Begroting 2000
Dienst Stadsontwikkeling
14
Begroting 2000
Dienst Stadsontwikkeling
5 RISICOPARAGRAAF
5.1 Subsidies verbetering particuliere huurwoningen
Bij controles heeft het rijk geconstateerd, dat door de gemeente verstrekte subsidiebijdragen op
grond van onjuiste informatie van de kant van de subsidie-ontvanger en/of aannemer ten
onrechte zijn verleend. Naar aanleiding daarvan heeft het rijk een aantal subsidiebeschikkingen
voor jaarlijkse bijdragen ingetrokken. Vervolgens zijn de betreffende beschikkingen door de
gemeente eveneens ingetrokken en de bijdragen teruggevorderd. Afgewacht moet worden in
hoeverre deze terugvordering tot terugbetaling zal leiden. Het totaal aan ingetrokken
beschikkingen bedraagt ongeveer f 1.400.000,-
5.2 Bodemsanering
Binnen de gemeente zijn ongeveer 6500 locaties waar nu en in het verleden bedrijfsactiviteiten
plaatsvinden (vonden). In het milieubeleidsplan 1996-1999 zijn de kosten voor het
multifunctioneel saneren van alle verontreinigde locaties binnen de gemeente geraamd op
f 600 miljoen.
Middels actief bodembeheer wordt (op grond van landelijke cijfers) verwacht een reductie van
30%-50% te kunnen realiseren. Het een en ander heeft betrekking op de totale kosten, waarvan
een deel voor rekening van de gemeente komt. Dit is met name het geval als de gemeente
eigenaar is (of is geweest) of als zij belanghebbende is in projectontwikkeling. Concrete
onderdelen waarmee de gemeente te maken heeft of kan krijgen betreffen de milieurisico's die
naar voren komen bij stadsvernieuwingsprojecten als die van Heechterp alsmede bij de
voormalige terreinen van het Woonwagenschap.
5.3 Waterbodems
De milieuhygiënische verontreiniging van de waterbodems en daardoor de stagnatie in het
onderhoud vaarwegen in beheer bij de gemeente (veroorzaakt door het gebrek aan
verwerkings- en financieringsmogelijkheden) zijn uit te splitsen in drie soorten risico's:
De gemeente wordt steeds vaker geconfronteerd met dreigingen van schadeclaims door
organisaties/personen die afhankelijk zijn van voldoende diepgang in de watergangen.
Hierbij valt te denken aan jachthavens, bedrijven en bewoners van waterrijke wijken. Het
uitbreiden van of vestiging van bedrijven is in sommige situaties uitgesteld door deze
problematiek.
Door achterstallig onderhoud gaan verontreinigingen zich steeds vaker met elkaar mengen
waardoor schadeclaims naar veroorzaker onmogelijk worden en de aanpak duurder. In
1997 is een globale inschatting gemaakt van de kosten die gemoeid zijn met de
achterstallige baggerwerkzaamheden. Hieruit komt naar voren dat er momenteel circa
500.000 m3 bagger verwijderd moet worden. De kosten hiervan worden geraamd op
f 50 miljoen.
Er zijn nog steeds geen terreinen beschikbaar waar verontreinigde bagger opgeslagen kan
worden. Als gevolg hiervan dreigen een aantal projecten die thans in uitvoering zijn ofwel
binnenkort komen vertraging op te lopen. Met name waar bij projecten medefinanciering
door andere overheden plaatsvindt ontstaat het risico dat einddata niet gehaald worden en
daardoor subsidiebijdragen komen te vervallen.
15