Begroting 2000 Dienst Welzijn signaleert, in relatie tot de vraag, leemten en overlap in het aanbod. In overleg met Friese gemeenten, partners en uitvoerende instellingen bepaalt de gemeente wat er nodig is, ontwikkelt als regisseur projecten en koopt trajectonderdelen in bij uitvoerende instellingen. De gemeente neemt het initiatief tot een structureel overleg en samenwerking met alle relevante partners. Ouder en/gehandicapten Ook voor het WVG-beleid geldt dat de gemeente haar regierol meer actief zal gaan invullen. Bij de start van de gemeentelijke uitvoering van de WVG had de gemeente het beleidsvoornemen te streven naar één loket voor zoveel mogelijk zorgvoor zieningen voor de doelgroep. In samenwerking met het Regionaal Indicatie Orgaan (RION) en met het Bureau WVG worden hiertoe nadere voorstellen ontwikkeld. Sociale integratie Wijkgericht werken De sector Samenlevingszaken en Cultuur is beleidsmatig verantwoordelijk voor de integrale aanpak van wijkgericht werken. Projectmatig zal invulling worden gegeven aan het bundelen van (beleids)kracht op het niveau van de wijk. Buurt en school Op basis van het in 1999 door het College, in overleg met de Commissie Welzijn, vastgestelde startdocument zal in 2000 in de Vrijheidswijk en Heechterp/Schieringen de verdere vormgeving van buurtscholen ter hand worden genomen. Het streven is er op gericht om in 2002 in totaal 4 buurtscholen gerealiseerd c.q. in ontwikkeling te hebben. Achterstandsbestrijding Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (GOA) Sinds 1998 is de gemeente verantwoordelijk voor het onderwijsachterstandenbeleid. Uitgangspunt voor het beleid is de nota GOAL 1998-2002, die door de Raad in juni 1998 is vastgesteld. In de nota worden zes aandachtsgebieden onderscheiden: - het versterken van de voor- en vroegschoolse educatie; - het versterken van de educatie door na- en naastschoolse activiteiten; - het verminderen van schooluitval; - het bestrijden van het voortijdig schoolverlaten en de gevolgen daarvan; - het ontwikkelen van leertrajecten voor allochtone leerlingen. - het ontwikkelen van een monitoringsysteem. Uit de in het schooljaar 1998-1999 toegekende projecten is af te leiden dat het accent in het GOA-beleid ligt op het versterken van de educatie door na- en naastschoolse activiteiten, het verminderen van de schooluitval en het bestrijden van het voortijdig schoolverlaten en de gevolgen daarvan. Het versterken van de educatie door na- en naastschoolse activiteiten wordt met name ontwikkeld binnen het project Buurt en school. Het verminderen van schooluitval en het bestrijden van het voortijdig schoolverlaten en de gevolgen daarvan worden enerzijds op schoolniveau ontwikkeld, maar ook in lokaal en regionaal verband. 10 Begroting 2000 Dienst Welzijn De ontwikkelingen rond leerplicht, Regionale Meld- en Coördinatiefunctie, het Jongerenloket en bijvoorbeeld de nieuwe leerwegen in het VMBO (voorheen MAVO en VBO) spelen daarbij een belangrijke rol. De komende jaren zal meer aandacht uitgaan naar het monitoren van onderwijs prestaties. Een en ander zal het concrete vorm krijgen na afronden van de discussies over de nota "Sturen op Kwaliteit". Onderwijs in Allochtone Levende Talen Met ingang van 1 augustus 1999 is de Wet Onderwijs in Allochtone Levende Talen (OALT) volledig van kracht geworden. Met het oog hierop is door de Raad in november 1998 de nota OALT 1998-2002 vastgesteld. Uitgangspunt van het beleid is het onderscheid tussen OALT als vorm van ondersteuning (voor de groepen 1 t/m 4 van het primair onderwijs) en OALT als vorm van taalonderwijs (voor de groepen 5 t/m 8 van het primair onderwijs). Het schooljaar 1998-1999 is gebruikt om scholen, leerkrachten en ouders voor te bereiden op de nieuwe situatie. Daarbij werd extra ondersteuning van het GCO- Fryslan ingehuurd. Met name de (bij)scholing van de leerkrachten heeft veel aandacht gekregen. Die aandacht zal ook in de komende jaren noodzakelijk zijn. Gelet op de gemaakt keuze voor OALT als vorm van ondersteuning zal het OALT dit jaar een plaats binnen het GOA dienen te krijgen. De nieuwe wetgeving betekent in principe ook een verruiming van de mogelijkheden voor nieuwe doelgroepen. Probleem daarbij is vaak het vinden van bevoegde/geschikte leerkrachten. Leerplicht en Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Het voorkomen/bestrijden van voortijdig schoolverlaten vormt een permanent aandachtspunt vanuit de sectie Leerplicht c.q. het RMC. A rbeidsmarkttoeleiding Voor mensen die werkloos zijn heeft de gemeente een steeds uitgebreider instrumen tarium beschikbaar gekregen om hun kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren. Zo beschikt de gemeente over de mogelijkheid om diverse scholingstrajecten, Wiw- dienstbetrekkingen werkervaringsplaatsen, instroom- en doorstroombanen in te zetten. Regievoering richting uitvoering neemt in belang toe. Ten eerste omdat het aantal uitvoerders van het arbeidsmarktbeleid groeit. Daarnaast zijn de betrokken uitvoerders niet alleen van de gemeente afhankelijk, maar bestaat ertussen uitvoerders onderling ook een afhankelijkheid. De sector Additionele Werkgelegenheid vervult hier met name de rol van opdrachtgever. Met de uitvoerders, in de rol van opdrachtnemer, worden de afspraken contractueel vastgelegd. De frequentie waarmee met opdrachtnemers wordt overlegd over de voortgang van de uitvoering van het contract neemt toe. Beleidsinhoudelijk gezien ligt het accent het komende jaar op de sluitende aanpak. Na de invoering van een sluitende aanpak voor jongeren, wordt nu ook de sluitende aanpak voor personen ouder dan 23 jaar stapsgewijze ingevoerd. Bij de sluitende aanpak gaat het erom te voorkomen dat werkzoekenden langdurig werkloos worden en dat er een langdurige uitkeringsafhankelijkheid ontstaat. Aan mensen die werkloos worden en die 11

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 147