kening 1993
x 1.000,-
Product
code
Beleidsproduct
Begroting
Lasten Baten
Saldo
Rekening
Lasten Baten Saldo
Verschil
1998
610
Bijstandverlening
178.684
139.731
-38.953
140.611 104.661 -35.950
3.003
611
Werkgelegenheid
53.983
45.405
-8.578
49.196 44.870 -4.326
4.252
613
615
620
Overige sociale zekerheidsstellingen
Grote Steden Beleid
Maatschappelijke begeleiding en
advies
1.956
7.543
25.737
400
6.098
9.923
-1.556
-1.445
-15.814
1.553 0 -1.553
6.798 5.266 -1.532
27.761 12)553 -15.208
3" N"
.ijit
,r7...
3
-87
606
630
Sociaal Cultureel Werk
2.497
656
-1.841
3 v.
2.936 1.206 -1.730
r :-A 3
111
650
Kinderopvang
4.452
0
-4.452
4.890 7491 -4.399
53
Totaal sociale voorzieningen en
maatschappelijke dienstverlening
274.852
202.213
-72.6391: 233:'745 169*047 -64.698
7.941
Toelichting
Gelijktijdig met de invoering van de productenrekening was 1998 ook het eerste jaar dat gemeentebreed tijd werd geschreven.
Bij het opstellen van de begroting zijn daarbij veronderstellingen gemaakt omtrent het aantal productieve resp. improductieve
uren. Gebrek aan ervaringscijfers en onbekendheid met de invoering van het systeem van tijdschrijven zijn er de oorzaak van geweest
dat de werkelijk bestede uren bij een aantal producten redelijk veel afwijken van de geraamde uren, zodat de doorbelaste
apparaatskosten hoger dan wel lager zijn. Met name bij de sector Sociale Zaken blijken de werkelijke direct productieve uren
veel hoger uit te vallen dan was geraamd. Hieronder volgt een overzicht van de verschillen tussen begroting en rekening:
Sector Sociale Zaken Begroting Rekening Verschil In
Totaal uren 257.956 271.465 -13.509 -5.24
Af Improductieve uren 55.11960.199-5.080-9.22
Productieve uren 202.837 211.266 -8.429 -4,16
Af Indirect productieve uren 40.02623.38816.63841.57
Direct productieve uren 162.811187.878-25.067 _U_5J40_
Voor de verschillen kunnen de volgende verklaringen worden gegeven
- Inzet JWG-ers en andere additionele arbeidskrachten, waarvan de uren niet waren geraamd
maar die wel tijd hebben geschreven
- Niet geraamde extra werkdag in 1998
- Langdurige ziektevervanging bij de afdeling ondersteuning
- Uitvoering bestuursopdracht sociale zaken
- Invoering WIK.regeling Dak en Thuislozen en exta werkzaamheden Koppelingswet
- Overige niet te verklaren uren
Totaal hoger aantal bruto-uren
Uit bovenstaand overzicht blijkt, dat het aantal gerealiseerde direct productieve uren 25.000 hoger is dan in de
begroting werd aangenomen. Dit hogere aantal uren wordt gedeeltelijk veroorzaakt door een hoger aantal
bruto-uren en anderzijds doordat er veel minder uren op 'indirect productief' zijn geschreven.
Tot de invoering van het systeem van tijdschrijven raamde Sociale Zaken op basis van normtijden van
deelproducten. Deze systematiek heeft geen directe aansluiting bij de tijdschrijfsystematiek. De aannames bij de
omrekening zijn onjuist gebleken.
Het fors hogere aantal direct productieve uren in combinatie met het veel lagere aantal indirect productieve uren
betekent dat het uurtarief veel lager had kunnen zijn dan het in de begroting gehanteerde uurtarief. Omdat de totale
uitvoeringskosten over een groter aantal uren verdeeld worden. Bij de sector Sociale Zaken is
in verband met de grote afwijking in uren, ervoor gekozen om bij de doorberekening van de apparaatskosten
uit te gaan van een nacalculatorisch tarief in plaats van het gebruikelijke voorcalculatorische tarief.
Uren
5.000
1.040
1.872
300
2.000
3.288
13.500
50
Rekening 1998
610 Kosten bijstandverlening
A pparaatskosten
Op de apparaatskosten is een voordeel behaald van 205.000.
Dit voordeel is enerzijds het gevolg van een voordeel van 570.000 op de post kosten concemoverhead, doordat vanwege het
lagere bedrag aan bijstandsuitkeringen de opslagbasis lager was (1,34% van 140 min. in plaats van 184 min.). Tegenover
dit voordeel staat een nadeel doordat 28.150 productieve uren (zie de verklaring hierboven) meer aan dit product
moesten worden toegerekend. Per saldo is het voordeel ƒ205.000,-.
Kosten aanvragen levensonderhoud
Op het gemeentelijk aandeel in de kosten van levensonderhoud en op de kosten van invordering inkomensvoorziening is in
totaal een voordeel behaald van 1,8 min., hetgeen globaal als volgt kan worden verklaard:
x 1.000,-
Lagere kosten op beschikking aanvraag ABW/ELV 1.713
Lagere kosten op beschikking aanvraag lOAW/IOAZ 88
Overige voordelen [9.
Totaal voordeel kosten aanvragen levensonderhoud 1.820
I. Lagere kosten op beschikking aanvraag ABW/ELV
Het voordeel op de kosten van bijstandsverlening is het gevolg van een lager gemiddeld aantal uitkeringen, een lager gemiddeld
uitkeringsbedrag en een hoger bedrag aan ontvangsten wegens verhaal en invordering. Hieronder wordt aangegeven hoe het
bedrag van 1,7 min. is opgebouwd:
Aantal
uitkeringen
Uitkerings
bedrag
Totaal
x 1.000,-
Begroting 1998
Rekening 1998
5.859
5.173
ƒ21.591
ƒ21.180
126.500
109.563
686 411
Voordeel wegens extra ontvangst verhaal en invordering
Totaal voordeel op kosten beschikking aanvraag ABW/ELV
Het gemeentelijk aandeel hiervan bedraagt derhalve 10% van 17.132.000 is 1,7 min.
II Lagere kosten beschikking op aanvraag IOAW/IOAZ
Het totale gemeentelijke voordeel op de kosten van de 10AW resp. de IOAZ bedraagt in totaal
worden verklaard door een lager aantal uitkeringen en een lager gemiddeld uitkeringsbedrag.
10AW
16.937 B
195 B
17.132 B
88.000 en kan
Begroting
Rekening
IOAZ
Rekening
Gemiddeld uitkeringsbedrag
Gemiddeld aantal uitkeringen
24.900
115
ƒ22.244
97
30.000
25
ƒ26.108
23
Bijzondere bijstand
Op het product bijzondere bijstand is een voordelig resultaat behaald van 950.000.
Dit resultaat is als volgt opgebouwd:
Minder kosten bijstandsverlening om niet
Leenbijstand
Totaal voordeel bijzondere bijstand
x 1.000,-
856 B
95_B
951 B
Op de post bijstandverlening om niet is minder uitgegeven omdat in afwachting van de afronding van de bestuursopdracht
sociale zaken voorlopig geen nieuwe beleidsinitiatieven zijn ontwikkeld. De uitgaven voor bijzondere bijstand bestaan voor
een bedrag van 4,3 min. aan verstrekkingen om niet en voor een bedrag van 160.000 aan uitgaven in het kader van
de collectieve ziektekostenverzekering AV-Frieso.
51