Blad 2
Nadat in hoofdstuk 1 de aanleiding van de fusie wordt
geschetst en in hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de huidige
structuur van en werkzaamheden in het Museum het
Princessehof en het Pier Pandermuseum wordt in hoofdstuk 3
aandacht besteed aan de missie van het Museum het
Princessehof, de meerwaarde van de fusie en de voorwaarden
voor fusie. De fusie tussen de beide musea zorgt dat er
meer slagkracht ontstaat. Een fusie schept mogelijkheden
voor samenwerking op zowel bedrijfsmatig als inhoudelijk
opzicht. Noodzakelijke voorwaarde voor fusie is het behoud
van het rijkssubsidie voor het Princessehof en het behoud
van de eigen identiteit van de unieke keramische collectie.
In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de bestuurlijke
vormgeving. In de eerdergenoemde intentieverklaring is de
keuze gemaakt voor een stichting. Volgens de nu
voorliggende structuur zal er een Stichting Beheer Fries
Museum/Het Princessehof en een Stichting Keramiekmuseum het
Princessehof worden opgericht. De Stichting Beheer Fries
Museum/Het Princessehof wordt de bestuurder van de
Stichting Keramiekmuseum het Princessehof en van de
Stichting Fries Museum. Sturing vanuit de gemeente zal
plaatsvinden bij het oprichten van de stichtingen via het
benoemen van een deel van de bestuursleden en vervolgens
via de uitvoeringsovereenkomsten behorend bij
subsidiebeschikkingen. Op deze wijze wordt naar onze
overtuiging zo goed mogelijk recht gedaan aan de
uitgangspunten zoals vastgelegd in de intentieverklaring
tot fusie.
Hoofdstuk 5 schenkt aandacht aan de gevolgen van de
verzelfstandiging en fusie voor het personeel. Ten behoeve
van de overgang van de arbeidsvoorwaardenregeling gemeente
Leeuwarden naar de CAO rijksgesubsidieerde musea zal met de
vakbonden in de commissie voor Georganiseerd Overleg een
Sociaal Statuut moeten worden overeengekomen. Het finale GO
is gepland op 14 juli. Het resultaat van de
onderhandelingen in het GO zal ter fiattering aan ons
worden voorgelegd. De financiële gevolgen van de overgang
naar de CAO rijksgesubsidieerde musea zijn afhankelijk van
het onderhandelingsresultaat in het GO. De financiële
gevolgen van het Sociaal Statuut zijn pm opgenomen in de
Perspectiefnota 2001 - 2004. Daar het fusietraject destijds
is gestart mede op aandringen van het rijk, wordt het rijk
gevraagd bij te dragen in deze kosten. Een besluit van het
rijk hierover wordt pas na de zomervakantie verwacht.
In hoofdstuk 6 wordt aandacht besteed aan de verhuur en het
onderhoud van de panden Princessehof/Pier Pander.
In hoofdstuk 7 wordt ingegaan op de collectie, het beheer
daarvan en de bruikleengevers.