De coördinatiegroep kan binnen een nog nader te bepalen mandaat werken en beschikken over een eigen budget voor een bepaalde periode. Voor dit laatste wordt een beroep gedaan op de Structuurfondsen (ESF). De penvoerder van de coördinatiegroep wordt tevens adressant van de middelen die ten behoeve van de uitvoering van de WGO aan de projectpartners worden toegewezen. De coördinatiegroep bekijkt per project of een project binnen één van de eigen organisaties van de projectpartners kan worden weggezet. Indien dit mogelijk is zal een project worden weggezet binnen de organisatie waarvan de bestaande taken en verantwoordelijkheden het beste aansluiten op de vereiste facilitering van het project. Deze organisatie levert dan ook de projectleider voor het project. De coördinatiegroep kan ook tot de conclusie komen dat een project niet enkel binnen één van de organisaties van de projectpartners kan worden weggezet en dat een gezamenlijke inspanning is vereist om een project adequaat te kunnen faciliteren. In dat geval worden tussen de projectpartners afspraken gemaakt over de taakverdeling ten behoeve van de facilitering van het specifieke project. Wanneer een additionele gezamenlijke inspanning is vereist wordt per additioneel project gekeken welke vorm en intensiteit van samenwerking het beste aansluit op de facilitering het betreffende project. Bij bovengenoemde projectmatige samenwerkingsvormen worden naar rato vertegenwoordigers (bijvoorbeeld scholings- en branchespecialisten en projectleiders) uit de organisaties van de projectpartners betrokken, eventueel aangevuld met derden. Op deze wijze is de facilitering van de projecten op maat en projectmatig. Zoals aangegeven is er ruimte voor discussie over de invulling van de samenwerkingsvorm In zijn algemeenheid kan echter worden gesteld dat de samenwerking tussen de projectpartners in ieder geval helder, concreet en taakgericht moet zijn, en moet uitmonden in duidelijke (al of met projectmatige) afspraken over het taakstellingen, verantwoording, bewaking en financiële constructies Om de WGO tot een succes te maken is het van groot belang dat bij het bedrijfsleven draagvlak bestaat voor de WGO De bedrijven moeten dan ook nauw worden betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid (gemeenschappelijke verantwoordelijkheid) Samenwerking en netwerken zijn twee andere sleutelbegrippen om de WGO tot een succes te maken. De projectpartners kunnen met alleen de WGO ontwikkelen en uitvoeren. Dit moet in hechte samenwerking met de markt plaats te vinden; de publieke en private sector moeten elkaar goed kennen en gezamenlijk optreden binnen de WGO. Dit betekent dat de projectpartners actief moeten participeren in de verschillende netwerken die bestaan binnen de prioritaire sectoren danwel zelf netwerken en kennisclusters moet opzetten (ronde tafel conferenties, platforms etc.). Tevens moet samenwerking worden gezocht met de sociale partners en moet worden ingespeeld op de CAO-afspraken van de prioritaire sectoren Dit betekent dat het bedrijfsleven en de sociale partners ook regelmatig zullen worden uitgenodigd bij de coördinatiegroep voor kennisuitwisseling en projectontwikkeling. 25 Tevens is het tijdig signaleren van werkloosheidsdreiging bij bedrijven en sectoren van belang om een snelle en adequate reactie door de projectorganisatie van de WGO mogelijk te maken. Hiertoe dient een informatiesysteem en/of informeel (overleg-)platform te worden ontwikkeld zodat tijdig een passende mix van maatregelen kan worden genomen. De kosten voor het projectmanagement bij een committering voor zes jaar bedragen fl. 1 365 000,-. Hieronder vallen onder meer de kosten van de projectleider, de uitvoering van het secretariaat en het penvoerderschap, administratieve ondersteuning, pr communicatie en eventuele externe ondersteuning voor onderzoek en organisatie De kosten worden gefinancierd door de gemeente Leeuwarden, Arbeidsvoorziening Noord Nederland en de provincie Friesland. Vanuit de Structuurfondsen zal om een bijdrage worden gevraagd van fl. 614.250,-. 26

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 37