Blad 6 Ondanks dat wij de inning en heffing uitbesteden zullen de kosten niet dalen omdat ook in het huidige systeem meege lift wordt op het gecombineerde aanslagbiljet van de andere gemeentelijke heffingen. Omdat de uitwerking met het waterleidingbedrijf enige tijd in beslag (sluiten overeenkomsten, afstemming procedures etc.) zal nemen is de invoering voor 2001 niet haalbaar. 5.1.1.3 Lastendruk Woningen Bij deze methodiek zijn de huurders van woningen het slechtst uit. Zij gaan aanmerkelijk meer betalen. Belastingplichtigen die zowel eigenaar als gebruiker zijn hebben voordeel omdat het eigenaarstarief vervalt. Niet woningen De grote waterverbruikers zullen een hoge tot zeer hoge aanslag ontvangen. Het vestigingsbeleid voor bedrijven komt hierdoor onder druk. 5.1.2 Alternatief 1 Bij dit alternatief wordt geen eigenaarsrecht meer geheven. Er bestaat dan uitsluitend nog een gebruikersheffing. Het verlies aan opbrengsten wordt gedekt door een verhoging van de tarieven van de OZB. Als gevolg van de onderlinge verhouding tussen de OZB-tarieven betaalt naast de eigenaar ook de gebruiker mee aan de investeringslasten (maximaal 1:1,25). Een verhoging van het ene tarief leidt automatisch tot een verhoging van het andere. 5.1.2.1 Toetsing grondslag In plaats van een vast bedrag wordt de eigenaar bij deze heffingsmethode zwaarder belast naarmate de waarde van de eigendom hoger is. De rechtvaardiging hiervoor is dat bij een hogere waardering in het algemeen de oppervlakte groter is. Daardoor zijn er meer meters riolering aangelegd zodat het profijt voor de aanleg van de riolering hoger is. Een nadeel is dat naast het eigenaarstarief ook het gebruikerstarief van de OZB wordt verhoogd waardoor in feite ook de gebruiker wordt belast voor de oorspronkelijke eigenaarslasten. Volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna VNG) bestaat er een risico dat gebruikers met succes een beroep hierop zouden kunnen doen bij de belastingrechter. Ten aanzien van de gebruikersheffing kan hetzelfde worden opgemerkt als bij alternatief 4 Blad 7 5.1.2.2 Uitvoering De verhoging van het OZB-tarief is eenvoudig te realiseren. Bij de invoering van de gebruikersheffing op basis van een heffing per kubieke meter komt, evenals in voorgaand alternatief de samenwerking met het waterleidingbedrijf in beeld en daarmee is de invoering voor 2001 niet haalbaar. 5.1.2.3 Lastendruk Woningen De huurders van woningen gaan meer betalen ten opzichte van de huidige situatie omdat er niet meer sprake is van een progressief tarief. Door het wegvallen van de eigenaars heffing hebben eigenaren van woningen een voordeel. De verhuurders hebben in principe de mogelijkheid dit voordeel door te berekenen aan de huurders waardoor de uiteindelijke lastendruk per saldo ongeveer gelijk zou blijven. Dit kan niet worden afgedwongen. Belastingplichtigen met een eigen woning met een waarde tot en met f 140.000,hebben voordeel. Niet-woningen Met name de panden met een hoge WOZ-waarde en een laag waterverbruik zullen aanmerkelijk meer gaan betalen in tegenstelling tot bedrijven waar het omgekeerde het geval is 5.1.3 Alternatief 3 In tegenstelling tot het vorige alternatief blijft de eigenaarsheffing rioolrechten bestaan maar wordt deze vastgesteld op basis van de waarde in het economisch verkeer (WOZ-waarde)Dit alternatief komt tegemoet aan de tekortkoming van alternatief 1. De gebruiker wordt dan niet belast voor de eigenaarslasten. 5.1.3.1 Toetsing grondslag Omtrent de grondslag kan hetzelfde worden opgemerkt als bij alternatief 1. Met uitzondering van de doorbelasting van de eigenaarslasten aan de gebruikers. 5.1.3.2 Uitvoering De perceptiekosten zullen hoog zijn omdat de huidige programmatuur deze heffingsmethodiek niet kent. Daarnaast zullen bezwaarschriften tegen de waarde tweemaal moeten worden afgedaan. Zowel voor de OZB als voor het rioolrecht. Net als bij alternatief 1 is invoering voor 2001 niet reëel. Naast afspraken met het waterleidingbedrijf moet programmatuur worden gebouwd en geïmplementeerd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 439