Jaarverslag gemeente Leeuwarden
In de begroting wordt jaarlijks een bedrag opgenomen ten behoeve van rente en
afschrijving van nieuwe investeringen. Volgens de systematiek van de begroting
worden deze kosten van rente en afschrijving geraamd voor het gehele jaar, zodat ook
uit de begroting blijkt dat deze kosten structureel binnen de begroting kunnen worden
opgevangen. Uiteraard vinden niet alle investeringen aan het begin van het jaar plaats.
De kapitaallasten vallen in werkelijkheid daardoor altijd veel lager uit. Om dit bezwaar
te ondervangen is in de begroting reeds een stelpost opgenomen. Structureel wordt in de
begroting reeds rekening gehouden met een besparing op rente- en afschrijvingskosten
van 1,5 miljoen. Per saldo is er derhalve een voordeel ten opzichte van de begroting van
2,9 miljoen.
Met betrekking tot de besparing op de post kapitaallasten moet verder nog worden
opgemerkt dat van bovengenoemd bedrag van 2,9 miljoen een bedrag van 2 miljoen
betrekking heeft op het product rioleringen. Deze activiteit behoort kostendekkend te
zijn, hetgeen inhoudt dat een eventueel voordeel (in dit geval dus het voordeel van
2 miljoen) wordt verrekend met de egalisatiereserve voor rioleringen.
Per saldo is het voordeel 0,9 miljoen, dat ten gunste van het resultaat over 1998 komt.
Lagere apparaatskosten.
De besparing op apparaatskosten is voornamelijk het resultaat van de besparing op niet
ingevulde vacatures minus de kosten wegens inhuur van personeel.
Lagere kosten aanvragen levensonderhoud.
De gemeentelijke bijdrage in de kosten aanvragen levensonderhoud was over 1998
1,8 miljoen lager dan was geraamd. Dit voordeel wordt met name veroorzaakt door een
gemiddeld lager aantal uitkeringen van 686, alsmede een lager gemiddeld
uitkeringsbedrag van f410,— op de bijstandsverstrekking.
Tevens werd een hoger bedrag ontvangen in verband met verhaal en invordering. In
totaal een voordeel van 17,1 miljoen gulden. Het gemeentelijk aandeel in de kosten
bedraagt 10%, zodat bij een voordeel het gemeentelijk aandeel 1,7 miljoen bedraagt.
Omdat er ook ten aanzien van beschikkingen op aanvraag IOAW/IOAZ minder werd
uitgegeven, eveneens als gevolg van een gemiddeld lager uitkeringsbedrag en een lager
gemiddeld aantal uitkeringen, is er een totaal gemeentelijk voordeel op de kosten voor
levensonderhoud van 1,82 miljoen gulden.
Lagere kosten werkgelegenheidsinstrumenten.
In totaal is in 1998 een bedrag van 2,4 miljoen minder uitgegeven aan subsidies ten
behoeve van werkgelegenheidsinstrumenten. Dit voordeel is ontstaan door verschillende
oorzaken.
Gebleken is dat een geraamde gemeentelijke bijdrage van 1,2 miljoen in de kosten
van de uitvoering van de Wiw (Wet Inschakeling Werkzoekenden) achteraf niet
nodig was, omdat de ontvangen rijksbijdrage Wiw toereikend was.
In 1998 zijn de regelingen Banenpool en JWG vervangen door de Wiw. Uit de
afwikkeling van 1997 is gebleken dat een gereserveerd bedrag van 0,65 miljoen ten
behoeve van uitvoeringskosten thans niet meer behoeft te worden uitgegeven, zodat
dit bedrag kon vrijvallen ten gunste van het resultaat.
Omdat een aantal projecten van de Stichting De Opstap niet of gedeeltelijk zijn
uitgevoerd behoefde een bedrag van 0,55 miljoen minder subsidie aan deze
stichting te worden verstrekt.
Lagere bijdrage aan de dienst Stedelijke Werkvoorziening.
