Begroting 2000
Dienst Stadsontwikkeling
6
Begroting 2000
Dienst Stadsontwikkeling
3. VERANDERINGEN EN ONTWIKKELINGEN
In het begrotingsjaar 2000 staan er voor de dienst Stadsontwikkeling een groot aantal
belangwekkende opgaven op het programma. Globaal bezien kunnen zij opgedeeld worden
naar, enerzijds activiteiten die zijn gericht op de producten en diensten die de dienst dient te
leveren en anderzijds activiteiten die zijn gericht op de bedrijfsvoering. In hoofdstuk 2 is reeds
ingegaan op de middelen die toegekend zijn voor de producten en diensten. In dit hoofdstuk
wordt ingegaan op de activiteiten die gericht zijn op de bedrijfsvoering.
De gemeente treedt meer en meer op als stimulator, initiator, co-producent en regisseur en
minder als (autonome) uitvoerder. In die nieuwe rol heeft de gemeente een belangrijke taak in
het scheppen van de juiste voorwaarden voor bepaalde ontwikkelingen in plaats van die
nieuwe ontwikkelingen alleen en/of op eigen kracht tot stand te brengen. Die veranderde
rolopvatting wordt ondermeer ingegeven door het feit dat de vraagstukken in de maatschappij
steeds complexer worden, alsook door de noodzaak om als lokale overheid soepel en snel te
manoeuvreren. Deze nieuwe rol van de gemeente heeft implicaties voor de inrichting van de
gmeentelijke organisatie, de omvang, de structuur de aard en de inrichting van
bedrijfsprocessen, vaardigheden van het personeel, de cultuur en de communicatie- en
informatiestromen.
De dienst Stadsontwikkeling is bezig zich zodanig te organiseren dat met oog voor de beperkte
middelen, de hoge ambities van de gemeente kunnen worden gerealiseerd. Het verbeteren van
de bedrijfsvoering is een noodzakelijke randvoorwaarde om de toekomst- en extern gerichte
houding te ondersteunen en de hoge ambities waar te maken. Op dit moment vraagt de
dagelijkse bedrijfsvoering echter nog een onevenredig groot deel van de beschikbare aandacht,
kwaliteit en energie. Energie die niet besteed kan worden aan het vormgeven van de toekomst
van Leeuwarden. De belangrijkste uitdaging (van het management) voor de komende jaren is
dan ook het verleggen van de focus van binnen naar buiten, van het functioneren van het
ambtelijk apparaat naar het functioneren van de stad.
Om de in het bestuursakkoord benoemde ambitie waar te kunnen maken zal de dienst op een
aantal thans knellende punten versterkt moeten worden. De aandacht, houding en beschikbare
ondersteuning ten opzichte van de Planning Controlcycius zal worden opgewaardeerd.
In 2000 zal een onderzoek naar de noodzakelijke organisatie(structuur) van de dienst worden
uitgevoerd om na te gaan of de functionele ingerichte lijnstructuur kan blijven bestaan of dat
een anders ingerichte organisatie nodig is voor de projectmatige aanpak van de vele projecten.
Vrijwel alle onderdelen van de dienst lenen zich voor een kwaliteitsaanpak zoals deze gestalte
heeft gekregen bij Milieu en Bouwen en Wonen. Gezien de vele onderlinge afhankelijkheden
binnen de dienst kan het daar echter niet bij blijven. Ook de kwaliteit van de activiteiten die
door de verschillende dienstonderdelen heen lopen, leent zich voor een verbeterslag. Om het
kwaliteitsgericht werken te bevorderen en successievelijk de werkprocessen binnen de dienst
naar een hoger niveau te tillen wordt een kwaliteitsmanager ingezet.
7
