de gemeente. De uitvoering van deze taak is opgedragen aan de Stichting Werkwijzer.
Het beleid is zodanig aangepast dat mensen met Melkert I-banen kunnen doorstromen
naar beter betaald en hoger gekwalificeerd werk.
Centrum voor Beroepsoriëntatie en -uitoefening
Op 17 mei 1999 besloot de gemeenteraad tot overdracht van activiteiten en bestuurlijke
bevoegdheden met betrekking tot dit Centrum aan het RBA-Friesland. Daarmee werd
een proces van enkele jaren afgerond om het aanbod van het CBB te vervlechten met de
scholingsactiviteiten, met name het Centrum voor Vakopleiding, van Arbeidsvoorziening.
Minimabeleid
Als sinds de tweede helft van de jaren tachtig voert de gemeente Leeuwarden een actief
minima-beleid. Instrumenten daartoe zijn verlening van individuele bijzondere bijstand,
kwijtschelding van gemeentelijke heffingen, collectieve aanvullende ziektekostenverzeke
ring voor bijstandsgerechtigden en integrale schuldhulpverlening.
Met ingang van 1999 is de declaratieregeling minima ter bevordering van deelname aan
maatschappelijke activiteiten ingevoerd. De collectieve aanvullende ziektekostenverzeke
ring is uitgebreid tot alle minima. Bij vervanging van duurzame gebruiksgoederen (was
machines e.d.) kunnen mensen die langdurig afhankelijk zijn van een minimuminkomen
een beroep doen op een speciaal hiertoe ingestelde regeling voor categoriale bijstandsverle
ning.
Op deze wijze geeft de gemeente invulling aan armoedebestrijding en het tegengaan van
sociale uitsluiting. De werking van deze voorzieningen wordt in 2001 getoetst.
Een ongewenst bij-effect van de bestaande regelingen is bij de huidige regelgeving het risi
co van de 'armoede-val', namelijk dat voor de persoon in kwestie het voordeel bij het ver
werven van een inkomen uit werk nihil tot gering is. Dit al lang bestaande probleem werd
in 1999 bij onderzoek nog eens aangetoond; dit gaf aanleiding tot een nadere bezinning op
mogelijkheden om hier beleidsmatig in te voorzien.
Afname aantal uitkeringsgerechtigden
De genoemde inspanningen om nieuwe perspectieven te bieden, hebben als nevendoel ver
laging van het aantal uitkeringsgerechtigden. Voor 1999 gold als taakstelling een afname
met 250. Mede dankzij de gunstige conjunctuur en de toenemende vraag naar arbeids
krachten daalde het aantal uitkeringsgerechtigden met 471. Einde 1999 bedroeg het nog
4.457, tegen 6.091 uitkeringsgerechtigden in 1997.
5.4 DE WOONLASTEN
Een van de topprioriteiten in het bestuursprogramma heeft betrekking op de Onroerend
Zaak Belasting. Uitgangspunt is dat deze tussen 1998 en 2002 niet stijgt. De achterliggende
gedachte is dat Leeuwarden in woonlasten met omliggende gemeenten moet kunnen con
curreren.
Naar aanleiding van gerechtelijke uitspraken moest de vrijstelling voor de gebruikers-
heffing van rioolrechten worden ingetrokken. Om stijging van woonlasten voor een kwets
bare groep bewoners te voorkomen, is besloten het rioolrecht helemaal te laten vervallen,
bij een verhoging van de onroerend zaak belasting met 26%.
De realisatie van het kantoor van
Ntion-Water oogstte veel waardering in
Architectuurkringen.
(foto Jacob van Essen, Hoge Noorden)
DE SOCIALE PIJLER JAARVERSLAG 1999 GEMEENTE LEEUWARDEN 40