Jaarverslag gemeente Leeuwarden
5 BESTUURSPROGRAMMA
In het bestuursprogramma 1998-2002, zoals dat in april 1998 is overeengekomen, zijn
(samengevat) de volgende beleidsvoornemens neergelegd:
een vitale middelgrote stad met een inwoneraantal van 100 tot 125 duizend
inwoners met een evenwichtige bevolkingssamenstelling;
de belangrijkste centrumgemeente in Noord Nederland, naast Groningen, op het
gebied van voorzieningen, werkgelegenheid en woonmilieus;
een stedelijke samenleving, waarvan de werkloosheid en de economische
ontwikkeling in de pas loopt met landelijke gemiddelden;
een aantrekkelijke stad met duurzame en hoogwaardige vestigingsmilieus voor
zowel burgers als bedrijven;
een goed bereikbare stad, voorzien van effectieve transport- en vervoersystemen;
een veilige en leefbare stad.
Deze beleidsvoornemens zijn vervolgens vertaald naar concrete doelen, waarvan de
volgende tien punten zijn aangemerkt als topprioriteit:
het veiliger maken van de binnenstad, woonwijken en dorpen;
groei van de arbeidsmarkt met 3000 arbeidsplaatsen (exclusief additionele
arbeidsplaatsen);
het verruimen van de inkomenspositie van de minima ten opzichte van 1998;
het niet verhogen van de onroerende zaakbelasting;
het op een verantwoord peil houden van de goedkope woningvoorraad en het
verbeteren van het woningaanbod voor midden- en hogere inkomens;
het verbeteren van de leefomgeving;
het merkbaar verbeteren van het onderhoud van wegen, trottoirs en het openbaar
groen;
het renoveren van grote delen van de binnenstad;
het oprichten van een vensterschool of vensterscholen;
het verbeteren van de klantgerichtheid van de gemeentelijke organisatie.
Het begrip duurzame ontwikkeling speelt in het gehele beleid een voorname rol.
Bij het opstellen van de eerste perspectiefnota in de nieuwe raadsperiode werden de
voorstellen van ons college aan deze topprioriteiten getoetst. Hoewel de implementatie
van de perspectiefbesluiten pas plaats kan vinden in 1999, zijn in de tweede helft van
1998 al de nodige voorbereidingen getroffen.
Belangrijk bij het te voeren beleid is het stimuleren van een wisselwerking tussen de
bevolking en de gemeenteraad. Het onderhouden van intensieve contacten met en het
daadwerkelijk oog hebben voor de noden en wensen van de Leeuwarder samenleving
zijn daarbij onontbeerlijk.
Daarnaast is het voor de ontwikkeling van Leeuwarden noodzakelijk om met de
buurgemeenten, de provincie, het rijk en andere participanten een intensieve
samenwerkingsrelatie te onderhouden. Het is daarbij van grote betekenis dat het belang
19