Blad 4
Reclamant veronderstelt, dat het oude plan ruimte biedt aan
uitbreiding van het aantal horecapanden, doordat in de
tabel onder toelichting wordt vermeld: maximaal 5
horecabedrijven toegestaan. Dit betekent volgens hem dat
meerdere panden per bedrijf die horecafunctie kunnen
vervullen
Dit is evenwel een onjuiste veronderstelling. Zowel het
pand Oude Doelesteeg 2a als Oude Doelesteeg 4 zijn
hoofdgebouwen in de zin der planvoorschriften. Gezien de
systematiek van de planvoorschriften kan het bijvoorbeeld
niet zo zijn, dat, voor zover de panden aan de westzijde
van de Doelsteeg allen onderling met elkaar verbonden
zouden worden, er sprake zou zijn van één horecafunctie in
één langgerekt pand, zodat te allen tijde aan het
bestemmingsplan zou worden voldaan. De strekking en een
redelijke toepassing van de planvoorschriften verzetten
zich tegen een dergelijk interpretatiekader. Het maken van
een verbinding doet niets af aan het karakter van de
hoofdgebouwen en zou het gebruik niet in overeenstemming
doen zijn met de betreffende tabel, zodat strijd zou
ontstaan met artikel 14 van de planvoorschriften.
De genoemde aantallen horecabedrijven moeten dan ook per
pand worden bezien. Omdat dit bij het huidige plan
aanleiding kon geven tot misverstanden is dit in de nieuwe
regeling verduidelijkt door te bepalen dat waar in de
tabellen wordt gesproken van horecabedrijf deze term wordt
vervangen door horecapand.
De zienswijze richt zich derhalve tegen een punt dat zowel
in het oude als in het nieuwe plan materieel gezien op
dezelfde wijze is geregeld. Uitgaande van het vastgestelde
horecabeleid zien wij geen aanleiding om het beleid op dit
punt te veranderen. De door reclamant voorgestane regeling
zou inhouden dat de gedifferentieerde regeling betreffende
toegestane aantallen horecapanden eenvoudig ter zijde kan
worden geschoven door, zoals reeds opgemerkt, meerdere
panden voor één horecabedrijf te gebruiken.
Wij tekenen hierbij aan, dat op zich die mogelijkheid zowel
in het oude als ook in het nieuwe plan wel aanwezig is,
doch hiervan alleen sprake kan zijn als het aantal
horecapanden het maximum aantal dat toelaatbaar is niet
overschrijdt. In de door reclamant geduide situatie zou het
pand Oude Doelesteeg 4 best bij nr. 2a getrokken kunnen
worden als horecabedrijf, doch dan zal elders in de
straatwand een horecabedrijf moeten verdwijnen. Hiervan is
evenwel geen sprake; de in het plan gegeven ruimte voor
horecapanden is opgevuld.
Tenslotte wijst reclamant er op, dat thans in de Oude
Doelesteeg reeds 6 horecabedrijven zijn gevestigd.
Blad 5
Het gaat daarbij om 2 horeca-e en 4 horeca-d. Reclamant
vraagt zich af hoe de aanwezigheid van deze 6
horecabedrijven zich verhoudt met het in het nieuwe
bestemmingsplan beoogde maximale aantal van 5
horecabedrijven. Hij veronderstelt, dat hiermee het in het
plan opgenomen maximum aantal horecapanden als een rekbaar
begrip dient te worden opgevat.
Allereerst merken wij op, dat het plan (zowel het oude als
het nieuwe plan) inderdaad slechts de mogelijkheid biedt
voor het gebruik van maximaal 5 panden als horecabedrijf
voor die straatwand (westzijde)
De constatering dat er nu feitelijk 6 panden een
horecafunctie hebben is op zich juist. Het laatst
toegevoegde pand betreft een pizzeria op nr. 12. Het
betreft een afhaal pizzeria (Original Pizza Company)
waarbij het accent ligt op consumptie elders. Daartoe kent
het bedrijf een besteldienst. Ook manifesteert het bedrijf
zich als een "winkel" c.q. loket waar de voorbijganger een
pizzapunt kan kopen om lopende weg te nuttigen. Voorts is
er een beperkte gelegenheid om ter plaatse etenswaren te
nuttigen.
Hoewel aan dit bedrijf bepaalde horecakenmerken niet kunnen
worden ontzegd, heeft het zeker ook het kenmerk van
detailhandel. De horeca is ondergeschikt aan de verkoop.
Een en ander neemt niet weg, dat het als een horecabedrijf-
e dient te worden aangemerkt, een specifieke, lichte vorm
van horeca(-e), en dat uiteindelijk niet anders kan worden
geconcludeerd dan dat - als gevolg van een verschil in
interpretatie van het bestemmingsplan - via een
bouwvergunning ten onrechte medewerking is verleend aan
deze vestiging. Uitbreiding geven aan het maximum aantal
horecabedrijven zou evenwel betekenen dat ook "zware"
horeca zoals een barbedrijf zich ter plaatse kan vestigen.
In verband met het uitgangspunt in de horecanota, dat in
deze straatwand 50% aan horecapanden kan worden
toegestaan, menen wij dat er geen aanleiding is om het
aantal horecabedrijven van 5 naar 6 te vergroten, dit nog
afgezien van het feit dat reclamant hiermee niet geholpen
zou zijn.
Concluderend kan gesteld worden dat deze zienswijzen geen
aanleiding geven tot het aanpassen van de voorliggende
partiële herziening. Overigens sluit dit standpunt aan bij
de eerder door de gemeente uitgedragen opvatting inzake de
door reclamant gewenste uitbreiding van zijn horecabedrijf.
Ambtshalve aanpassingen
Uitgangspunt voor het deconcentratiegebied is dat geen
uitbreiding van de horeca wordt toegestaan. Dit geldt zowel
voor het aantal vestigingen in het gebied als voor de
uitbreidingsmogelijkheden van de aanwezige vestigingen. Wel