Blad 4
najaarsoverleg, sindsdien is het aantal gestegen naar ruim
500 personen.
Als gekeken wordt naar de besteding van de wijkbudgetten,
is de zeggenschap van wijken in 1998 in vergelijking met
1997 zichtbaar vergroot. In 1998 is (met terugwerkende
kracht naar 1997) bijna f 400.000,- door wijkbesturen aan
kleine leefbaarheidzaken in en om het buurthuis of in de
wijk besteed.
Vergroting van de betrokkenheid van de gemeentelijke
organisatie bij de leefbaarheid van de wijk vergroten
verbetering van de afstemming
Al met al heeft het accent de afgelopen jaren op het
buitenproces gelegen. Toch had deze vraaggerichte insteek
via de genoemde actiebonnen een gunstige uitwerking op de
betrokkenheid van de 'aanbieders' aan de wijk: het
binnenprocesDaarnaast is betrokkenheid vergroot en
afstemming verbeterd door intensivering van het beheer (met
name in de Binnenstad, Achter de Hoven/Vegelin en de
Vlietzone) en door het organiseren van wijkschouwen' in de
westelijke wijken.
In de voorstellen van deze raadsbrief krijgt nu ook het
binnenproces de volle aandacht.
Door het team wijkmanagement is een analyse van sterke en
zwakke punten, kansen en bedreigingen gemaakt ten behoeve
van een 'eigen' evaluatie. Hiermee wordt voorkomen dat
gewerkt wordt aan een niet realistisch plan.
Enkele hoofdlijnen uit deze analyse zijn de volgende:
er is onvoldoende buurt- en opbouwwerk om in de hele
gemeente het proces van bewonersparticipatie te
ondersteunen. Ervaringen elders hebben geleerd dat dit
een wezenlijke randvoorwaarde is voor succes. Indien
ondersteuning niet kan worden gerealiseerd houdt dit in
dat het ambitieniveau moet worden bijgesteld.
Momenteel is niet sprake van een gemeentebrede adequate
afhandeling van klachten, ideeën en meldingen van
burgers. Valkuil bij voortzetting van deze werkwijze is
dat het wijkmanagement veel tijd en energie gaat steken
in het coördineren van dit soort dagelijks beheerzaken.
Het team wijkmanagement heeft zich in de afgelopen
periode veel met details beziggehouden, onvoldoende
'power' ontwikkeld, te weinig aandacht besteed aan de
interne gemeentelijke organisatie en heeft zich vaak te
loyaal opgesteld.
Er is binnen de wijken en dorpen een goede start
gemaakt met een vernieuwde wijkaanpak, we kunnen goed
gebruik maken van ervaringen elders en de overheveling
van budgetten zal mogelijkheden bieden om een volgende
stap te maken. Er zijn voldoende sterktes aanwezig
binnen het team om hierop in te spelen, zoals:
Blad 5
organisatievermogen, oplossingsgerichtheid, creatieve en
informele aanpak, goede kennis van de gemeentelijke
organisatie en van de wijken.
3. Het vervolg van De Wijkaanpak
Vrijwel alle grote gemeenten zoeken sinds het begin van de
jaren negentig naar wegen om de wijkaanpak verder te
ontwikkelen. In de meeste gevallen is de wijkaanpak
begonnen met een integratie van het fysieke onderhoud en
beheer van de buurten: integratie van grijs en groen.
Fysieke knelpunten in de wijk zijn voor bewoners én voor de
beleidsmakers het snelst waarneembaar en leiden, bij
voldoende middelen, het gemakkelijkst tot zichtbare
resultaten
Na de start hiermee staan de meeste gemeenten voor een
drievoudige uitdaging:
verbreding van het fysieke beheer naar het sociale en
sociaal-economische beheer;
uitbreiding van beheer van wijken naar ontwikkeling van
wij ken;
verankering van de wijkaanpak in de gemeentelijke
(lijn)organisatie.
Sinds de nota De Wijkaanpak is in Leeuwarden de integratie
van grijs en groen door diverse omstandigheden helaas
vertraagd. Dat betekende dat er in het voor- en
najaarsoverleg veel aandacht nodig was voor het fysieke
onderhoud en beheer, en dat gaat ten koste van de sociale,
ontwikkelingsgerichte zaken in de wijk. In 1999 krijgt die
geïntegreerde aanpak zijn beslag.
Deventer is één van de weinige gemeenten waar voor een
totale ommekeer is gekozen naar een brede wijkaanpak zowel
ten aanzien van beheer als van ontwikkeling. Hoe die
werkwijze moet worden verankerd in de gemeentelijke
organisatie, daar is men nog niet uit.
In enkele andere gemeenten, met Tilburg als absolute
koploper, is geprobeerd de organisatie zodanig te hervormen
dat zonder hulpstructuur, zoals het wijkmanagement, veel
meer dan voorheen wordt aangesloten op de vragen en wensen
van burgers. Dit heeft in Tilburg geleid tot een
territoriale organisatie, tot uiting komend in een Dienst
Wijkzaken, Dienst Stadszaken en Dienst Publiekszaken.
In Nijmegen richten de directie Stadsbedrijven, de directie
Inwoners en de directie Grondgebied zich op de
onderscheiden terreinen en zorgen de directies Strategie
Projecten en Wijkaanpak Leefbaarheid' voor de
dwarsverbindingen
De netwerkorganisatie van Apeldoorn gaat er vanuit dat elk
van de negen diensten voortdurend bij elkaar te rade gaat.
In Almere tenslotte denkt men ook aan een herindeling in
drie niveaus: de burger, de wijk en de stad, met