Blad 2 De bedrijfspanden zijn in november 1998 getaxeerd op f 837.000,-. Bij een boekwaarde van bijna f 600.000,- be draagt de netto-opbrengst rond f 237.000,-. Hierbij wordt opgemerkt dat bij een tweetal panden sprake is van bodem verontreiniging. De kosten van het schoonmaken worden in totaal geschat op f 260.000,- tot f 400.000,-. Door het taxateursbureau wordt ten aanzien van de bodemver ontreiniging opgemerkt dat de verontreiniging van dien aard is dat bij het huidig gebruik geen sprake is van actuele risico's. De situatie wordt derhalve gezien als een niet- urgent ernstig geval. Overdracht overige niet strategische panden In bijlage II van de vertrouwelijk ter inzage gelegde stuk ken is een nadere specificatie gegeven van de volgende ca tegorie panden (tussen haakjes het aantal objecten) a) kinderopvang en peuterspeelzalen (12) b) buurt- en wijkcentra (25) c) gemeentelijke instellingen, musea en cultuur (10) d) parkeergarage "De Klanderij" (1) e) winkels (6) De gebruikers van de panden genoemd onder a)b) en c) zijn instellingen die subsidie of een bijdrage in de exploitatie ontvangen van de gemeente. Enerzijds wordt aan deze instel lingen een huur in rekening gesteld en anderzijds wordt aan hun een bijdrage verstrekt in de exploitatie. De in reke ning gebrachte huur is veelal niet in overeenstemming met de huur die door commerciële verhuurders wordt berekend. Met andere woorden, er vindt een verkapte subsidiëring plaats. Het beleid van de gemeente is erop gericht om zo veel mogelijk marktconforme huren in rekening te stellen. Daarnaast is het in het kader van de vernieuwing van het welzijnsbeleid (ook wel Lokaal Sociaal Beleid) ook het streven van de gemeente om over te gaan naar de regierol. Dit impliceert ook dat de instellingen marktconform werken en dus ook vrij zijn in het huren van die ruimten die voor hun betaalbaar zijn. Wanneer de gemeente nu niet overgaat naar marktconforme huurprijzen en daaraan evenredige ver strekking van subsidies of bijdragen in het exploitatiete kort, is het in de toekomst niet uitgesloten dat de thans in gebruik zijnde gebouwen worden afgestoten door de in stellingen. Wanneer mede in het kader van het Lokaal Soci aal Beleid wordt besloten om de genoemde instellingen meer op afstand te zetten (regierol) is het verstandig dat zij over de benodigde middelen kunnen beschikken. En middelen zijn dan ook reeds voor hun specifiek aangepaste accommoda ties. Het is dan ook aan te bevelen om te onderzoeken of er met de instellingen overeenstemming kan worden bereikt om te komen tot overdracht van de accommodaties. Opgemerkt wordt dat het bovenstaande met betrekking tot het verstrekken van subsidies niet van toepassing is op de Blad 3 huurders van de panden genoemd onder d) en e)Hiervoor dient een marktconforme huurprijs in rekening te worden ge steld (voorzover dit reeds nog niet het geval is) Overdracht transformatorgebouwen Tijdens de inventarisatie is gebleken dat de gemeente nog eigenaar is van een groot aantal transformator gebouwen (trafo's). Deze trafo's zijn deels al juridisch eigendom van de N.V. Frigem en deels nog juridisch eigendom van de gemeente. Alle trafo's zijn economisch eigendom van de Fri gem. Dat in het verleden niet alle trafo's in juridisch eigendom zijn overgegaan naar de Frigem heeft te maken met de daar aan verbonden (hoge) overdrachtskosten. In principe komen de kosten voor rekening van de Frigem. De Frigem heeft bij de laatste onderhandelingen met betrekking tot dit onder werp (plm. 1992) te kennen gegeven in verband met de kosten geen belang te hebben bij de overdracht Omdat er voor de gemeente geen enkel strategisch belang is om het juridisch eigendom van de trafo's te handhaven, wordt geadviseerd om thans de juridische eigendom van de trafo's over te dragen aan het electriciteitsbedrijf De hieraan verbonden kosten worden geschat op f 350,- kos ten landmeten en f 150,- kosten overdracht per trafo. De totale kosten liggen dan in de orde van grootte van f 75.000,-. Hierbij is geen rekening gehouden met de kosten verbonden aan eventuele erfdienstbaarheden ten behoeve van de trafo's. Het is niet bekend welke maatregelen getroffen moeten worden om de bereikbaarheid van de trafo's te waar borgen. Gelet op het bovenstaande en onder vermelding dat de Commissie Bestuur en Middelen in haar vergadering van 27 januari 1999 heeft ingestemd met de voorstellen, stellen wij u voor te besluiten conform het bijgevoegde conceptbe sluit Leeuwarden, 4 februari 1999. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, P.E.J. den Oudsten loco-burgemeester. mr F.M.J. Steijvers secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 89