HOOFDSTUK 111 HET ALGEMEEN BESTUUR.
Artikel 6.
1. De raden wijzen elk uit hun midden, de voorzitter
inbegrepen, een lid van het algemeen bestuur aan.
2. De raden beslissen in de eerste vergadering van elke
zittingsperiode over de aanwijzing van de in het eerste lid
genoemde leden.
Artikel 7.
1. De leden treden af op het tijdstip waarop de periodieke
aftreding van de leden van de gemeenteraden plaats heeft,
of zoveel eerder als zij de kwaliteit verliezen waarin zij
zijn benoemd.
2. De leden van het algemeen bestuur kunnen te allen tijde
ontslag nemen.
3. In een tussentijdse vacature wordt zo spoedig mogelijk,
doch uiterlijk binnen zes weken na het ontstaan van deze
vacature, een nieuw lid van het algemeen bestuur aangewezen
door de raad waaruit het betreffende lid van het algemeen
bestuur afkomstig is.
Artikel 8.
1. Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks tenminste tweemaal
en voorts zo dikwijls de voorzitter of het dagelijks
bestuur dit nodig oordeelt, of - binnen een termijn van
drie weken nadat het schriftelijk verzoek is gedaan -
indien tenminste zeven leden dat onder opgaaf van de te
behandelen onderwerpen schriftelijk verzoeken.
2. De uitnodiging voor de vergadering gaat uit van de voor
zitter. De uitnodiging gaat vergezeld van een agenda met
daarbij behorende stukken.
3. De agenda en de daarbij behorende stukken worden, bijzon
dere omstandigheden daargelaten, tenminste 14 dagen voor de
vergadering van het algemeen bestuur gezonden aan de leden
en ter kennisneming aan de colleges.
Artikel 9.
1. Het algemeen bestuur stelt een organisatieplan voor de
brandweerzorg en de rampenbestrijding vast waarin in ieder
geval
a. de taken van de gemeentelijke brandweren en de regio
nale brandweer in onderlinge samenhang worden
beschreven;
b. de werkgebieden van de gemeentelijke brandweren en de
regionale brandweer voor de onderscheiden taken worden
aangegeven;
4
c. de minimumsterkte van het personeel en het materieel
van de gemeentelijke brandweren en van de regionale
brandweer worden beschreven;
d. de eisen met betrekking tot het materieel van de
gemeentelijke brandweren en van de regionale brandweer
worden aangegeven;
e. het beheer van het materieel van de regionale brandweer
wordt geregeld;
f. een plan wordt vastgesteld met betrekking tot het
opleiden en het oefenen van het personeel van de
gemeentelijke brandweren, de regionale brandweer, de
overige diensten die taken verrichten op het terrein
van de bestrijding van rampen en zware ongevallen en de
bestuursorganen met het oog op een optreden bij
branden, ongevallen en rampen van meer dan plaatselijke
betekenis
g. wordt voorzien in een goede alarmering en informatie
voorziening, het in stand houden van een alarmcentrale
en een regionaal coördinatiecentrum alsmede de daarmee
samenhangende operationele procedures;
h. wordt voorzien in een regeling voor het verlenen van
bijstand aan een gemeentelijke brandweer door de andere
gemeentelijke brandweren of door de regionale brand
weer;
i. wordt voorzien in de operationele leiding bij een
brand, ongeval of ramp die van meer dan plaatselijke
betekenis is;
j. voorlichting aan de bevolking voor, tijdens en na een
ramp of een zwaar ongeval van meer dan plaatselijke be
tekenis
k. een regeling wordt getroffen met betrekking tot de
waarschuwing van de bevolking;
1. een regeling wordt getroffen met betrekking tot de
periodieke rapportage aan de gemeenteraden over de
uitvoering van het organisatieplan;
m. wordt gesteld dat de burgemeesters een regeling treffen
met betrekking tot de coördinatie van het opperbevel in
geval van een brand, een ongeval, een ramp of ernstige
vrees tot het ontstaan daarvan, met een gemeentegrens
overschrijdend karakter.
2. Het dagelijks bestuur doet geen voorstel aan het algemeen
bestuur over het organisatieplan dan nadat het ontwerp van
het voorstel om advies is voorgelegd aan de raden. De
raden kunnen over het ontwerp-organisatieplan gedurende een
periode van zes weken hun zienswijze kenbaar maken.
Artikel 10.
Alle taken en bevoegdheden in het kader van deze regeling, die
niet aan het dagelijks bestuur of de voorzitter zijn opgedra
gen, behoren aan het algemeen bestuur.
5