Blad 2 2. Analyse van het gemeentelijke uitstroom-subsidiebeleid. 2.1. Analyse door Sector Sociale Zaken Uit de analyse van de Sector Sociale Zaken over de betekenis van de huidige verschillende subsidiërings instrumenten kunnen de volgende conclusies worden getrokken Centrale Vrijlatinqsregelinq en deeltijdsubsidie Uitkeringsgerechtigden die zijn aangewezen op deeltijdwerk worden door de overheid financieel gestimuleerd om deeltijdwerk te aanvaarden. In de nieuwe Algemene Bijstandswet (nAbw) is hiertoe een centrale vrijlatingsregeling opgenomen voor uitkeringsgerechtigden zonder arbeidsverplichting. Voor uitkeringsgerechtigden met arbeidsverplichting, maar aangewezen op deeltijdarbeid, bestaat de mogelijkheid van toekenning van een deeltijdsubsidie. Uit de analyse blijkt dat zowel de centrale vrijlatingsregeling als de deeltijdsubsidie inderdaad de deelname aan betaalde deeltijdarbeid stimuleert. Uitstroomsubsidie De uitstroomsubsidie wordt toegekend aan uitkeringsgerechtigden die een dienstbetrekking aanvaarden waarvan de inkomsten meer bedragen dan de toepasselijke bijstandsnorm. Uit de analyse blijkt dat het effect van de uitstroomsubsidie beperkt is. Bijstandsgerechtigden die werk aanvaarden doen dat niet in de eerste plaats voor het verkrijgen van de subsidie, maar veelal om andere redenen zoals de wens om financieel zelfstandig te zijn of na het succesvol afronden van een opleiding. De subsidie wordt verstrekt als een beloning achteraf, terwijl zij is bedoeld als een stimulans tot deelname aan betaald werk. Bovendien heeft de uitstroomsubsidie eenmalig een versterkend effect op de armoedeval Scholingssubsidie De scholingssubsidie kan worden toegekend als de uitkeringsgerechtigde een arbeidsmarktrelevante scholing voltooit. Bij de toekenning van de subsidie wordt rekening gehouden met zaken als de duur van de opleiding en de studiebelasting. Uit de analyse blijkt dat een subsidie bij afronding van een scholing-sonderdeelniet de voornaamste drijfveer is voor de start en afronding van een opleiding. Een subsidie werkt wel stimulerend wanneer ten tijde van de bijstandsuitkering eenmalig een financieel douceurtje als beloning voor geleverde inspanning kan worden ontvangen. Subsidies overige activiteiten De subsidie overige activiteiten heeft in de gemeente Leeuwarden alleen betrekking op de Melkert III oriëntatie projecten voor alleenstaande ouders met kinderen. Blad 3 Deelnemers aan het Melkert III-oriëntatieproject ontvangen een subsidie van f 100,- per maand gedurende de periode dat het oriëntatietraject loopt. Aan de besteding van dit subsidiebedrag zijn geen voorwaarden verbonden. Dit onderdeel van het subsidiebeleid is nog experimenteel. Na afloop van het Melkert Ill-experiment in 2002 zal op rijksniveau worden bezien of de mogelijkheid van subsidieverstrekking in het kader van een sociale activeringstrajeet in de nAbw moet worden opgenomen. Uit het Leeuwarder experiment is gebleken dat het voor de groep alleenstaande ouders met jonge kinderen, die nog een lange weg naar betaalde arbeid hebben te gaan, stimulerend werkt een subsidie te krijgen voor deelname aan activiteiten. De subsidie wordt door de deelnemers beschouwd als een beloning voor geleverde inspanningen en als onkostenvergoeding. 2.2. Praktijkervaring van Bureau Maatwerk. Bureau Maatwerk geeft aan dat er behoefte is aan een persoonsgebonden budget om kleine financiële knelpunten van cliënten tijdens het traject snel te kunnen oplossen. Maatwerk vindt dat van deze manier van handelen een motiverende werking uitgaat. 2.3. Onderzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Research voor Beleid heeft in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderzocht hoe gemeenten het uitstroombeleid sinds de invoering van de nAbw hebben vormgegeven en welke knelpunten zich hierbij voordoen. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat van de verschillende activeringsinstrumenten gemeenten vooral de effectiviteit van de trajectplannen als goed beoordelen. Trajectplannen worden gezien als het beste instrument om uitstroom te bevorderen. Het al of niet in staat worden gesteld om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen is immers de belangrijkste voorwaarde om succesvol te zoeken naar werk. De subsidies kunnen slechts gebruikt worden om de houding of het gedrag te beïnvloeden en niet om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. Subsidies dienen eigenlijk meer ter ondersteuning van trajecten richting arbeidsmarkt dan als activeringsinstrument op zichzelf. 3Voorstel voor aanpassing van het subsidiebeleid In de door u op 16 janauri 1995 vastgestelde nota uitstroom-incentivebeleid 1995" is de algemene doelstelling als volgt geformuleerd: "Het doel van het incentive-beleid is gericht op het doeltreffend ondersteunen van het proces van toeleiding van de uitkeringsgerechtigde naar deelname aan betaalde arbeid. Daarbij is het belangrijk dat de stimulans wordt verstrekt

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 361