De bijdrage aan de dienst Stedelijke Werkvoorziening valt 1,8 miljoen gunstiger uit dan
was geraamd. Deze gunstige ontwikkeling is ontstaan door:
60
Jaarverslag gemeente Leeuwarden
S een hogere netto toegevoegde waarde.
De netto toegevoegde waarde wordt gevormd door het verschil tussen opbrengsten
minus grond- en hulpstoffen en uitbesteed werk;
Z door uitgestelde uitvoering van een aantal investeringsplannen is een voordelig
resultaat ontstaan als gevolg van minder kosten rente en afschrijvingen;
Z diverse baten, zo is onder meer de boete op de BTW-correctie 1992-1996
aanmerkelijk lager uitgevallen dan was verondersteld.
Door aanstelling van enkele SW-geïndiceerde personen afkomstig van derden bij
de DSW Leeuwarden is het aantal FTE's uitgekomen boven het aantal dat door het
rijk voor 1998 subsidiabel is gesteld. Ter compensatie is hiervoor een vergoeding
overeengekomen.
Algemene uitkering uit het Gemeentefonds.
Per saldo is de algemene uitkering uit het Gemeentefonds 1,1 miljoen gulden hoger
uitgekomen dan voor 1998 was geraamd. Dit voordelig resultaat kan tot een bedrag van
3,0 miljoen worden toegeschreven aan de uitkering van de behoedzaamheidsreserve.
Tegenover deze gunstige ontwikkeling staat een nadeel van 2,6 miljoen als gevolg van
het opschuiven van de peildatum voor bijstandsontvangers. Door overige
ontwikkelingen in de algemene uitkering is een voordeel ontstaan van 0,7 miljoen
gulden.
Inflatiecorrectie.
Gemeentebreed was een bedrag van 1,4 miljoen gereserveerd voor de gevolgen van
inflatie. De besteding van de betreffende reservering heeft plaatsgevonden op diverse
producten. De geraamde reservering valt daardoor vrij en levert op die post een
correctie op van 1,4 miljoen gulden.
Minder kosten bijzondere bijstand.
De kosten voor bijzondere bijstand waren in 1998 1,0 miljoen lager dan geraamd. De
achtergrond voor het feit dat er minder is uitgegeven aan bijzondere bijstand is, dat,
hoewel er in 1998 een bedrag van 1,7 miljoen aan het budget voor de bijzondere
bijstand is toegevoegd, in afwachting van de bestuursopdracht sociale zaken voorlopig
geen nieuwe beleidsinitiatieven zijn ontwikkeld. Tevens werd een hoger bedrag aan
rente en aflossing leenbijstand ontvangen, dan aan leningen werd verstrekt.
Hogere opbrengst OZB
De opbrengst OZB is over 1998 0,6 miljoen gulden hoger uitgevallen dan was geraamd,
voornamelijk als gevolg van een hogere gemiddelde waarde van nieuwbouwwoningen.
Opbrengsten kabel- en leidingwerk
De gemeente ontvangt een bijdrage van nutsbedrijven in verband met de aanleg van
kabelwerken en leidingen. Deze bijdrage is bedoeld voor de extra kosten die de
gemeente moet besteden ten behoeve van herstrating etc. Deze inkomsten zijn aan het
begin van het jaar moeilijk in te schatten. Pas in de loop van het jaar kan een
bestedingsplan voor deze gelden worden gemaakt. Door het buitengewoon natte jaar
1998 kon niet meer tot besteding worden overgegaan. Het totale bedrag aan niet bestede
opbrengsten kabel- en leidingwerk bedroeg 0,6 miljoen gulden.
12.2 Nadelen
Nadelig renteresultaat
Het nadelig renteresultaat van 2,4 miljoen gulden wordt grotendeels veroorzaakt
doordat derden gebruik hebben gemaakt van de contractuele mogelijkheid van
buitengewone aflossing (1,0 miljoen), het terug ontvangen van een uitgezette deposito
van 50 miljoen wegens de lage rentestand (0,8 miljoen) en een lagere toerekening van
61