Jaarverslag gemeente Leeuwarden
voordelen. Bij verdere technische ontwikkelingen en/of prijsontwikkelingen kan een
omslagpunt komen. Daarom zullen de ontwikkelingen ter zake gevolgd blijven worden.
Ook wordt onderzocht of de inzameling van bedrijfsafval en huishoudelijk afval in de
binnenstad voor verbetering vatbaar is.
De hoeveelheid afval stijgt. Dit geldt zowel voor het GTF-afval en het restafval, als
voor het grof vuil. Landelijk wordt aangenomen dat de toename van afval wordt
veroorzaakt door de toegenomen welvaart in ons land.
Het kringloopbedrijf Estafette heeft haar doelstellingen in het verslagjaar ruimschoots
gehaald.
In 1998 is met N.V. Afvalsturing Friesland overeenstemming bereikt over de oprichting
van N.V. Fryslan Milieu. Onze overheidsactiviteiten op het terrein van de reiniging zijn
aan een dochtermaatschappij van laatstgenoemde vennootschap overgedragen. Daarmee
is een belangrijke voortgang geboekt bij de gemeentelijke doelstelling tot
verzelfstandiging van uitvoerende activiteiten, terwijl tevens gekomen is tot
schaalvergroting, die in de afvalbranche onvermijdelijk is.
6.3.3 Ver keer en vervoer
Voorjaar 1998 zijn de integrale verkeers- en vervoerstudie "Rondom Leeuwarden" en
de gebiedsstudie "Noordoost-Fryslan" afgerond. Beide studies zijn op elkaar afgestemd
en bevatten maatregelen gericht op het bevorderen van goederenvervoer over water en
rail, bevorderen van gebruik van openbaar vervoer en fiets (met aanleg van busbanen op
de invalswegen van Leeuwarden en de aanleg van transferia en fietsroutes) en aanleg
van nieuwe infrastructuur. Bij nieuwe infrastructuur gaat het met name om de Haak om
Leeuwarden, de noordwesttangent, reconstructie van enkele knelpunten op het
hoofdwegennet in Leeuwarden en optimalisatie van de noord-zuid verbinding tussen
Dokkum en de rijksweg N31. De studie "Rondom Leeuwarden" is voor Rijkswaterstaat
van belang bij de verkenning "Rijksweg 31 Leeuwarden"; medio 1999 zal de
verkenning afgerond zijn.
In aansluiting op bovengenoemde studies, is in het verslagjaar besloten de volgende
studies uit te voeren:
onderzoek naar de maatregelen die noodzakelijk zijn om de bereikbaarheid van de
gebieden aan de oostzijde van de stad te waarborgen;
onderzoek naar openbaar vervoervoorzieningen (inclusief transferia) op de
invalswegen van de stad en het effect op het aantal benodigde parkeerplaatsen in de
binnenstad.
Besluitvorming hieromtrent vindt plaats in 1999.
In het najaar is gestart met het uitwerken van een proef voor gratis openbaar vervoer.
Het aanbieden van voldoende parkeerplaatsen in en rond de binnenstad behoeft
voortdurend afstemming tussen het aantal beschikbare plaatsen en de vraag naar
parkeerplaatsen. Onderzoek heeft uitgewezen dat in de parkeerspitsen op
donderdagavond, vrijdag- en zaterdagmiddag een kritische grens wordt benaderd,
kortom de behoefte stijgt. Daar het aantal parkeerplaatsen niet is toegenomen, is
aanpassing van tarieven en maximale parkeerduur nodig. Overeenkomstig het
raadsbesluit dient eens per drie jaar de tarifering te worden aangepast.
De bouw van parkeergarages op plaatsen waar nu terreinen zijn vereist tijdelijke
parkeerlocaties. De start van het "Bastion" aan het Hoeksterpad is gepland in het
voorjaar van 1999. De tijdelijke parkeervoorziening zal worden aangelegd op middels
braak vrijgekomen terreinen van de gebouwen aan de Arendstuin.
De inschatting op basis van voorgaande jaren voor wat betreft het uit te geven aantal
vergunningen/ontheffingen is in 1998 aan de voorzichtige kant geweest.
38
Jaarverslag gemeente Leeuwarden
Zo zijn 390 invalidenparkeerkaarten uitgegeven en resp. 26 en 126 vergunningen voor
invalidenparkeerplaatsen en uitritten verstrekt. Het aantal ontheffingen op basis van de
Wegenverkeerswet is 70, waarvan 5 betrekking hebben op de route gevaarlijke stoffen
en 65 op extreme breedte, hoogte en/of lengte.
6.3.4 Beheer Openbare Ruimte
De benadering van het beheer van de openbare ruimte heeft in het verslagjaar een
kentering ondergaan. Voorheen werden de activiteiten vooral benaderd vanuit een
beheertechnisch oogpunt. Thans wordt meer aansluiting gezocht bij de wijze waarop
burgers hun woonomgeving beleven.
Onderhoud en beheer worden beschouwd als onderdeel van de totale exploitatie van de
leefomgeving. Daarom wordt getracht de burger waar mogelijk te betrekken bij
ontwikkeling van beheerplannen voor zijn woonomgeving. Dit vereist een andere wijze
van communiceren, zowel extern met de burger, als intern in de eigen organisatie.
Uitgangspunt daarbij is dat de werkzaamheden niet mogen stagneren.
In het verslagjaar zijn dan ook de omvang van de uitgevoerde werkzaamheden in
overeenstemming met de planning.
Dit is niet van toepassing op het herstel van kademuren, waarvoor incidenteel vier
miljoen gulden extra beschikbaar was gesteld. In verband met de bestudering van nieuw
ontwikkelde werktechnieken voor deze werkzaamheden, is de uitvoering van deze
werkzaamheden doorgeschoven naar 1999.
39