5 De Sociale pijler
Welzijn in Leeuwarden
Eén op de drie Leeuwarders voelt zich wel eens onveilig,
één op de vijf heeft dat gevoel in de eigen woonomgeving.
Dit zijn ontoelaatbaar hoge aantallen.
Met één project 'Nee! Tegen geweld' zijn we er niet. Er
moet, in samenwerking met politie, justitie, burgers en
(horeca)ondernemers, veel meer gebeuren.
De gemeente levert hierin een bijdrage, onder meer door
strenger tegen uitwassen op te treden dan vroeger wei
eens de mode is geweest. Op allerlei terreinen is dat merk
baar: van de bestrijding van overlast rond drugspanden tot
het aanscherpen van controle en regelgeving.
Behalve een veilige, wil Leeuwarden ook een stimulerende gemeente zijn, zeker voor kwets
bare groepen. Er wordt een actief beleid gevoerd om mensen te helpen die op eigen gele
genheid moeilijk een plek vinden op de arbeidsmarkt. Samen met Arbeidsvoorziening en
andere instanties is in 1999 voor ruim 1.500 mensen een plan gestart of een werkplek bereik
baar gemaakt.
Dat de vraag naar arbeid bij economische groei sterk toeneemt, helpt daarbij.
Ondanks de welvaartsgroei verkeren te veel inwoners op een absoluut minimum-niveau.
Dit gemeentebestuur wenst geen tweedeling in de maatschappij, geen onoverbrugbare
kloof tussen arm en rijk. Daarom wordt een mimima-beleid gevoerd, waarbij de meest
kwetsbare groepen een steuntje in de rug krijgen.
Voor een nadelig effect moet daarbij nog wel een oplossing worden gevonden: sommigen
gaan er amper op vooruit als ze uit de uitkering naar betaalde arbeid gaan. Die 'armoedeval'
is eigenlijk alleen op te lossen in een goede samenwerking tussen Rijk en gemeente. Voor
lopig hebben we daar het goede antwoord nog niet op gevonden. Wel is het aantal uitke-
ringsgerechtigden in de bijstand met meer dan tien procent gedaald, tot 4457 eind 1999.
Nog veel te veel, maar minder onrustbarend dan enkele jaren geleden, toen het er nog meer
dan 6000 waren.
Verschillende groepen vragen speciale aandacht, in beleid en ondersteuning. Dat geldt bij
voorbeeld voor de in aantal steeds toenemende groep ouderen en voor jongeren die eigen
voorzieningen vragen.
Voor velen van hen is onderwijs de weg naar een goede toekomst. Leeuwarden wil een goede
studentenstad zijn voor de hier ingeschreven HBO-studenten. Maar dit is ook de gemeente
waar het onderwijs vanaf de peuterspeelzaal een bijdrage kan leveren tot een goede ont
wikkeling. De functie van de school kan daarbij worden uitgebreid, door er allerlei voorzie
ningen aan te koppelen. Zo ontstaat een echte 'buurtschool', waarvan de eerste bij wijze van
proefin de Vrijheidswijk begint.
DE SOCIALE PIJLER
JAARVERSLAG 1999 GEMEENTE LEEUWARDEN
34
De gemeente zoekt ook op andere terreinen liefst oplossingen in samenwerking met de
betrokken mensen en met andere instanties.
En omdat problemen en oplossingen zich voordoen in buurt, wijkof dorp, is het beleid erop
gericht dorps- en wijkvertegenwoordiging er actief bij te betrekken.
5.1 LOKAAL SOCIAAL BELEID
Leeuwarden heeft een strategische visie op het lokale welzijnsbeleid ontwikkeld. "Mensen
in staat stellen om zichzelf verder te helpen" is daarin het uitgangspunt. In de Nederland
se verzorgingsstaat is dit weinig gebeurd.
Met het project Lokaal Sociaal Beleid (LSB) wordt hier via inhoudelijke en organisatorische
vernieuwing van het welzijnsbeleid inhoud aan gegeven. De burgers staan centraal.
In dit project zijn inmiddels de nodige stappen gezet:
er is een strategische visie ontwikkeld die uitgaat van het aanreiken van middelen om zelf
de eigen situatie te verbeteren (enabling),
de hoofdlijnen en doelstellingen zijn neergelegd in een Beleidskader Lokaal Sociaal
Beleid;
omdat er prioriteiten moeten worden gesteld, zal in de komende periode een beperkt aan
tal strategische programma's centraal staan.
In het Meerjaren Ontwikkelings Programma zijn de voornemens genoemd die betrekking
hebben op de vernieuwing van het welzijnsbeleid. Aan de hand hiervan wordt voor het
Grote Stedenbeleid met het Rijk een Stadsconvenant afgesloten met duidelijke, meetbare
doelstellingen.
Het sleutelwoord in de strategische programma's is activering. Op veel beleidsterreinen
zijn al de nodige stappen gezet en zijn inmiddels de nodige vernieuwingen doorgevoerd.
Voor de ambtelijke organisatie heeft dit ingrijpende gevolgen. De vaardigheden voor
management en beleidsontwikkeling moeten worden versterkt.
5.2 VEILIGHEID
Uit onderzoek blijkt dat 36% van de Leeuwarder bevolking zich 'wel eens' onveilig voelt.
Rond 22% voelt zich wel eens onveilig in de eigen buurt.
Deze cijfers alleen al rechtvaardigen grote aandacht voor het veiligheidsbeleid, tot uiting
gebracht in de bestuursopdracht die december t998 door B W is aangenomen.
Het hiertoe in Leeuwarden ontwikkelde integraal veiligheidsbeleid past in de visie van de
Rijksoverheid (Integraal Veiligheidsprogramma voor de periode 1999-2002). In goede
samenwerking en afstemming met politie, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven
en actieve groepen in buurten en wijken wordt hier invulling aan gegeven. Preventie, snel
signaleren, krachtig optreden en slagvaardig handhaven vormen de aangrijpingspunten
om de gestelde doelen te bereiken.
In 1999 is via een aantal projecten concreet inhoud gegeven aan 'het veiliger maken van bin
nenstad, wijken en dorpen'. De gemeentelijke overheid heeft hierbij een organiserende en
adviserende taak; zij signaleert problemen en behoeften en brengt partijen tot elkaar die
samen invulling geven aan het veiligheidsbeleid.
Een voorbeeld van deze aanpak is de uitvoering van het wijkveiligheidsplan voor de Achter
de Hoven/Vegelinbuurt, waar buurtcomité's, politie en gemeentelijke overheid samen
DE SOCIALE PIJLER
JAARVERSLAG 1 999 GEMEENTE LEEUWARDEN
35