Blad 3 De problemen hierbij zijn voornamelijk financieel van aard. Het standpunt van de VNG is dat de kosten van een externe klachtenvoorziening door het rijk betaald moet worden, zeker als dit voor gemeenten verplicht wordt. Het ministerie van Biza vindt dat gemeenten deze kosten zelf moeten betalen. In een informatieve brief (d.d. 22-1-98) van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer staat dat zowel de Nationale Ombudsman, de VNG en de staatssecretaris van mening zijn dat alle gemeenten over een externe klachtenvoorziening als sluitstuk op de interne klachtenbehandeling behoren te beschikken. Er wordt niet uitgesloten dat er op termijn een wettelijke plicht tot een externe klachtenvoorziening komt. Momenteel wordt uitgegaan van een ontwikkeling van onderaf: gemeenten kunnen en behoren op vrijwillige basis te voorzien in een externe klachtenvoorziening. Indien na een redelijke termijn blijkt dat er nog gemeenten zijn die geen voorziening hebben getroffen, dan zal de staatssecretaris zich beraden over de wenselijkheid en noodzaak van een wettelijke verplichting. In deze brief worden ook eisen beschreven die aan een externe klachtenvoorziening gesteld zouden moeten worden. Het gaat hier niet om wettelijk eisen maar om aan te geven hoe het wenselijk zou zijn volgens de VNG, de Nationale Ombudsman en het ministerie van Binnenlandse zaken. Dit vraagstuk is nu voorgelegd aan de Commissie Scheltema (wetgeving Awb) die dit jaar met een advies zal komen. Deze eisen zijn: a. basis in een wettelijk voorschrift b. benoeming door een vertegenwoordigend lichaam c. rechtspositionele onafhankelijkheid d. benoeming voor een bepaalde duur e. tussentijds ontslag alleen op bepaalde gronden f. bevoegdheid een eigen oordeel over de klacht te geven g. bevoegdheid aanbevelingen te doen h. bevoegdheid onderzoek te doen op eigen initiatief i. onderzoeksbevoegdheden vergelijkbaar met die van de Nationale ombudsman j. voldoende materiele en personele ondersteuning k. benoeming van de ondersteuning op voordracht van de externe klachtenvoorziening 1. medewerkers van de klachtinstantie dienen niet tevens deel uit te maken van de ambtelijke ondersteuning van het bestuursorgaan, over wiens gedraging de klachtinstantie oordeelt. Met name het laatste punt staat er aan in de weg om de bezwarencommissie tevens als klachtencommissie te laten fungeren, aangezien de ambtelijke ondersteuning hiervan deel uit maakt van de ambtelijke ondersteuning van het bestuursorgaan. De aard van een bezwarenprocedure (bestuurlijke heroverweging) verschilt in haar aard ook duidelijk van de aard van een klachtenprocedure (eindoordeel over klacht). 4. Beschrijving van de verschillende mogelijkheden Hieronder volgt een beschrijving van de verschillende mogelijkheden die bestaan voor de gemeente om te voorzien in een externe klachtvoorziening. De keuzes zijn: als gemeente zelfstandig voorzien in een externe klachtvoorzieing, met andere Friese gemeenten gezamenlijk een klachtvoorziening treffen, of aan sluiten bij de Nationale ombudsman. Hieronder worden deze opties besproken. Blad 4 4.a. Aantal te verwachten klachten Over het aantal te verwachten klachten lopen de ervaringen uiteen van 0,14 per 1.000 inwoners (Nationale ombudsman), 0,36 per 1.000 inwoners (Zeeuwse gemeenten) en 0,79 per 1.000 inwoners (Ombudsvrouw Groningen). Uitgaande van deze cijfers zal dit voor de gemeente Leeuwarden dan een klachtenaantal opleveren van globaal minimaal 13 (0,14 x 88)en maximaal 70 (0,79x 88)klachten. De klachtencommissie zoals die nu functioneert in de gemeente Leeuwarden behandelt 2 a 3 klachten per jaar. In 1999 zijn er in de gemeente Leeuwarden in totaal ongeveer 200 klachten ingediend. Zoals hierboven al aangegeven, lopen de cijfers van de verschillende instanties nogal uiteen. De cijfers van de Nationale ombudsman zijn gebaseerd op ervaringen met meerdere gemeenten vanaf 1 juli 1996. De cijfers van de Ombudsvrouw Groningen zijn gebaseerd op haar jaarverslag. Een verklaring voor deze uiteenlopende cijfers is niet te vinden. Uit haar jaarverslag blijkt dat de Ombudsvrouw al snel een klacht in behandeling neemt terwijl de gemeente deze klacht nog niet eerst intern heeft kunnen behandelen. Tevens blijkt uit het jaarverslag dat de enkele diensten van de gemeente Groningen zeer laks met klachten omgaat. Daarom kan de conclusie getrokken worden dat de te verwachten klachten voor de gemeente Leeuwarden gemiddeld 20 per jaar zullen zijn. Dit is een schatting, gebaseerd op de hierboven genoemde cijfers. Aangezien een externe klachtvoorziening dient als tweede-lijnsvoorziening, is het redelijk te verwachten dat het aantal externe klachten laag blijft indien de interne klachtenregeling goed functioneert. Ook de Nationale ombudsman benadrukt het belang van een goed werkende interne klachtenregeling. 4.b. Zelf een externe klachtvoorziening treffen. Het hierboven genoemde aantal aantal klachten rechtvaardigt vanuit een kostenoogpunt niet om een zelf externe klachtvoorziening in het leven te roepen. Tevens zal bij de externe klachtvoorziening, door het geringe aantal klachten, niet de vereiste professionaliteit en expertise kunnen worden opgebouwd. Enkele gemeenten hebben hun onafhankelijke bezwarencommissie bevoegd gemaakt om ook over klachten te oordelen. Probleem hierbij is echter dat op grond van de bovengenoemde eisen (onder 1) de ambtelijke ondersteuning van de externe klachtvoorziening geen deel uit mag maken van de ambtelijke ondersteuning van het betreffende bestuursorgaan. De secretaris van de commissie mag dan dus niet in dienst zijn van de gemeente. Als een gemeente hieraan niet voldoet dan wordt deze mogelijkheid niet als externe klachtvoorziening beschouwd. 4.c. Samen een externe klachtvoorziening treffen met andere Friese gemeenten. Hierover is in opdracht van het bestuur van de VFG een onzerzoek verricht. In de notitie wordt uitgegaan van een ombudscommissie. In de bijgaande brief wordt echter de mogelijkheid van een ombudsman niet uitgesloten, mits een aantal gemeenten zich hiervoor uitspreekt. Voordeel van een commissie is dat het als instituut minder kwetsbaar is. Nadeel is echter de lagere herkenbaarheid. Voor een adequate klachtenbehandeling is immers vereist dat de klachtvoorziening gezag, professionaliteit en expertise opbouwt. Een klachtencommissie zal een sterke ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld voor het beantwoorden van telefoon, organiseren van zittingen, het maken en verspreiden van voorlichtingsmateriaal, het geven van voorlichting, het voorbereiden en uitwerken van adviezen. Hierbij is dan vereist een 'stevige' secretaris. Over het algemeen is het zo dat een secretaris de commissie draagt. De werkwijze van een commissie is al snel ook

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 17