Blad 8
het werk in de wereld. Wij stellen u voor om Molenstraat 36
alsnog toe te voegen aan het advies aan de staatssecretaris
over de aan te wijzen objecten en complexen in de Schil,
overigens onder verwijzing naar de eerdere besluitvorming.
B. Gezichten: de inhoud
De drie gebieden van bijzondere waarde die voorlopig
geselecteerd waren voor een mogelijke status als beschermd
stadsgezicht, zijn als uitkomst van het nadere onderzoek
daadwerkelijk genomineerd. De Hollanderwijk en het Nieuwe
Kanaalgebied zijn aangedragen als nieuw aar. te wijzen
stadsgezicht en de Noordersingel en de Westersingel als
uitbreiding van het bestaande beschermde stadsgezicht de
binnenstad. Aanwijzing ex. art. 35 van de Monumentenwet
houdt een erkenning in van de bijzondere cultuurhistorische
en ruimtelijke betekenis van deze gebieden.
Het waarom van de nominaties is te lezen in de
Toelichtingen. Ze beschrijven de ontstaar.s- en
ontwikkelingsgeschiedenis en net huidige karakter en
bebouwingsbeeld. Onder de kop Begrenzing wordt een voorstel
gedaan voor de precieze omvang van het aan te wijzen
gebied, terwijl onder Nadere typering van te beschermen
waarden en Waardering de directe aanknopingspunten voor de
bescherming worden aangegeven. Bij elke Toelichting hoort
een kaart waarop de voorgestelde begrenzingen zijn
ingetekend (zie bijlagen).
Voorafgaand aan de nominatie zijn de voorstellen bekeken
door de Commissie Bescherming en Ontwikkeling. Deze
landelijke vooroverlegcommissie voor te beschermen stads
en dorpsgezichten in het kader van het MSP heeft op 4 maart
1998 een werkbezoek aan Leeuwarden gebracht. Naast het
stedenbouwkundig-historische belang van de drie gebieden,
zijn de voorgestelde begrenzingen besproken. De uitkomst
was dat de voorstellen op sommige punten zijn aangepast. Zo
is het meest oostelijke gedeelte van het Kanaalgebied zz,
locatie-Nieuwe Weme, op aanraden van de Commissie in het
voorstel opgenomen, daar dit de gemeente handvatten kan
bieden voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. De
Commissie Bescherming en Ontwikkeling heeft overigens
enthousiast ingestemd met een voordracht van de drie
gebieden. De conclusies zijn verwoord in een schrijven van
8 mei 1998 (zie bijlage).
De genoemde Toelichtingen worden te gelegener tijd
integraal opgenomen in de aanwijzingsbesluiten van het
Rijk. Verantwoordelijk voor de aanwijzing van een beschermd
stads- of dorpsgezicht zijn de ministers van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschappen en van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieu. Een raadsadvies aan deze
ministers over te beschermen gezichten houdt in deze fase
Blad 9
niet meer in dan een soort verlovingsverklaring: de raad
vraagt de ministers om de aanwijzingsprocedure ex. art. 35
van de Monumentenwet te beginnen en spreekt uit daaraan mee
te werken.
B. Gezichten: informatie
Bij een verloving kunnen aanwezigen geen bedenkingen
inbrengen - dat is pas aan de orde bij de voltrekking van
het huwelijk. In de fase van het Monumenten Selectie
Project hebben wij er desondanks voor gekozen om
belanghebbenden: eigenaren en huurders van onroerende zaken
in de bewuste stadsgebieden, te informeren. Om het
draagvlak voor een toekomstige beschermde status van de
gebieden te verbreden, is de informatievoorziening breed
opgezet. Met huis aan huismailing en bekendmakingen in
couranten zijn belangstellenden uitgenodigd voor
informatiebijeenkomsten: op 1 maart in de Hollanderwijk, op
28 september voor de singels en op 29 september voor het
Nieuwe Kanaalgebied. De bijeenkomsten werden goed bezocht
en de voorsteilen zijn er bovenal met instemming begroet.
B. Gezichten: de vervolgprocedure
Naar verwachting ongeveer een half jaar na ontvangst van de
raadsadviezen zullen de ministers van OC&W en VROM de
wettelijke procedure tot aanwijzing van de gezichten
opstarten. Tussendoor zal de Commissie Bescherming en
Ontwikkeling nog een definitief advies uitbrengen aan de
verantwoordelijke ministers.
In het kader van de wettelijke procedure krijgt de
gemeenteraad nogmaals de gelegenheid om advies uit te
brengen over het dan in procedure zijnde voorstel. Al met
al duurt het zo'n twee jaar alvorens de ministers een
definitief besluit nemen. Tegen dat besluit kunnen
belanghebbenden desgewenst bezwaren inbrengen op grond van
de Algemene Wet Bestuursrecht (voor de procedure zie
Bijlage: Monumentenwet 1988, art. 35 t/m 37).
B. Gezichten: planologische aspecten
Het grote belang van de aanwijzing van een gebied tot
beschermd stadsgezicht is, dat het de gemeente
aanknopingspunten biedt voor ruimtelijk kwaliteitsbeleid.
De gemeentelijke sturingsmogelijkheden voor behoud en
versterking van aanwezige ruimtelijke kwaliteiten nemen
door aanwijzing toe (bestemmingsplan ex. art. 36 van de
Monumentenwet; sloopvergunning ex. art. 37 van de
Monumentenwet; toetsingsmogelijkheid voor B&W van zgn.
vergunningvrije bouwwerken) en de bijbehorende Toelichting
biedt een kader voor beeldkwaliteitsbeleid en
welstandstoetsing