3. POSITIONERING VAN DE NIEUWE ORGANISATIE 3.1 Inleiding Een museum ontleent zijn bestaansrecht aan de collecties en een boeiende presentatie daarvan aan het publiek. Zorgvuldig beheer vormt de basis voor de continuering van de kwaliteit van de collecties. Met een gevarieerd en aantrekkelijk tentoonstellingsbeleid kan een museum steeds nieuwe impulsen geven die de aandacht van het publiek vast houden. Elk van deze factoren vormt een essentiële schakel in de voorwaarden voor een levend museum. Het in stand houden van cultuurgoed is een expliciet doel van musea, maar zeker zo essentieel is het wekken van belangstelling en aan zich binden van een geïnteresseerd publiek. Leeuwarden is een van de twee stedelijke centra in het Noorden met een concentratie van culturele functies voor een ruim verzorgingsgebied. Het culturele voorzieningenni veau van Leeuwarden is nu al omvangrijk en divers te noemen. De musea maken hier van een belangrijk onderdeel uit. Museum het Princessehof is bij liefhebbers, specialis ten en verzamelaars internationaal vermaard vanwege de omvangrijke en bijzonder waardevolle collecties keramiek en tegels. Het is van het grootste belang dat het muse um in de toekomst een slagvaardiger beleid kan voeren om die positie blijvend te kun nen waarmaken. 3.2 Missie Museum het Princessehof Het Princessehof staat voor de uitdaging mee te groeien met de tijd, zich in de nieuwe eeuw te bewijzen als een eigentijds instituut dat de publieke belangstelling blijvend aan zich weet te binden en bovendien zijn nationale en internationale erkenning weet te continueren en te versterken. 3.3 Meerwaarde fusie Het voornemen om een fusie te realiseren tussen het Princesssehof en het Fries Muse um biedt de musea tal van kansen om de de 21-ste eeuw met nieuw élan te betreden. De eisen van het museumpubliek aan de presentaties, de educatieve projecten en de toegan kelijkheid van de collecties worden steeds groter. Een fusie tussen de beide musea maakt dat er meer slagkracht ontstaat. Een fusie schept mogelijkheden voor samenwer king zowel op bedrijfsmatig niveau als in inhoudelijk opzicht. Op bedrijfsmatig gebied kan worden gedacht aan gezamenlijke activiteiten op gebieden als basisregistratie en - automatisering, educatie, presentatietechnieken, veiligheidszorg, transporten, verzeke ringen, boekhouding, groepsboekingen, fotografie, technische en PR-activiteiten. De collecties van beide musea zijn zeer uiteenlopend en een uitwisseling van kennis op die terreinen is van secundair belang. Deze gezamenlijke activiteiten kunnen zich vertalen in een grotere expertise op de gezamenlijke vakgebieden, een breder publiek, vernieu wende presentaties, meer publiek en een grotere bekendheid. 3.4 Voorwaarden fusie Noodzakelijke voorwaarde voor fusie is het behoud van het rijkssubsidie voor het Prin cessehof en vanzelfsprekend ook het behoud van de eigen identiteit van de unieke ke ramische collectie. Het College heeft regelmatig contact met het ministerie over de wijze waarop het overleg met het Fries Museum zich ontwikkelt en vertrouwt erop dat de huidige koers ook voor de langere termijn het rijkssubsidie aan het Princessehof zal bestendigen. 6 4. BESTUURLIJKE VORMGEVING 4.1 Inleiding Bij de verzelfstandiging en fusie van het Princessehof dient onderscheid gemaakt te worden tussen: het oprichten van de Stichting Museum het Princessehof en de Stichting Beheer Fries Museum/Het Princessehof. de afspraken tussen de gemeente en de Stichting Museum het Princessehof Het eerste is voor wat de gemeente betreft een eenmalige aangelegenheid. Het tweede betreft de subsidierelatie tussen de gemeente en de Stichting Museum het Princessehof. 4.2. Rechtsvorm In de eerdergenoemde intentieverklaring is de keuze gemaakt voor een stichting. Vol gens de nu voorliggende structuur zal er een Stichting Beheer Fries Museum/Het Prin cessehof en een Stichting Museum het Princessehof worden opgericht. De Stichting Beheer Fries Museum/Het Princessehof wordt de bestuurder van de Stichting Museum het Princessehof en van de Stichting Fries Museum. De Beheersstichting kan worden gezien als de moederstichting die de leiding heeft over twee dochters: Stichting Fries Museum en Stichting Museum het Princessehof. Door het hebben van een gezamenlijk bestuur kunnen de in de verschillende dochters uitgeoefende activiteiten, zoals hiervoor reeds aangegeven, beter op elkaar worden afgestemd, kunnen de krachten worden gebundeld en kan de doelmatigheid worden verbeterd. Doordat de dochters beide aparte rechtspersonen blijven kan een slechtlopen de activiteit in de ene stichting, de goedlopende activiteit in de andere stichting niet nadeling beïnvloeden: de financiën en het vermogen blijven immers gescheiden. Het exploitatieresultaat van de musea komt voor rekening van de betrokken museumstich ting. Overigens hebben de gemeentelijke vertegenwoordigers in het Bestuurlijk Platform aangegeven voorstander te zijn van een stichting volgens het commissarissenmodel. De vertegenwoordigers van het bestuur van de Stichting Fries Museum zien zelf ook voor delen in deze stichtingsvorm, maar achten de tijd daarvoor binnen het Fries Museum nog niet rijp. Zij zijn bereid naar een stichting volgens het commissarissenmodel toe te groeien. Dit groeimodel is door alle betrokkenen in het Bestuurlijk Platform d.d. 30 november 1998 geaccordeerd. 4.3 Concept statuten Voor het totstandbrengen van de hiervoor beschreven structuur zullen per 1 januari 2001 twee stichtingen moeten worden opgericht. De gemeente zal de Stichting Museum het Princessehof moeten oprichten, waarna het gemeentelijk museum aan deze stichting kan worden overgedragen. De gemeente en de Stichting Fries Museum zullen samen de Stichting Beheer Fries Museum/Het Princessehof moeten oprichten. Een stichting moet worden opgericht bij notariële akte, waarin de statuten van de stich ting zijn opgenomen. Het besluit van de gemeenteraad van Leeuwarden tot het oprichten van en deelnemen in stichtingen behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten van Fryslan. De concept-statuten Stichting Museum het Princessehof en de Stichting Beheer Fries Museum/Het Princessehof treft u als respectievelijk bijlage I en II aan. 7

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 383