Blad 2
6. Het wel of niet kiezen voor een drempelbedrag en/of
financiële bijdrage naar draagkracht(dit heeft gevolgen
voor artikel 23 en 24).
Ten aanzien van deze keuzemogelijkheden stellen wij u
puntsgewijs het volgende voor:
1. Het vervoeren van leerlingen naar een tijdelijk verblijf
c.q. opvangtehuis wel opnemen.
2. Het invoeren van centrale opstapplaatsen niet in te
voeren. Reden om dit voorstel niet over te nemen is, dat
er op dit moment een nieuwe vervoersstructuur voor
Leeuwarden wordt ontwikkeld. Zodra deze nieuwe
vervoersstructuur een feit is, kan de mogelijkheid van
centrale opstapplaatsen opnieuw worden bezien.
3. Het opnemen van de mogelijkheid een fiets of bromfiets
als veigen vervoer' toe te laten niet over te nemen. Het
gaat hierbij om zeer kleine vergoedingen, terwijl de
uitvoering van die vergoedingsregeling erg
arbeidsintensief zal zijn. In de huidige verordening is
deze mogelijkheid ook niet opgenomen.
4Het afstandscriterium van 6 km voor genoemde
scholencategoriën over te nemen.
5. Het afstandscriterium voor de onder dit punt bedoelde
scholen te handhaven op 3 km respectievelijk 4 km, met
uitzondering van de scholen voor ZMLK, hiervoor geen
afstandscriterium toe te passen (zoals thans ook het
geval is
6. Wel een drempelbedrag en/of financiële bijdrage
invoeren, met uitzondering van de ZMLK-scholenDit
laatste in verband met het feit, dat voor deze scholen
wordt voorgesteld geen afstandscriterium in te voeren.
Met de thans voorgestelde wijzigingen van de verordening
verwachten wij op jaarbasis een besparing van circa
f 50.000,- als gevolg van de verhoging naar de 6 km-grens
voor de in het voorstel genoemde schoolsoorten. Het effect
van het vervoer naar de opvangtehuizen is thans zo gering
(circa f 8.000,-) dat dit naar verwachting evenals voor het
lopende schooljaar binnen de begrotingsruimte kan worden
opgevangen
Tenslotte merken wij nog op, dat in het concept-besluit is
opgenomen de verordening met terugwerkende kracht te laten
ingaan, te weten 25 maart 1999. Dit is nodig, aangezien de
wijzigingen anders het komende schooljaar niet in werking
kunnen treden. Teneinde deze inwerkingtreding met
terugwerkende kracht mogelijk te maken, zijn de
beleidsvoornemens op de genoemde datum schriftelijk aan
alle ouders en betrokken schooldirecteuren kenbaar gemaakt.
Onder vermelding dat de Commissie Welzijn in haar
vergadering van 17 juni 1999 ons voorstel heeft besproken,
Blad 3
stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd
ontwerp-besluitmet inachtneming van de hierboven
voorgestelde wijzigingen.
Leeuwarden, 1 juli 1999
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
mevrouw L.B.M. van Maaren-van Balen, burgemeester.
drsE.C. van de Beek
loco-secretaris