestemd met een eerste aanzet en richting voor de
invulling van dit idee. Deze paragraaf is een nadere uitwerking van die eerste aanzet.
Gedurende het voortraject is naar voren gebracht dat er behoefte is aan een breed
investeringsfonds, dus breder als voorgesteld bij de Begroting 1999. De werkwijze
waarvoor de gemeente Leeuwarden immers de afgelopen jaren nadrukkelijk heeft gekozen
is inhoudelijke integraliteit en een bijbehorende aanpak, dus minder verkokering en meer
samenhang. Daarnaast werkt Leeuwarden steeds meer vanuit een strategische lange termijn
visie aan haar toekomstige ontwikkeling, welke in stappen wordt vertaald naar de kortere
termijn toe.
Daamit is min of meer logischerwijs de wens voortgekomen om een Strategisch
Investerings- en OntwikkelingsFonds in te stellen. Belangrijke argumenten in dit verband
zijn:
grotere flexibiliteit;
grotere transparantie (o.a. inzicht in financieringsstromen en -behoefte
("treasury"));
meer (politieke) sturings-, afwegings- en keuzemogelijkheden (integraliteit en
collegiale sturing).
Ook op nationaal niveau bestaat de behoefte aan meer "vrij inzetbare" fondsen om zo
maatwerk te kunnen leveren. Nationaal komt dit echter nog maar moeizaam van de grond.
In het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) wordt een eerste aanzet gegeven.
Hierin komen zowel middelen van het ministerie van VROM als EZ. Onduidelijk is op dit
moment nog of het Rijk met compartimenten voor verschillende onderdelen (b.v. milieu,
stedelijke vernieuwing, EZ) zal gaan werken.
Een dergelijk breed opgezet gemeentelijk investeringsfonds kan ook een belangrijke
vervolgstap zijn in de verbetering van de kwaliteit van de planning control-cyclus van
Leeuwarden gekoppeld aan de strategische beleidscyclus, te weten:
a. de Toekomstvisie Leeuwarden 2030;
b. de vertaling/concretisering daarvan in een MeerjarenOntwikkelingsProgramma 2010
(MOP);
en:
c. de Perspectiefnota (4 jaar), incl. een MeerjarenlnvesteringsProgramma (MIP)(4 jaar -
met op onderdelen een doorkijk naar 2010) en de doorvertaling daarvan in de
Productbegroting (1 jaar).
37
Perspectiefnota Plus 2000 - 2003 - 2010