Blad 2 moeten kunnen worden indien zich nieuwe handhavings- terreinen voordoen. Doelstelling In de beleidsnota is de volgende doelstelling geformuleerd: Waarborgen van een verantwoord gebruik, goed beheer en veiligheid van de gebouwde omgeving door middel van het toezien op de naleving van de eisen die in de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de Woningwet, Huisvestingswet, de Monumentenwet en de op deze wetten gebaseerde besluiten en verordeningen zijn vastgelegd. Prioriteiten Geconcludeerd kan worden dat actief handhavingsbeleid voor de gehele gemeente en voor alle denkbare terreinen een zware opgave is. Er moeten derhalve keuzes gemaakt worden. In de beleidsnota wordt voorgesteld om onderscheid te maken in voorstellen voor de lange, middellange en korte termijn. Voor de lange termijn wordt uitgegaan van samenhangend handhavingsbeleid over het gehele gemeentelijke grondgebied op alle voor handhaving in aanmerking komende terreinen. Dat wil zeggen dat daarbij geen beperking tot bouwregel geving geldt. Voor de middellange termijn wordt in dit verband uitgegaan van de beperking tot handhaving van de bouwregelgeving: de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de Woningwet, de bouwverordening 1997, het Bouwbesluit 1991, de Huisvestingswet c.q. de gemeentelijke verordening en de Monumentenwet. Van belang daarbij is dat duidelijkheid ontstaat over de aard en omvang van de overtredingen naar de te onderscheiden gebieden in de stad. Bij het constateren van overtredingen dient een afweging gemaakt te worden omtrent de ernst van de overtreding op basis waarvan verdere stappen noodzakelijk kunnen worden geacht of niet. Van belang is ook te constateren dat bijvoorbeeld in de binnenstad overtredingen van de regelgeving ten aanzien van monumenten ernstiger zijn dan buiten de binnenstad. De binnenstad geldt immers als een belangrijke beeldbepalende factor voor de stad Leeuwarden. Op deze manier kan voor elk te onderscheiden gebied in de stad nagegaan worden welke overtreding prioriteit heeft bij het afwikkelen ervan. Door de soorten overtredingen af te zetten tegen stadsgebieden wordt een matrix verkregen waarin een prioritering zichtbaar gemaakt kan worden. Deze prioritering is van belang voor het vaststellen van het handhavingsbeleid. Wanneer niet alle overtredingen - zeker niet tegelijkertijd - kunnen worden aangepakt, is deze prioritering doorslaggevend voor de handhavingsaanpak In deze matrix wordt onderscheid gemaakt in de volgende gebieden: de binnenstad (beschermd stadsgezicht) woonwijken tot 1945, woonwijken 1945-1970, woonwijken na Blad 3 1970, buitengebieden (waaronder dorpen) en industriegebieden Voor de korte termijn wordt voor nader aangewezen gebieden uitgegaan van behandeling van een 400-tal handhavingszaken per jaar waarbij in elk geval 275 gevallen betrekking hebben op de binnenstad. Deze korte termijn beslaat de jaren 2000, 2001 en 2002 en beoogt naast de aangegeven intensivering ook op basis van registratie uitspraken te doen over de aard en omvang van handhaving voor de gehele gemeente om op basis daarvan de (middellange termijnvoornemens vast te stellen. Eind 2002 vindt evaluatie van de korte termijn-werkwijze plaats en worden voorstellen gedaan om in 2004 een meer definitief handhavingsbeleid te kunnen voeren. Financiële consequenties Voor handhaving van de overtredingen in de aangegeven gebieden voor de korte termijn kan op dit moment geen exacte begroting van de benodigde formatie gemaakt worden. De aangekondigde evaluatie zal daarover meer duidelijkheid verschaffen voor de periode met ingang van 2004. Op dit moment is er bij de dienst Stadsontwikkeling voor handhaving formatie beschikbaar van 0,4 fte. Voorlopig gaan we ervan uit dat een handhavingszaak gemiddeld 7 uur in beslag neemt. Voor het per jaar behandelen van 400 zaken (waarvan 275 voor de binnenstad) bedraagt de benodigde formatie 2,1 fte, derhalve 1,7 fte extra als gevolg van de vaststelling van deze nota. Daaraan gekoppeld dient er een registratievolgsysteem te worden opgezet bestaande uit een software-pakket alsmede formatie voor het beheer ervan. Het systeem betekent een eenmalige investering van f 50.000,-. Voor het beheer en de administratie wordt uitgegaan van 0,25 fte formatie. De intensivering van de handhaving zal leiden tot een toename van het aantal bezwaarschriften. Voorlopig gaan wij ervan uit dat met de afhandeling van een bezwaar gemiddeld 24 uren is gemoeid en daarnaast is er sprake van toename van de kosten voor de commissie voor advies. In totaal betekent dit een raming van f 2.650,- per zaak. Uitgaande van 70 zaken op jaarbasis gaan wij uit van een bedrag van f 185.500,- voor de afhandeling van de bezwaren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 361