Jaarverslag gemeente Leeuwarden
oefening en de open dag een coördinerende rol voor wat betreft openbare orde en
veiligheid. De organisatie en de uitvoering van de oefening en de open dag verliepen
zonder noemenswaardige incidenten.
In juni 1998 is een eindrapport uitgebracht over de vergaande samenwerking van de
Leeuwarder brandweer en die van de vliegbasis Leeuwarden. Deze samenwerking spitst
zich toe op de gezamenlijke inzet bij de bemensing van de Brandweer Post Noord (in
Bilgaard) en verbetering van de samenwerking bij calamiteiten. Nadat de Minister van
Defensie en de gemeenteraad van Leeuwarden over dit rapport hun instemming hebben
betuigd, kan worden begonnen met de implementatie van de eerste fase, namelijk de
uitwisseling van personeel en vergroting van kennis en vaardigheden.
Drugsoverlast uit woningen
Naar aanleiding van klachten uit een aantal wijken/buurten is door de sector JVZ, in
samenwerking met politie Midden-Friesland en het Openbaar Ministerie, een juridisch
stappenplan ontwikkeld voor het bestuurlijk optreden tegen bewoners van drugsoverlast
veroorzakende woningen.
Het project is eind december 1998 afgerond en heeft geleid tot de instelling van een
coördinatie meldpunt overlast bij de afdeling bijzondere wetten van de politie Midden
Friesland. De overlast is als gevolg van het inmiddels in werking stellen van het
stappenplan in een aantal wijken en buurten afgenomen of beëindigd.
6.1.2 Handhavingsbeleid
De uitdrukkelijke wens van de gemeenteraad om te komen tot een strakker
handhavingsbeleid heeft geleid tot een beleidsnota op het beleidsveld Ruimtelijke
Ordening, Woningwet en Huisvestingsverordening. Deze nota is in oktober vastgesteld
door het college, naar verwachting zal de nota in het voorjaar van 1999 aan de raad
worden voorgelegd. De handhavingsnota beschrijft de soorten overtredingen waarop
gehandhaafd wordt, de prioriteit die daaraan in welk gebied wordt gegeven alsmede de
financiële vertaling daarvan voor de benodigde formatie en faciliteiten.
In het verslagjaar zijn twaalf aanschrijvingen verzonden. Hiervan zijn er twee met
bestuursdwang verwerkelijkt. De overige aanschrijvingen zijn door de eigenaren zelf
uitgevoerd.
Voor een verbetering van de handhaving op het gebied van de kamerverhuur is in
oktober besloten op aanvragen omzettingsvergunning in beginsel negatief te
beschikken. Het aantal kamerverhuurpanden zal hierdoor niet meer toenemen.
De nieuwe regeling voor kamerverhuur is eveneens in oktober door het college
vastgesteld. De hoofdzaken van de nieuwe regeling zijn:
V alle bestaande kamerverhuurpanden moeten worden geregistreerd.
V er komt een exploitatieregeling voor kamerverhuurpanden. In die regeling is
aangegeven aan welke (veiligheids)eisen een kamerverhuurpand moet voldoen.
V met woningbouwcorporaties zijn afspraken gemaakt, zodat ook de door corporaties
verhuurde kamers aan de exploitatieregeling zullen voldoen. Ook hebben de
corporaties in het vervolg toestemming nodig voor het kamergewijs verhuren van
woningen.
De nieuwe kamerverhuurregeling zal 1 mei 1999 in werking treden.
Binnen het beleidsveld Milieu zijn de eerste drie "Algemene maatregelen van
bestuur"(A.M.V.B.) van kracht geworden. Deze bevatten regels voor de horeca, de
recreatiebedrijven, de detailhandel, ambachtsbedrijven en de woon- en
verblijfsgebouwen.
De werkingssfeer van de besluiten is ruimer geworden en de voorschriften zijn minder
gedetailleerd. Er wordt meer verantwoordelijkheid bij de bedrijven gelegd. Een
soortgelijk proces speelt zich af bij de vergunningverlening, waar steeds meer gewerkt
wordt met maatwerk.
