Begroting 2000
Dienst Stadsontwikkeling
1 INLEIDING
Leeuwarden heeft in 1998 de Toekomstvisie Leeuwarden 2030 (LEVI 2030) vastgesteld. Deze
visie is in samenspraak met de Leeuwarder samenleving tot stand gekomen.
In LEVI 2030 is een diagnose gegeven van de huidige situatie van de stad en een gewenst
toekomstbeeld geschetst.
In het bestuursprogramma van het huidige college is deze visie vertaald in de bestuurlijke
ambitie om in de volgende eeuw één van de twee hoofdsteden van Noord-Nederland te zijn,
waarbij de basis wordt gevormd door de twee hoofdfuncties van Leeuwarden, te weten:
op regionaal niveau: de dynamische stad van en voor Friesland, waarvoor een
centrumfunctie wordt vervuld;
op (inter-)nationaal niveau: een vestigingsplaats van hoogwaardige diensten in een ruimte
en kwaliteit biedende stadsomgeving.
Bij de perspectiefnota 2000-2003 is het toekomstperspectief zoals dat geschetst is in LEVI
2030 vertaald voor de periode tot 2010 in een MeerjarenOntwikkelingsProgramma met het
accent op de periode tot en met 2003. In dit MOP zal de integraliteit van de plannen en de
samenhang met het bestuursprogramma worden weergegeven. Dit MOP zal in de komende
jaren verder worden ontwikkeld en zal een richtinggevend document moeten worden voor de
gemeente en externe partijen. Mede op basis daarvan zullen projecten ter financiering uit het
strategisch investeringsfonds worden voorgedragen. In de thans voor u liggende begroting zijn
derhalve de grote (strategische) investeringsprojecten nog niet opgenomen.
Alhoewel het economisch tij zich momenteel gunstig ontwikkelt zijn de beschikbare middelen
om de doelen te realiseren niet onuitputtelijk. Bij de invulling van de perspectiefnota 2000-
2003 zijn derhalve keuzes gemaakt, waarbij het accent heeft gelegen op de speerpunten
woningbouw, economie en de leefbaarheid van de stad. Om de gestelde doelen te realiseren zal
door de dienst een grote inspanning moeten worden geleverd. Bij de perspectiefnota zijn voor
deze thema's middelen beschikbaar gesteld, waarbij ook aandacht is geschonken aan de
randvoorwaarden binnen de organisatie.
Wat deze keuzes betekenen voor de dienst Stadsontwikkeling wordt toegelicht in hoofdstuk 2
Doel en Taken. In hoofdstuk 3 Veranderingen en Ontwikkelingen wordt nader ingegaan op de
randvoorwaarden.
De begroting 2000 wijkt op een aantal producten af van de begroting 1999. Onder het product
Stadsvernieuwing zijn in 2000 nog slechts de nog niet afgeronde projecten uit de programma's
tot en met 1999 opgenomen. In 2001 zullen diverse rijksbijdragen worden gebundeld tot het
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing. Eén van de rijksbijdragen die hierin opgaat is de
rijksbijdrage Stadsvernieuwing. De rijksbijdrage Stadsvernieuwing voor het jaar 2000 wordt
ondergebracht in het Strategisch Investerings- en Ontwikkelingsfonds.
1