Blad 2
In januari 1999 is het tweede, afsluitende deel van het
Monumenten Selectie Project Leeuwarden aangevangen: de
voorbereiding van raadsvoorstellen, inhoudende adviezen aan
het Rijk. Vanwege de omvang is het MSP-Leeuwarden 'geknipt'
in drie delen: binnenstad, schil en buitengebied inclusief
de dorpen. Daarvoor worden evenzoveel voorstellen gedaan.
De Rijksdienst voor de Monumentenzorg is akkoord gegaan met
deze opzet en de aanlevering in drieën.
Op 12 juli 1999 heeft u ons voorstel voor de
beschermenswaardige onroerende goederen in de binnenstad
behandeld. Wij presenteren u thans het voorstel voor de
schil tussen binnenstad en rondweg. Ter aanvulling zijn
twee objecten, gesitueerd in de binnenstad, opgenomen. Deze
konden om uiteenlopende redenen nog niet behandeld worden
in de vergadering van 12 juli 11.
In dit voorstel komen behalve objecten en complexen ook de
mogelijk aan te wijzen beschermde stadsgezichten aan de
orde. Omdat het inhoudelijke onderzoek, het belangenonder-
zoek, de aard van uw advies aan het Rijk en de vervolg-
procedures wezenlijk verschillen, zullen in het navolgende
de objecten en complexen en de gezichten afzonderlijk
behandeld worden. Er is in feite sprake van twee
voorstellen: a. objecten en complexen, en b. gezichten.
A. Objecten en complexen: de inhoud
Op basis van het nadere onderzoek is voor elk van de
objecten en complexen uit de Indicatieve Lijst een
Redengevende omschr ijving opgesteld. Hierin wordt
aangegeven, welke de cultuurhistorische waarden zijn waarom
ze bescherming verdienen. De redengevende omschrijvingen
worden integraal overgenomen in het MonumentenregisterZe
zullen als leidraad dienen voor de beoordeling van
aanvragen voor een vergunning op grond van de Monumentenwet
alsook voor de beoordeling van subsidieverzoeken op grond
van het Besluit Rijkssubsidiëring Restauratie Monumenten en
het Besluit Rijkssubsidiëring Onderhoud Monumenten.
Voor een inhoudelijk eindoordeel zijn de resultaten van het
onderzoek voorgelegd aan een MSP-Begeleidingscommissie
Daarin waren Rijk, Provincie, Hüs en Hiem en gemeente
Leeuwarden (Bouwen Wonen, Economie Ruimte en
Gemeentearchief) vertegenwoordigd. Voor de beoordeling
golden vijf hoofdcriteria: cultuurhistorische waarden,
architectuurhistorische waarden, ensemblewaarden,
gaafheid/herkenbaarheid en zeldzaamheid (Bijlage:
Handleiding selectie en registratie jongere stedebouw en
bouwkunst (1850-1950) uit 1991)
Van de 58 onderzochte objecten en complexen in de schil
zijn er 47 als wél en 11 als niet rijksmonument-waardig
Blad 3
beoordeeld door de Begeleidingscommissie. Onder de
afvallers zijn panden aan de Emmakade, onder andere het
dubbele herenhuis dat architect A. Baart mede voor zichzelf
ontwierp, een paar voorname huizen aan de
Harlingerstraatweg, de beddenvleugel van het vm.
Diaconessenziekenhuis en het vm. gemeentehuis van
Leeuwarderadeel aan de Schrans.
De 47 komen in beginsel in aanmerking voor een voordracht
bij het Rijk. Het gaat om enkelvoudige objecten, zoals
enkele en dubbele herenhuizen aan de Groningerstraatweg,
Harlingerstraatweg en de Westersingel, maar ook om
meervoudige objecten, bijvoorbeeld de woningcomplexen van
de Hollanderwijk en Oud Eigen Brood Bovenal. Eerder is
aangegeven dat van twee panden in de binnenstad de
behandeling om uiteenlopende redenen nog niet op 12 juli
kon plaatshebben. Het betreft de Friesland Bank aan het
Zaailand en het woonwinkelpand Eewal 90. Tot slot moet hier
melding gemaakt worden van het 'geval' van de voormalige
MTS aan de Molenstraat 36. Hierover heeft u reeds in juni
1999 een advies uitgebracht aan de minister. Louter om
procedurele redenen, waarover verderop meer, dient thans
nogmaals door u een besluit daarover genomen te worden. In
de bijlagen treft u de adressen en de redengevende
omschrijvingen aan van 48 objecten en complexen exclusief
het MTS-gebouw (Bijlagen: Adressenbestand en Redengevende
omschrijvingen)
A. Objecten en complexen: de procedure
Eind juni 1999 hebben alle belanghebbenden: eigenaren,
huurders/gebruikers, hypothecaire schuldeisers en
anderszins zakelijk gerechtigden, een uitvoerige brief
ontvangen. Daarmee zijn zij op de hoogte gebracht van het
voornemen om de procedure tot 'zaligverklaring' van hun
onroerend goed te starten. De brief hield tevens een
uitnodiging in voor een informatiebijeenkomst op 13 juli in
de PelikaankerkVoorts werden de belanghebbenden in de
gelegenheid gesteld om hun mening over eventuele aanwijzing
als rijksmonument kenbaar te maken en tenslotte ontvingen
zij als bijlage de concept-redengevende omschrijving.
Uw besluit heeft het karakter van een advies over de
aanwijzing tot rijksmonument. Dat advies wordt ter kennis
gebracht aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen, i.e. de staatssecretaris van Cultuur.
Aangezien het in dit voorstel om 49 afzonderlijke objecten
en complexen gaat, hebben wij het juridisch en procedureel
vollediger geacht om u over elk ervan een afzonderlijk
besluit te laten nemen.
De staatssecretaris neemt naar verwachting binnen een half
jaar een beslissing tot voorlopige aanwijzing. Alvorens dat