Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun
functie gemaakte kosten.
EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP
Artikel 5
Het bestuurslidmaatschap eindigt:
a. door overlijden van een bestuurslid;
b. bij verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
c. bij schriftelijke ontslagneming (bedanken);
d. bij ontslag op grond van artikel 2:298 van het Burgerlijk Wetboek;
e. door periodiek aftreden;
f. door ontslag hem verleend door de gezamenlijke overige bestuursleden, zonder
dat in het bestuur enige vacature bestaat.
BESTUURSVERGADERINGEN
Artikel 6
1De bestuursvergaderingen worden gehouden in de gemeente Leeuwarden. Bij
reglement kunnen daarnaast één of meer andere vergaderplaatsen worden vast
gesteld.
2. Ieder kalenderkwartaal wordt ten minste één vergadering gehouden.
3. Vergaderingen zullen verder steeds worden gehouden, wanneer de voorzitter
dit wenselijk acht of indien één van de andere bestuursleden daartoe schrifte
lijk en onder nauwkeurige opgave van de te behandelen punten aan de voor
zitter het verzoek richt.
Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft op zodanige
wijze, dat de vergadering kan worden gehouden binnen drie weken na het ver
zoek, is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met in
achtneming van de vereiste formaliteiten.
4. De oproeping tot de vergadering geschiedt - behoudens het in lid 3 bepaalde -
door de voorzitter, ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en
die van de vergadering niet meegerekend, door middel van een oproepings
brief.
5. De oproepingsbrieven vermelden, behalve plaats en tijdstip van de vergade
ring, de te behandelen onderwerpen.
6. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur; bij zijn
afwezigheid wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.
7. Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een medebestuurslid laten verte
genwoordigen onder overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de
voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht.
Een bestuurslid kan daarbij slechts voor één medebestuurslid als gevolmach
tigde optreden.
8. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de
secretaris of door één van de andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe
aangezocht.
De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergade
ring als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd.
BESTUURSBESLUITEN
Artikel 7
1Het bestuur kan, behoudens het bepaalde in lid 2 en onverminderd het elders in
deze statuten bepaalde omtrent het aantal aanwezige of vertegenwoordigde be
stuursleden, ter vergadering alleen dan rechtsgeldige besluiten nemen indien:
a. de meerderheid van de in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig of
vertegenwoordigd is; en
b. alle voorschriften omtrent oproeping zijn nageleefd; en
c. het een onderwerp betreft dat in de oproepingsbrief is vermeld.
2. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig
zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende on
derwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven
18
voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht geno
men.
3. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in
de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk, telegrafisch, per fax, per telex of door mid
del van een in geschrift weergegeven electronisch bericht (email) hun mening te
uiten.
Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen ant
woorden door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door
de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.
4. Voorzover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle be
stuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte
stemmen.
STEMRECHT EN STEMPROCEDURE
Artikel 8
1Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.
2. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een
schriftelijke stemming gewenst acht of één van de stemgerechtigden dit vóór de
stemming verlangt.
Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
3. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
4. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
5. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van
een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van het genomen be
sluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de
juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meer
derheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk
of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigd bestuurslid dit verlangt.
Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke
stemming.
6. In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de statuten of een reglement voor
zien, beslist de voorzitter.
TAKEN BETUUR EN BESTUURSBEVOEGDHEID
Artikel 9
1Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
2. Elke bestuurder is tegenover de stichting gehouden tot een behoorlijke vervulling
van de hem opgedragen taak.
3. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrij
ging, vervreemding en bezwaring van registergoederen.
4. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de
stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde
sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
5. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van
zijn taak te doen uitvoeren door personen die, of door commissies waarvan de le
den, door het bestuur worden benoemd en ontslagen.
Hij stelt daartoe de nodige instructies vast.
6. Het bestuur is bevoegd personeel in dient te nemen van de stichting.
Indienstneming, schorsing en ontslag van personeel, alsmede het vaststellen van de
arbeidsvoorwaarden geschiedt door het bestuur, dat tevens de instructies voor het
personeel vaststelt.
VERTEGENWOORDIGING
Artikel 10
1Het bestuur vertegenwoordigt de stichting, voor zover uit de wet niet anders voort
vloeit.
19