S 37 VOORSTEL NIEUW BELEID Dienst: Stadsontwikkeling Beleidsproduct: Bouwstoffenbesluit Productcode: 822.01 Te realiseren bestuurlijk doel: a) de implementatie van het bouwstoffenbesluit dient zodanig plaats te vinden dat er geen stagnatie ontstaat in de economische en fysieke ontwikkeling van de stad. b) de implementatie van het bouwstoffenbesluit dient zodanig plaats te vinden dat voldaan wordt aan de doelstelling van het besluit: - hergebruik van secundaire grondstoffen. - het voorkomen dat bodem- en (grond)water wordt vervuild door het gebruik van secundaire grondstoffen. - het wegnemen van belemmeringen voor hergebruik van stoffen als bouwmateriaal waardoor een vermindering van de benodigde stortruimte van afvalstoffen ontstaat. c) de implementatie van het bouwstoffenbesluit dient zodanig plaats te vinden dat de gemeente haar toegekende verantwoordelijkheden op het terrein van controle en handhaving kan uitvoeren. Meetbare effecten Streefnormen 1999 2000 2001 2002 2003 Eenmalig: Het uitvoeren van het project 'implementatie bouwstoffenbesluit'. Het doel van het project is het leveren van een voorstel dat de volgende (meetbare) resultaten oplevert: - inzicht in de gevolgen voor de gemeentelijke organisatie - verdeling van taken en verantwoordelijkheden - proces- en planningsschema's - relatie met Actief Bodembeheer - kostenspecificatie en dekkingsbronnen. Structureel: op grond van het project resultaat structureel invoeren van de gemeentelijk taken bij het gebruik van bouwstoffen. Activiteiten/producten Bijdrage aan het beoogde effect in Budgetbeslag per jaar (x 1.000,-) 1999 2000 2001 2002 2003 - Projectvoorstel implementatie bouwstoffenbesluit - Voorlichting en informatie acties intern/extern - implementatie bouwstoffenbesluit met: regeling melding/gebruik/registratie toezicht/toetsing kwaliteit handhaving en controle advies. 80 Personeelslasten, 1,2 fpl. Kosten onderzoek en analyses Projectkosten implementatie Idem opzetten registratiesysteem -160 -40 -50 -20 160 40 50 20 Onderbouwing: Het bouwstoffenbesluit dat op 1 juli 1999 in werking treedt, heeft als doel bodem en oppervlaktewater en grondwater te beschermen èn het gebruik van secundaire bouwstoffen te stimuleren. Het bouwstoffenbesluit geeft regels voor de toepassing van steenachtige Bouwstoffen in en op de bodem. Bijvoorbeeld: beton, baksteen, zand, grond AVI-bodemas, freesasfalt e.d. Het gaat om bouwstoffen die worden toegepast bij woningbouw, utiliteitsbouw, grond- weg- en waterbouw. Op 1 juli 1999 is de gemeente bevoegd gezag en dient toe te zien op de naleving van dit besluit. Het bouwstoffenbesluit is direct van invloed op de realisatie van (majeure) infrastructurele projecten, de herstructureringsoperatie, de realisatie van (woning)bouwprojecten en de aanpak van achterstallig onderhoud waaronder de bodemsanerings-problematiek. Hiermee ontstaat een rechtstreekse relatie met de economische en fysieke ontwikkeling van de stad. Een belangrijk onderdeel van het bouwstoffenbesluit heeft betrekking op het hergebruik van (verontreinigde) grond. De verwijderingsketen van deze grond bestaande uit sanering/ontgraving, transport (tussen)opslag en eindverwerking, kent veel zwakke plekken. Binnen de gemeente Leeuwarden is er geen sprake van een sluitend systeem met betrekking tot de controle op de grondstromen. Het bouwstoffenbesluit maakt de gemeente expliciet verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op deze grondstromen. Daarbij heeft de gemeente enerzijds de rol als de opdrachtgever en dient als zodanig zelf aan de eisen van het besluit te voldoen, anderzijds bevindt de gemeente zich in de rol van handhaver. Dit noodzaakt tot het inrichten van een onafhankelijk controlesysteem. De te volgen werkwijze is als volgt: Binnen de gemeentelijke organisatie dient het bouwstoffenbesluit geïmplementeerd te worden. Voorgesteld wordt om dit via een projectmatige aanpak uit te voeren (eenmalige actie). Vervolgens dienen de resultaten van het project structureel in de organisatie verwerkt te worden. De uitvoering van het bouwstoffenbesluit betekent een nieuwe wettelijke taak voor de gemeenten. Op dit moment overweegt VROM (nog) of ze hiervoor een financiële compensatie beschikbaar gaat stellen. 81

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 366