Blad 4
Dit houdt in dat naast de functie "onderwijsdoeleinden"
zijn toegestaan sociaal-medische doeleinden, sociaal-
culturele doeleinden, religieuze doeleinden en sport-
doeleinden
Naast een kaart die de bestemmingen aangeeft behoort een
beeldkwaliteit-beleidskaart tot het bestemmingsplan. Op
deze kaart staat het betreffende perceel aangegeven als
"Accent". De toelichting geeft aan dat panden die als
accent zijn aangeduid op zich, dan wel in relatie tot de
directe omgeving een architectonische, stedenbouwkundige
en/of emotionele betekenis hebben, die van zodanige
kwaliteit is, dat het gewenst is deze panden te bewaren.
Van deze aanduiding gaat echter geen beschermende werking
uit. Aangevraagde sloopvergunningen kunnen hiermee niet
geweigerd worden.
De genoemde aanduiding in het bestemmingsplan stemt overeen
met het feit, dat het schoolgebouw bij het opstellen van de
Indicatieve Lijst voor het Monumenten Selectie Project als
in beginsel rijksmonumentwaardig is bestempeld. Zoals
hierboven aangegeven heeft u hiermee ingestemd. Daarvoor
heeft u in oktober 1995 ingestemd met het bestemmingsplan
en de aanduiding van het gebouw hierin. Vanuit
planologisch-stedenbouwkundig oogpunt zou het wenselijk
zijn dat het gebouw een officiële monumentenstatus krijgt,
omdat daarvan wél een beschermende werking uitgaat.
Planologisch zijn er geen belemmeringen om het gebouw als
school te blijven gebruiken. Wanneer de huidige eigenaar,
de NHL, Molenstraat 36 c.a. te koop aanbiedt, is het echter
de vraag of een andere schoolinstelling interesse heeft
voor het gebouw. In bestuurlijk overleg met de NHL hebben
wij al aangegeven bereid te zijn medewerking te verlenen
aan een andere invulling van het gebouw. Zo lijkt een
woonfunctie - in de woonwijk - acceptabel en voor de hand
te liggen. Een en ander hangt wel af van een in te dienen
bouwplan
Een eventuele monumentenstatus levert geen planologische
belemmeringen op voor het gebruik.
Belangenonderzoek en -afweging
De Noordelijke Hogeschool Leeuwarden is op 2 september 1998
gehoord over de mogelijke aanwijzing van Molenstraat 36 als
rijksmonument. De NHL heeft bij monde van F. Kuipers en
R. Heidstra, leden van het College van Bestuur, duidelijk
gemaakt grote bedenkingen te hebben tegen een mogelijke
beschermd monumentstatus. Van de hoorzittingen is verslag
opgemaakt
Blad 5
De NHL heeft de bedenkingen voorts nog eens nader toe
gelicht in een brief van 10 december 1998 (BIJLAGEN V en
VI)
Tijdens de hoorzitting met de NHL bleek er een tweede
belanghebbende te zijn: de Stichting Waarborgfonds HBO,
waarvan de Rijksdienst voor de Monumentenzorg niet op de
hoogte was. Na toezending door de gemeente van gegevens
over de aanvraag bij de staatssecretaris heeft de
stichting, bij aangetekend schrijven van 18 februari 1999,
eveneens bedenkingen aan de gemeente Leeuwarden ter kennis
gebracht (BIJLAGE VII).
Conclusie/advies
De Monumentencommissie van Hüs en Hiem èn de MSP-
Begeleidingscommissie zijn van mening, dat een positief
advies zou moeten worden afgegeven aan de Staatssecretaris
van Cultuur voor plaatsing van Molenstraat 36 op de rijks
monumentenlij st
De Noordelijke Hogeschool Leeuwarden en de Stichting
Waarborgfonds HBO hebben bedenkingen tegen een eventuele
beschermde status van Molenstraat 36. Na een afweging van
de bedenkingen enerzijds en de algemeen maatschappelijke,
cultuurhistorische belangen die het gebouw vertegenwoordigt
anderzijds, zijn wij tot de conclusie gekomen dat die
bedenkingen niet van zodanig gewicht zijn, dat ze een
aanwijzing van de voormalige MTS als rijksmonument in de
weg mogen staan.
Onder mededeling dat de Commissie Stadsontwikkeling u op 18
mei 1999 heeft geadviseerd met ons voorstel in te stemmen,
stellen wij u voor om een positief advies uit te brengen
aan de Staatssecretaris van Cultuur over de aanwijzing van
Molenstraat 36 tot rijksmonument, conform bijgevoegd
ontwerp-besluit
Leeuwarden, 3 juni 1999
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
mevrouw L.B.M. van Maaren-van Balen, burgemeester.
mr. F.M.J. Steijvers
secretaris.