Koppelingen met stad en omgeving
In het ontwikkelingsplan moet ook uitdrukkelijk gelet worden op de mogelijk
heden om de nieuwe woonlocatie met aantrekkelijke routes over de weg en via het
water te koppelen aan de bestaande stad.
- aansluiting op de stad
Voor de hoofdontsluiting zou bijvoorbeeld gebruik gemaakt kunnen worden van de
kruising Groningerstraatweg met Anne Vondelingweg. Bij de definitieve keuze moeten
niet alleen de verkeerstechnische aspecten worden gewogen, maar moet ook zorgvuldig
naar functie en betekenis van de Bonke worden gekeken.
- fietsverbindingen
Een kruisingsvrije fietsverbinding tussen Camminghaburen en de Bullepolder,
aansluitend op de Miedwei, is een lang gekoesterde wens. De studie zal antwoord
moeten geven op de technische mogelijkheden om het fietspad langs het Ouddeel
via de Hogebrug in noordelijke richting door te trekken..
- recreatieve routes over land
Het plangebied is rijk aan recreatieve routes (Miedwei, Canterlanswei, Wynser-
binnepaed). Deze wegen en paden bieden een unieke kans om op aan te sluiten.
- recreatieve vaarroutes
Rond de eeuwwisseling zal de recreatieve vaarroute via het plangebied Hempens-
Teerns gerealiseerd zijn (de zogenaamde staand-mastroute Akkrum-Grou-
Leeuwarden). De verwachting is dat de recreatieve druk op deze route aanzienlijk
toe zal nemen. Een vaarroute om de oost biedt niet alleen een aantrekkelijk
recreatief alternatief, maar reduceert ook het aantal conflictmomenten tussen vaar-
en wegverkeer in de stad. De meest voor de hand liggende route is Ouddeel-Murk-
Miedumerdiep-Dokkumer Ee.
Ook de Bonke biedt fantastische mogelijkheden voor de water- en wintersport.
Een redelijke doorvaarthoogte is een eerste vereiste voor het functioneren van
deze route.
- oriëntatiepunten
De Bullemolen, de kerktoren van Lekkum en de toren van Miedum zijn bij uitstek
geschikt om zicht-koppelingen met de omgeving te maken.
Hoe kan het ontwikkelingsplan er uit zien?
In de paragraaf'natuur en landschap' hebben we al laten doorschemeren, dat
gedacht wordt aan een omgeving a la Groote Wielen. Doorgaand op die
redenering zou ten westen van de Murk een nieuwe waterplas gegraven moeten
worden. Rondom de plas zouden diverse percelen ontpolderd kunnen worden en
hier zou een milieu met laagveenmoerasvegetaties en -plantensoorten gecreëerd
kunnen worden. Vervolgens wordt gedacht aan een gebied met ruigten, singels
en7of houtwallen op de iets hoger gelegen gronden. De Canterlanswei vormt de
scheiding. Westelijk van deze weg blijft het open kwelderlandschap gehandhaafd.
Aan een nieuw te graven wiel zouden ruime percelen geschikt gemaakt kunnen
worden voor bewoning
Ook de entree naar de stad (de Groningerstraatweg) behoort tot de opgave. Welke
stedenbouwkundige maatregelen nodig zijn om deze entree meer allure te geven is
in dit stadium moeilijk aan te geven. Het aanduiden van een stedelijke omgeving
kan zowel door vormgeving en stoffering als door middel van bebouwing gestalte
krijgen. Wanneer voor (woon)bebouwing wordt gekozen zal de milieuwetgeving
speciale eisen stellen.