Blad 2 Op den duur zou dit kunnen leiden tot een aanpak van problemen en lange termijnontwikkeling door wijken en dorpen zelf. Zover is het nog lang niet. In de periode 1998 - 2002 gaat het om een experiment, dat in de komende jaren nauw gevolgd wordt en regelmatig in de raad wordt geëvalueerd. Als eerstvolgende stap in het experiment gaat het er nu om, in aansluiting op de bescheiden inzet van wijkplatforms en buurtbudgetten (f 5700,- per jaar) de wijken verdere instrumenten voor zelfontwikkeling in handen te geven. Deze instrumenten zijn achtereenvolgens: verhoging van de wijkbudgetten om wijk of dorp in staat te stellen op het gebied van de aanvullende leefbaarheid nieuwe impulsen aan het gebied te geven, beslissingsbevoegdheid voor wijkpanels om de zelfstandige beïnvloeding van het wijkbeleid te versterken, verbreding van de vertegenwoordiging om het draagvlak voor de gebiedsontwikkeling te vergroten. Uitgangspunt in de nota De Wijkaanpak was onder meer de wijk als schaalniveau bij uitstek om over integrale plannen te communiceren en deze op elkaar af te stemmen. Het bijzondere van de wijkaanpak in Leeuwarden is daarin de kleinschaligheid, in het verleden grotendeels ontstaan door de verenigingsstructuur in buurten en wijken. Uit oogpunt van efficiency is in de afgelopen jaren al een begin gemaakt met clustering tot 15 wijkplatforms 5 dorps belangen als het gaat om wijkoverleg en wijkprogramma'sIn tegenstelling tot andere steden in ons land waar de gebiedsgerichte wijkaanpak op het niveau van stadsdelen wordt ingezet. Voor het vervolg van "Een wijk besluit" willen wij de ingezette clustering van wijken aanhouden, met name om de bestaande betrokkenheid van bewoners zoveel mogelijk in stand te houden. Vanuit de wijken wordt in dit verband regelmatig gewaarschuwd voor al te zware verantwoordelijkheid voor een kleine groep van betrokkenen. In dit voorstel is geprobeerd om het juiste evenwicht te vinden tussen enerzijds het stimuleren van zelfinitiatief en een verantwoorde besluitvorming door wijken en anderzijds overbelasting van vrijwilligers Centraal daarin staan de oprichting van stadsdeelteams. De stadsdeelteams worden samengesteld uit een aantal kerndisciplines (intern en extern) en staan de wijkpanels bij zowel voor de meningsvorming ten behoeve van de wijkbudgetten als bij de uitvoering van deeltaken. Verder zijn de stadsdeelteams noodzakelijk voor een voortdurende Blad 3 afstemming tussen de wijkaanpak en de diverse integratieprojecten zoals stedelijke vernieuwing, locaal sociaal beleid, beheer openbare ruimte, e.d. Voor deze deskundige ondersteuning is het uit oogpunt van efficiency gewenst dat dit georganiseerd wordt op een grotere schaal dan de 13 panelgebieden. Wij stellen voor om de bestaande indeling van stadsdelen (zie bijlage bij de Uitwerkingsnotitie) vast te stellen als leidend voor de diverse disciplines (intern en extern)Met de betrokkenen wordt overlegd om de vele werk- en gebiedsindelingen (o.a. rayonbeheer van Beheer Openbare Ruimte) op of binnen de grenzen van de stadsdelen af te stemmen. Om verbetering van de leefbaarheid, het hoofddoel in de nota De Wijkaanpak te bereiken, zijn destijds diverse subdoelen opgesteld: a) betrokkenheid van bewoners, bedrijven, woningeigenaren, middenstanders enz. bij de leefbaarheid van de wijk vergroten; b) afstand tussen gemeente en wijkbewoners (en andere groepen op wijkniveau) verkleinen; c) vergroten van de wijkgerichte benadering en organisatie van de gemeente, ook betrokkenheid van de gemeentelijke organisatie bij de leefbaarheid van de wijk; d) afstemming verbeteren van de maatregelen van alle bij de wijk betrokken partijen; e) toename van de zeggenschap op wijkniveau; f) actief benaderen van de vraag naar (gemeentelijke) diensten Vanaf maart 1997 heeft wijkmanagement vooral geïnvesteerd in het scheppen van voorwaarden om bovengenoemde subdoelen te bereiken. Hieronder volgt een overzicht van datgene wat in gang gezet is. Actieve benadering van de vraag, verkleining van de afstand tussen burger en gemeente Om de vraag te stimuleren is, naast het reeds gebruikelijke Wijksignaleringssysteem en het (ambtelijke) najaarsoverleg, een voorjaarsoverleg ingesteld. Bijna 300 vragen en wensen zijn als actiebonnen genoteerd en daarna afgehandeld. Het voorjaarsoverleg stond onder leiding van de wijkwethouder; ook door deelname van de raadsfracties zijn de contacten tussen politiek en burgers verder versterkt. Vergroting van de betrokkenheid van bewonersorganisaties en bedrijventoename van de zeggenschap op wijkniveau Door in het voorjaarsoverleg niet alleen de wijkbesturen maar ook de bewoners en wij kinstellingen uit te nodigen, is het aantal gesprekspartners flink uitgebreid. Namen er in de jaren tot 1997 steeds ongeveer 200 mensen deel aan het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 411