Blad 4
Doordat het rioolrechtgebruik niet een tijdstipbelasting is
zoals de onroerendezaakbelastingen en de eigenaarsheffing
rioolrecht moet bij verhuizing naar een andere gemeente een
vermindering worden verleend op de aanslag. Voorheen was de
groep die in de gebruikersheffing werd betrokken zeer klein
zodat bovengenoemd probleem op kleine schaal voorkwam.
5.0 Alternatieve heffingsmogelijkheden
Naar aanleiding van de toezegging aan de raad is er
onderzocht of er andere heffingsmethodieken mogelijk zijn.
5.1 Alternatieven
Omdat uit een breder onderzoek (uitgevoerd door de gemeente
Hengelo) is gebleken dat een groot aantal mogelijkheden
niet haalbaar zijn is een beperkt aantal alternatieven
geformuleerd
- alternatief 1 eigenaarsdeel heffen via de onroerende
zaakbelastingen (hierna OZB) en het
gebruikersdeel per kubieke meter water
verbruik;
- alternatief 2 gelijk als alternatief 1 met dien
verstande dat de verhouding van het
tarief in de OZB tussen gebruikers en
eigenaren wordt opgerekt (van 1:1,17 tot
1:1,25)
- alternatief 3 eigenaarsdeel heffen op basis van de
vastgestelde waarde in het kader van de
wet Waardering Onroerende Zaken (hierna
WOZ-waarde) en het gebruikersdeel per m3
- alternatief 4 uitsluitend een gebruikersheffing die
geheven wordt per m3 (hierna waterspoor)
- alternatief 5 de rioolrechten als zodanig afschaffen en
de inkomstenderving dekken uit een
verhoging van de OZB-tarieven
In de volgende paragraaf worden alle alternatieven
besproken. Voor de consequenties per alternatief voor de
verschillende groepen wordt verwezen naar de ter inzage
gelegde bijlage I. Omdat alternatief 1 en 2 nagenoeg gelijk
zijn wordt uitsluitend alternatief 1 besproken.
Allereerst zal alternatief 4 (waterspoor) worden besproken
omdat dit in de alternatieven 1, 2 en 3 voor de gebruikers
heffing wordt gehanteerd.
De reden voor de nummering heeft te maken met de volgorde
die in het onderzoek werd gebruikt.
Blad 5
5.1.1 Alternatief 4
Dit alternatief heeft onder meer als doel het waterverbruik
terug te dringen. Heffing vindt plaats per kubieke meter
aangevoerd water.
5.1.1.1 Toetsing grondslag
De gebruikersheffing zou per kubieke meter worden geheven
waarbij uitsluitend rekening wordt gehouden met het aange
geven verbruik door het waterleidingbedrijf. Dit heeft als
nadeel dat geen rekening wordt gehouden met het hemelwater,
overeenkomstig het huidige stelsel.
Daarnaast kan worden opgemerkt dat niet alle eigendommen
zijn voorzien van een watermeter. Bijvoorbeeld flatge
bouwen, appartementencomplexen en bedrijfsverzamelgebouwen.
Tevens corresponderen de gebruiker en adressering bij het
waterleidingbedrijf niet altijd met die van de gemeente,
waardoor het vaststellen van de aanslag zeer bewerkelijk
is. Het is dan moeilijk vast te stellen wie, waarvoor en
hoeveel water heeft verbruikt.
Verder kan worden opgemerkt dat de prijselasticiteit van
water gering is. Dat wil zeggen dat ook al stijgt de prijs
van water dit het verbruik nauwelijks zal beïnvloeden. Dit
wordt in meerdere publicaties bevestigd door de VEWIN
(overkoepelend orgaan van de waterleidingbedrijven)
Tevens constateren wij dat ook al neemt het waterverbruik
af, de totale kosten voor het rioolstelsel niet zullen
dalen. Immers vrijwel het gehele rioolstelsel is gedimen
sioneerd op de afvoer van overtollig hemelwater.
Goed gedrag wordt dus niet gestimuleerd. Een drastische
vermindering zou zelfs schadelijk kunnen zijn omdat het
rioolstelsel droog zou komen te staan waardoor de kosten
nog verder zouden stijgen.
5.1.1.2 Uitvoering
Problemen zullen ontstaan bij de toepassing van de voor
gestelde heffing per kubieke meter water. Het huidige
stelsel heeft voor de kleinverbruikers een forfaitaire
heffing. Het exacte verbruik tot en met 299 m3 is niet
relevant. Dit alternatief heeft een heffing per kubieke
meter zodat elke eenheid telt.
Bij deze systematiek komt het meeliften op de nota van het
waterleidingbedrijf in beeld. Uitgaande van f 5,per
aansluiting zouden de kosten hiervan f 220.000,-- bedragen.