Bij beschikking van 21 oktober 1982 hebben de Ministers van
(toenmalig) C.R.M. en V.R.O.M. de aanwijzing van de
binnenstad van Leeuwarden tot beschermd stadsgezicht ex
artikel 20 van de Monumentenwet vastgesteld. De aanwijzing
is van een toelichting voorzien, bevat een map met
afbeeldingen en kent een aantal tekeningen. Op een, bij de
aanwijzing behorende, tekening is het beschermingswaardige
gebied verdeeld in drie zones. Het plangebied valt deels in
zone C. Deze zone is als volgt gedefinieerd: "Gebieden van
belang vanwege het patroon van straten en waterlopen in
samenhang met de schaal van de bebouwing."
Overigens, maar dit terzijde, kende de Rijksdienst bij de
aanwijzing tot beschermd stadsgezicht weinig waardering
voor de bebouwing (onder andere het voormalige gebouw van
de Kamer van Koophandel) op de hoek Willemskade ZZ -
Sophialaan. Volgens de tekening 'Waardering historische
ruimte- en bebouwingsbeeld' ontbreekt hier de, als een
kwaliteit aangemerkte, historische ruimtebegrenzing.
Door een reeks van bouwkundige aanpassingen aan de
Willemskade ZZ is er een verschil in beeld en architectuur
ontstaan tussen deze gevelwand en (bijvoorbeeld) de
gevelwand van de Willemskade NZ. De huidige gevelwand
voegt zich, naar het oordeel van de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg (in het kader van het overleg)in
stedenbouwkundig opzicht nog steeds in de kenmerkende
ruimtelijke opbouw langs de Zuidergracht. In de herziening
van het bestemmingsplan is met deze kenmerken rekening
gehouden door in de voorschriften (artikel 3 en artikel 4)
vast te leggen dat de toren in verticale zin geleed moet
worden, in dié zin dat de onderbouwing als bouwmassa en als
gevel deel uitmaakt van genoemde gevelwand.
De wijze waarop wij hebben ingespeeld op de kenmerken van
het beschermd stadsgezicht, wordt door de Rijksdienst voor
de Monumentenzorg positief benaderd: een
accentuerende hoogbouw in dit plangebied - in samenhang met
de bestaande Avéro-toren - is naar mijn mening in beginsel
aanvaardbaar
Ook de voorgestelde vernauwing van het profiel van de
Sophialaan heeft de instemming van de Rijksdienst: "Deze
vernauwing leidt ertoe dat de visuele grens van de
binnenstad, die thans bij de monding van de Prins
Hendrikstraat ligt, in zuidelijke richting opschuift. Dit
versterkt de ruimtelijke samenhang langs de Willemskade en
verduidelijkt de aansluiting van de Lange Marktstraat als
functionele hoofdas op de Sophialaan."
Gelet op het vorenstaande, zijn wij van mening dat de
wijzigingen ten opzichte van het vigerend bestemmingsplan
zijn aangebracht met respect voor de monumentale
Blad 9
binnenstad. Ook de tegenstelling tussen de oostelijke
bebouwingswand met zijn villa's uit de laat-negentiende
eeuw en de westelijke wand met nuchtere kantoorbebouwing
uit de twintigste eeuw wordt niet negatief beïnvloed door
de acceptatie van een ruimere bouwhoogte.
De ruimere plaatsingscriteria bieden de mogelijkheid om de
westelijke wand van de Sophialaan, die nu gekenmerkt wordt
door onaantrekkelijke zijgevels, weer een op de laan
georiënteerd toegankelijk karakter te geven.
- bescherming van het cultureel erfgoed moet het primaire
uitgangspunt zijn
In de visie van het LDC verdient zowel de binnenstad als de
randbebouwing en de toeleidende wegen met bijbehorende
bebouwing beschermingKantorenhoogbouw zou volgens het LDC
plaats moeten vinden in wijken buiten de binnenstad. Als
voorbeeld wordt Maastricht genoemd.
De aanwijzing tot beschermd stadsgezicht is na grondige
studie en weloverwogen besluitvorming tot stand gekomen.
Ook de gekozen zonering en begrenzing zijn zorgvuldig
gemotiveerd. Wij hebben dan ook geen enkele behoefte om bij
de minister een verzoek in te dienen betreffende een
wijziging van het beschermd stadsgezicht.
Het plangebied ligt op de grens van het beschermd
stadsgezicht. Met de kwaliteiten van het stadsgezicht is
rekening gehouden. Maar gelijktijdig wensen wij ook
rekening te houden met de unieke potenties van de Lange
Marktstraat en omgeving als gebied voor
kantoorontwikkeling. Vooral de ligging in de directe
nabijheid van alle vormen van openbaar vervoer maakt dit
deel van de stad bij uitstek geschikt voor dienstverlenende
functies en kantoren. Ook het LDC heeft, naar wij aannemen,
op grond van het unieke karakter van deze locatie gekozen
voor huisvesting in het Lange Marktstraatgebied.
Maastricht verschilt op zoveel punten van Leeuwarden, dat
een vergelijking mank gaat.
verzoek
Het LDC verzoekt de raad zijn zienswij ze te besprekenDe
bezwaren kenbaar te maken aan de provincie en het Centrum
te informeren over het verdere verloop van de procedure.
Zoals gebruikelijk, worden de zienswijzen bij de
vaststelling van een bestemmingsplan voorgelegd aan de
gemeenteraad. Vervolgens wordt het bestemmingsplan zo
spoedig mogelijk ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten
verzonden (inclusief de zienswijzen en het commentaar
daarop)
Dit voorstel is behandeld tijdens de op 26 januari 1999
gehouden vergadering van de Commissie Stadsontwikkeling.