2.8.3. Verbeteringen
In het GRP is voor 2000 alleen de aanleg van een deel van het centrale
persleidingensysteem tussen het gemaal Snekerkade en de Oostergoweg als
verbeteringswerk gepland.
2.8.4. Financiering
De kosten voor vervanging en verbetering, evenals de kosten voor beheer en
onderhoud, dienen gefinancieerd te worden uit de opbrengst van de riool
rechten conform de uitgangspunten uit het GRP 1997-2001.
Seperaat is in 1999 een voorstel gedaan over de wijze van heffing van de
rioolrechten voor 2000 en verder.
2.9. Infrastructurele voorzieningen openbaar vervoer
2.9.1. Stelpost openbaar vervoer
Voor voorzieningen op het gebied van het openbaar vervoer is een stelpost
beschikbaar om snel en flexibel te kunnen reageren op knelpunten in
samenhang met het openbaar vervoer. Deze stelpost wordt gedekt uit de
Egalisatiereserve Openbaar Vervoer (zie paragraaf 2.9.3.).
2.9.2. Openbaar vervoersassen
In 1996 heeft de gemeente Leeuwarden een groot aantal projecten ingediend
ten behoeve van de Extra investeringsimpuls 1996-2000 (de zogenaamde 'De
Boer-gelden)Voor deze periode heeft Leeuwarden een maximale bijdrage van
ruim f 2,5 miljoen (prijspeil 1996) toegekend gekregen voor het realiseren
van snelheidsbevorderende maatregelen voor het openbaar vervoer. Doel van
de voorgestelde maatregelen is het oplossen van geïnventariseerde
doorstromingsknelpunten in de weginfrastructuur. Bij de door Leeuwarden
voorgestelde projecten is gekozen voor investeringen in snelheids- c.q.
doorstromingsbevorderende maatregelen op de invalswegen en op de openbaar
vervoersassen in de stad. Deze wegen zijn het meest congestiegevoelig en
maken een wezenlijk onderdeel uit van het openbaar vervoernetwerk van
Leeuwarden
Voor de projecten die aan de eisen van de regeling voldoen is een subsidie-
bijdrage tot 90% mogelijk. De eigen bijdrage bedraagt dus minimaal 10% van
de projectkosten.
Een aantal projecten is gezamenlijk met de provincie ingediend omdat met
name het streekvervoer profijt ondervindt van de voorgestelde maatregelen.
Hierdoor kan de gemeentelijke bijdrage aan een project lager komen te
liggen
Op het wegvak Hemriksein-Drachtsterplein is te veel verkeersaanbod met als
gevolg filevorming. Door de komst van de nieuwe woonwijk Zuiderburen en
door de autonome groei van het autoverkeer zal dit verkeersaanbod de
komende jaren snel groeien. Middels de aanleg van een busbaan tussen
Hemriksein en het kruispunt Himpenserdyk/Drachtsterweg, in combinatie met
maatregelen bij het Drachtsterplein, en door de aanleg van een transferium
bij Hemriksein kunnen op relatief korte termijn maatregelen ten behoeve van
het openbaar vervoer worden genomen. Bij de aanpassingen op de
Drachtsterweg in verband met de aanleg van de busbaan dient rekening
gehouden te worden met een voorsorteerstrook voor het nieuwe woongebied
Zuiderburen. De (meer)kosten hiervan komen ten laste van de grond
exploitatie Zuiderburen.
Bij de maatregelen op het Drachtsterplein moet gedacht worden aan
aanpassingen aan de zuidpoot (stad-in) en de westpoot (stad-uit) om de
doorstroming voor het openbaar vervoer te verbeteren. Aanpassingen op het
Programma Infrastructuur 2000
14
Drachtsterplein en aan de toevoerwegen zullen ook moeten leiden tot
verbetering van de doorstroming van het autoverkeer.
De uitvoering van deze samenhangende maatregelen start op z'n vroegt eind
2000. In ieder geval dient in verband met de subsidievoorwaarden het werk
in 2000 aanbesteed te worden.
Omdat in het Programma Infrastructuur 1999 ten behoeve van de voorbereiding
al 10% van de kosten van de aan te leggen busbaan gedekt zijn, wordt het
gehele voor 2000 benodigde bedrag gedekt uit de De Boer-subsidie
De 5% eigen gemeentelijke bijdrage voor de aanpassingen op het Drachtster
plein komt ten laste van de stelpost infrastructuur. Naast de 90% De Boer-
subsidie, draagt de provincie nog 5% bij in de dekking van de totale
kosten
2.9.3. Egalisatiereserve Openbaar Vervoer
In de gemeentebegroting is jaarlijks een bedrag opgenomen ten behoeve van
de Egalisatiereserve Openbaar Vervoer. Deze reserve wordt gevoed door elk
jaar een gering percentage van de rijksbijdrage in het tekort van de stads
autobusdienst voor deze reserve te bestemmen.
Deze jaarlijkse reservering dient in eerste instantie aangewend te worden
om eventuele onvoorziene en daarmee ongedekte tekorten in de exploitatie
van de stadsautobusdienst voor dat jaar aan te zuiveren. Is de aanvullende
bijdrage niet nodig, dan blijven deze middelen in de reserve. Deze wijze
van besteden is vastgelegd in een overeenkomst tussen gemeente en ARRIVA.
In de egalisatiereserve resteert uit voorgaande jaren een positief saldo.
Voorgesteld wordt in 2000 de stelpost voor kleine aanpassingen uit de
Egalisatiereserve te dekken.
2.9.4. Programma 2000
Vanuit de stelpost infrastructuur wordt de gemeentelijke bijdrage gedekt in
de voorbereidings- en uitvoeringskosten van de aanpassingen van het
Drachtsterplein ter verbetering van de doorstroming van met name het
openbaar vervoer. Het gaat hierbij om 5% van de totale kosten.
2.10. Verkeersveiligheid
2.10.1. Stelpost verkeersveiligheid
Evenals voorgaande jaren worden voor 2000 middelen beschikbaar gesteld om
kleine (infrastructurele) maatregelen ten behoeve van de verkeersveiligheid
te kunnen nemen. Deze stelpost verkeersveiligheid wordt gedekt uit middelen
uit de stelpost infrastructuur.
2.10.2. Duurzaam Veilig
In 1997 is door de ondertekening van het Startprogramma Duurzaam Veilig
landelijk een nieuwe, krachtige impuls gegeven aan de verkeersveiligheid.
Dit vooral omdat van rijkswege voor deze periode een bedrag van 200 miljoen
gulden beschikbaar wordt gesteld.
Van de gemeenten wordt verwacht dat ook zij financieel zullen bijdragen aan
maatregelen om de verkeersveiligheid verder te verhogen.
De middelen zijn onder meer bedoeld voor de omvorming van gemeentelijke
wegen tot 30 km- of 60 km-weg. Daarnaast worden voor de wegbeheerders
middelen beschikbaar gesteld om maatregelen als 'bromfiets op de rijbaan'
en 'voorrang fietser van rechts' in te kunnen voeren.
In 1998 is geïnventariseerd welke maatregelen nodig zijn om de verkeers
veiligheid in de woongebieden verder te verhogen. Het gaat daarbij om
maatregelen bij de aansluitingen van de woongebieden op de stedelijke
hoofdinfrastructuur. Veelal betreft dit aanvullende maatregelen op de reeds
Programma Infrastructuur 2000
15