Blad 4 in de juiste vorm en aangepast aan de individuele omstandigheden en mogelijkheden van de uitkerings gerechtigde" Gezien de doelstelling en de in hoofdstuk 2 uitgewerkte analyse van het huidige subsidiebeleid kan de conclusie worden getrokken dat de effectiviteit verbeterd kan worden. Wij stellen u voor het huidige subsidiebeleid op de volgende onderdelen te handhaven, aan te passen en/of te wij zigen De Centrale vrijlatingsregeling Voor uitkeringsgerechtigden zonder sollicitatieplicht is van rijkswege in 1997 een centrale vrijlatingsregeling ingevoerd voor twee categorieën uitkeringsgerechtigden, namelij k alleenstaande ouders met kinderen jonger dan 5 jaar; uitkeringsgerechtigden ouder dan 57 jaar. In de gemeentelijke verordening is hieraan een categorie toegevoegd, namelijk de categorie alleenstaande ouders van wie het jongste kind tussen de 5 en 12 jaar is. Wij stellen voor deze categorie te handhaven. Deeltijdsubsidie Een uitkeringsgerechtigde met sollicitatieplicht, die niet onmiddellijk bemiddelbaar is en die een dienstbetrekking in deeltijd aanvaardt, kan, op individuele basis, een subsidie worden toegekend. Op basis van de analyse is de conclusie dat de deeltijdsubsidie voldoet aan de doelstelling van het subsidiebeleid. Wij stellen u voor deze subsidievorm te handhaven. Vooruitlopend op de in het najaar 2000 aan u te presenteren "zelfstandigennota" (in verband met wijziging (rijks)Besluit bijstandverlening zelfstandigen) stellen wij u voor de deeltijdsubsidie eveneens van toepassing te verklaren op de uitkeringsgerechtigde die in deeltijd als beginnend zelfstandige werkt op medische of sociale gronden Uitstroomsubsidie De conclusie uit de analyse is dat deze subsidievorm niet bijdraagt aan de doelstelling van het subsidiebeleid, omdat a. subsidies als doel hebben te activeren tot deelname aan betaald werk en een uitstroomsubsidie in de huidige vorm eigenlijk populair gezegd "mosterd na de maaltijd is"; b. deze subsidie een versterkend negatief neveneffect heeft op de zogenaamde armoedeval. Wij stellen u dan ook voor de uitstroomsubsidie af te schaffen Scholingssubsidie Zoals in de analyse reeds wordt genoemd is het verstrekken van een subsidie bij afronding van een scholing niet de Blad 5 voornaamste drijfveer voor de start van een opleiding. Iemand begint een opleiding vanwege de intrinsieke waarde, de subsidie is daarbij een leuke beloning achteraf. De scholingssubsidie werkt dus niet als activeringsinstrument en voldoet daarmee niet aan de doelstelling van het subsidiebeleid. Wij stellen daarom voor de scholingssubsidie af te schaffen. Subsidie overige activiteiten Van de subsidie die in het kader van deelname aan een Melkert III-oriëntatie-traject wordt verstrekt kan worden geconcludeerd dat er voor de deelnemers wel een stimulerende werking vanuit gaat. Echter ook hier geldt dat het traject zelf het belangrijkste activeringsinstrument is. Het individuele maatwerktraject en de intensieve begeleiding gecombineerd met groepsbijeenkomsten waarin de deelnemers ervaringen met elkaar kunnen delen, zijn bepalend voor iemands toekomst op de arbeidsmarkt. Wij stellen daarom voor deze subsidievorm niet langer te handhaven. Nieuw in te stellen persoonsgebonden budget "Stipejild" ter ondersteuning van een trajectplan Een trajectplan is het meest wezenlijke instrument van het uitstroombeleid. Het al of niet in staat worden gesteld om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen is de belangrijkste voorwaarde om succesvol te zoeken naar werk. In de praktijk blijkt dat deelnemers tijdens hun traject bepaalde belemmeringen tegenkomen, vaak van financiële aard, die demotiverend kunnen werken. Het volgen van een traject brengt namelijk in bepaalde gevallen kosten met zich mee voor de deelnemer, waarvoor geen beroep kan worden gedaan op een voorziening. Voor een langdurig werkloze zijn extra kosten vaak onoverkomelijk. De mogelijkheid om bijzondere bijstand te verlenen voor deze kosten is beperkt, omdat binnen de bijzondere bijstand rekening wordt gehouden met individuele omstandigheden van zowel materiële als immateriële aard. Kosten voor bijvoorbeeld de aanschaf van een tweedehands computer voor thuis ter ondersteuning van een computercursus, een fiets als vervoermiddel naar school c.q. stageplek, representatieve kleding bij sollicitaties, een gereedschapskist alsmede een reiskostenvergoeding vallen niet onder het regime van bijzondere bijstand. Het is van belang dat, indien zich tijdens het traject financiële belemmeringen voordoen, deze zo snel mogelijk, zonder lange aanvraagprocedures, kunnen worden weggenomen. Daarom stellen wij voor een persoonsgebonden budget het zogeheten "Stipejild" in te voeren, ter ondersteuning van een trajectplan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 362