Blad 2 II. INSPRAAKREACTIES 1. Raadsadviescommissie Stadsontwikkeling Tijdens de behandeling van het ontwerp-Kaderplan in de Raadsadviescommissie Stadsontwikkeling van 21 september 1999 is door een drietal organisaties ingesproken. Inspraakreactie Vereniging Platform Een- en Tweepersoons huishoudens (PEL) De vereniging Platform Een- en Tweepersoonshuishoudens Leeuwarden plaatst vraagtekens bij de ambitie van het Kaderplan. Mat wil de gemeente nu met de verhouding "arm- rijk" en de relatie tussen nieuwbouw en bestaande stad. Is het straks zo dat bewoners voortdurend opgejaagd worden in Leeuwarden In het Kaderplan SV zetten wij aan de hand van analyses, prognoses, etc. de koers uit voor de komende 10 jaar (1999: 88.762 inwoners, prognose 2010 -CBS-: ruim 96.000 inwoners). Uit die analyses blijkt dat Leeuwarden op dit moment verhuispatronen kent die in een steeds vrijere woningmarkt op de langere duur tot een steeds verder toenemende verarming van de gemeente zullen leiden. Leeuwarden is een gemeente met traditiegetrouw aantrek kingskracht voor lagere inkomens, maar steeds minder aantrekkingskracht voor de midden en hogere inkomens. Misschien dat het PEL dit een wenselijke ontwikkeling acht; voor het college geldt dit niet. Niemand in Leeuwarden, ook niet de zittende groep met een laag inkomen, heeft hier namelijk baat bij. Wat het Kaderplan o.a. nastreeft is in te grijpen in de toekomstige verhuispatronen door wijzigingen te bewerk stelligen in het toekomstige aanbod van woningen in stad en wijken. Niet alleen de stad in zijn geheel moet aantrekke lijker worden, dat geldt ook voor de wijken. Dat we daarbij het net naar een vrijstaande woning in een dorp verhuisde huishouden met een hoger inkomen kunnen vergeten, snappen wij ook. Leeuwarden wil wel een uiterste poging doen haar huidige bewonersgroepen vast te houden en aantrekkelijk te worden voor groepen midden inkomens en hogere inkomens die van elders naar Friesland komen. Ook voor de midden en hogere inkomens die binnen Friesland en het Stadsgewest willen verhuizen wil Leeuwarden weer in beeld komen. Hoe dat moet en welke keuzes daarbij zijn gemaakt (met Noord rand, Achter de Hoven/Vegelin en Stadsdeel Oost als prioriteitsgebieden in de bestaande stad naast de nieuwbouw in de uitleg, waaronder sociale woningbouw) staat in de Kadernota Blad 3 De keuzes voor de bestaande wijken en de omvang van ingrepen zijn mede ingegeven door verwachtingen over verhuisketens die vanwege de nieuwbouw op gang zullen komen De zorg van het PEL "dat de mensen opraken" delen we, maar dan niet zozeer voor de nieuwbouwwoningen (waarin diverse marktsegmenten veel vraag naar is) maar voor de minder gevraagde bestaande woningen in de als onvoldoende ervaren fysieke en sociale woonomgevingen. De angst van het PEL dat de huidige bewoners met een laag inkomen de dupe zullen worden en dat het de bedoeling is om "een deel van hen kwijt te raken" door stedelijke vernieuwing is onterecht. De bedoeling is zeker niet deze bewoners tekort te doen. Zowel direct als indirect is het de bedoeling dat deze groepen er op vooruit gaan in de gemeente Leeuwarden: öf in woning öf in woonomgeving, liefst beiden. Voor bewoners van huurwoningen die vanwege sloop moeten verhuizen wordt bovendien een drietal maatregelen genomen: voorrang bij woningtoewijzing, een verhuiskostentegemoetkoming en wat genoemd is het "sociaal rugzakje". De risico's dat deze verhuizers vervolgens binnen korte tijd weer geconfronteerd zullen worden met de "bulldozers", zoals het PEL het noemt, achten wij gering. In het licht van de cijfers over te slopen aantallen woningen (1250 - 2000), afgezet tegenover de woningvoorraad in Leeuwarden (zo'n 44.000 woningen) is de uitlating van het PEL, dat je "nergens meer rustig kunt wonen", een pertinente onjuistheid. De suggestie van het PEL om het geld voor stedelijke vernieuwing te besteden aan het "wegkopen van bedrijven uit de Randstad" om hier werkgelegenheid te creëren voor studenten en mensen met een laag inkomen miskent de economische marktwerkelijkheid, namelijk dat bedrijven in hoge mate autonoom zijn in deze beslissingen en dat daarbij een veelheid aan motieven een rol spelen. Direct hierop invloed uitoefenen kan een gemeente niet. Wel indirect namelijk door het creëren van een goed vestigingsklimaat. In toenemende mate maakt een goed en sterk woonklimaat hier onderdeel van uit. Het stedelijke vernieuwingsproces vervult hierin een cruciale rol. De vereniging PEL stelt dat de cijfers in het Kaderplan over leegstand niet juist zijn en dat gebruik is gemaakt van een vervuild bevolkingsbestand. Het klopt dat niet ieder huishouden zich tijdig inschrijft of opnieuw inschrijft in het bevolkingsregister. Belangrijker dan de absolute cijfers per jaar is de ontwikkeling leegstandcijferomdat er geen reden is te veronderstellen dat de vervuiling in de registratie van het bevolkingsregister toeneemt. Daaruit blijkt dus dat de leegstand, ondanks de relatief lage nieuwbouw, zeker toeneemt. De corporaties registreren de leegstand op een heel andere wijze dan de gemeente.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 524