22
Jaarverslag gemeente Leeuwarden
Het in samenspraak met betrokken partijen (bedrijfsleven en omwonenden) tot stand
brengen van vergunningen en anderzijds de naleving van dergelijke afspraken
afdwingen via een duidelijke handhaving inclusief eventuele sancties, heeft goed
gewerkt. Op basis van uitgevoerde controles is eenmaal tot sluiting van een inrichting
overgegaan en is tien maal overgegaan tot het opmaken van een proces-verbaal. Verder
is tien maal een dwangsom aangekondigd en is drie maal een dwangsom geïnd.
6.1.3 Lokaal Sociaal Beleid
Het project Lokaal Sociaal Beleid (LSB) is, nadat de raad de bestuursopdracht en het
projectvoorstel hebben vastgesteld, in december 1997 van start gegaan. Het project
loopt door tot 1 juli 1999. Het doel van het traject is drieledig:
vernieuwing van de beleidskaders voor het lokaal sociaal beleid in Leeuwarden;
herijking van het (subsidie-)instrumentarium;
aanpassing van de organisatie op basis van de eisen die voortkomen uit de
vernieuwing van het beleid en het instrumentarium.
Het project komt tegemoet aan de in het Bestuursprogramma gewenste integrale aanpak
van de achterstand en een sterkere rol voor de gemeente als regisseur van alle partners
op het terrein van lokaal sociaal beleid.
In de eerste helft van 1998 is een ambtelijk kader voor het lokaal sociaal beleid
ontwikkeld. In dit kader is de richtinggevende visie van "enabling" aangegeven. Er zijn
twee centrale doelen geformuleerd: "het voorzien in en het bevorderen van een sociale
infrastructuur, bedoeld voor alle burgers" en "het bevorderen van de reïntegratie in de
samenleving van burgers die zich in een achterstandssituatie bevinden". Dit
beleidskader heeft brede instemming gekregen van de leden van de
Raadsadviescommissie Welzijn en van de externe partners. In juni heeft er,
georganiseerd door de gemeente Leeuwarden, een landelijke conferentie over
vernieuwing van lokaal sociaal beleid plaatsgehad.
6.1.4 Sociale zekerheid en gesubsidieerd werk
Aanvragen levensonderhoud
De vorig jaar ingezette sterke daling van het aantal bijstandsgerechtigden zette zich in
1998 door. Eind 1998 kwam het aantal voor het eerst sinds jaren met 4.962 onder de
5.000: in twee jaar tijd een daling van ruim 1.000.
Minimabeleid
In het Bestuursprogramma is de afspraak opgenomen een onderzoek in te stellen naar
het effectiefste instrument van maatschappelijke participatiebevordering voor burgers
met een minimuminkomen. Na een inventariserend onderzoek, waaruit bleek dat over
de effectiviteit van de verschillende instrumenten weinig gegevens beschikbaar waren,
werd besloten per 1 januari 1999 een nieuwe declaratieregeling in te voeren ten behoeve
van gemaakte kosten in verband met deelname aan activiteiten op sport-, recreatie-,
cultureel- en sociaal maatschappelijk gebied.
Begin januari 1997 heeft Leeuwarden met een zorgverzekeraar een collectief contract
voor aanvullende ziektekostenverzekering afgesloten voor bijstandsgerechtigden. In
samenwerking met andere gemeenten is het contract in 1998 aanmerkelijk verbeterd.
Het voornaamste effect van de afsluiting van een collectief contract is verlaging van de
drempel voor het vragen van een kostenvergoeding.
Het contract blijkt vooral een belangrijk instrument te zijn om het niet-gebruik van
bijzondere bijstand tegen te gaan.
Met ingang van oktober 1998 zijn 45 leerlingen gestart met de zwemlessen in het kader
van het gemeentelijk minimabeleid.
23