Blad 2 Planning "1000 keer collectief" In de afgelopen jaren hebben wij een stimulerings- en actiegebiedenbeleid particuliere woningverbetering gevoerd dat gebaseerd is op de nota "Nog 10 jaar laatste loodjes" In "1000 keer collectief" is daarvan de vertaling gegeven die betrekking heeft op de periode 1994-2004. Het stimuleringsbeleid is met ingang van 1998 beëindigd. De laatste fase van 10 jaar laatste loodjes wordt gekenmerkt door het afronden van het bestaande programma en tegelijkertijd het ontwikkelen van nieuw beleid. Dat nieuwe beleid krijgt gestalte in de plannen voor Stedelijke Vernieuwing waarvan het beleid voor de particuliere woningvoorraad deel uitmaakt. Dit komt erop neer dat de reeds gestarte woningverbeteringstrajecten worden voltooid op dè oude wij ze maar dat de in de programmering nog openstaande gebieden qua aanpak worden omgebogen. Bij de formulering van beleid is dankbaar gebruik gemaakt van de notitie van de Kerngroep Intercity-overleg: "Nieuwe wegen. Particuliere woningvooorraad Stedelijke Vernieuwing" (1999). Deze notitie is voor u ter inzage gelegd. Onderzoek Heins In het Verdeelbesluit Stadsvernieuwing 1999 is reeds melding gemaakt van een evaluatief onderzoek naar de effecten van het in de afgelopen jaren gevoerde stimulerings- en actiegebiedenbeleid. Dit onderzoek is in de tweede helft van 1998 door Heins Advies verricht. De rapportage is eveneens voor u ter inzage gelegd. De conclusies van het onderzoek luiden als volgt: 1. subsidies zijn, althans volgens eigenaren, in veel gevallen niet nodig geweest; ook zonder subsidies zou het overgrote deel van de woningbezitters tot noodzakelijk onderhoud zijn overgegaan; 2. in actiegebieden is subsidie meer nodig geweest dan in stimuleringsgebieden; 3. woningbezitters reageren op de subsidiemogelijkheid, minder op de mogelijkheid projectmatig hun buurt c.q. straat aan te kunnen pakken; 4het verbeteren van woningen is trager verlopen dan voorzien, mede als gevolg van aanloopproblemen; 5. de gemiddelde kosten van woningverbetering komen uit op f 19.000,- terwijl een gemiddelde van f 15.000,- uitgangspunt was; 6. alle verzoeken om subsidie in stimuleringsgebieden zijn gehonoreerd; 7. na woningverbetering is het onderhoudsbesef gering, dat wil zeggen dat weinig bewoners extra onderhoudsgeld ramen voor de komende periode; 8. het aanschrijvingsinstrument zou door de gemeente meer en stelselmatig moeten worden benut; 9. de gemeente zou meer aan voorlichting hebben kunnen doen; Blad 3 10. aan de communicatie over de projecten kan nog veel verbeterd worden; 11. over de financiering is het merendeel van de bewoners tevreden Op basis van deze bevindingen heeft Heins Advies de volgende aanbevelingen geformuleerd: 1. voor de korte termijn: afschaffing van subsidie op termijn de subsidie voor collectieve voorzieningen terugbrengen naar f 5.000,- per woning intensivering van het aanschrijvingsbeleid versterken van communicatie en overleg 2. structurele wijzigingen: herbezinning op de actiegebieden aan particuliere woningvoorraadbeleid een integrale gebiedsaanpak geven het opzetten van een stedelijk onderhoudsbedrijf Positie Stichting Stadsvernieuwinqskorporatie De rol van de SVK wijzigt in het kader van de herzieningen van het stadsvernieuwingsbeleid. Het stimuleringsbeleid is beëindigd, het actiegebiedenbeleid is eveneens eindig en zal na 2004 in de huidige vorm verdwenen zijn. In de beleidsnota wordt ingegaan op de positie en rol van de SVK waarbij ervan wordt uitgegaan dat de subsidiëring van de SVK wordt beëindigd met ingang van 2001. Meerj arenprogramma De doelstelling van de beleidsnota is vertaald in beleidsvoornemens waarin voorzien is in: het geven van voorlichting het stimuleren van marktpartijen i.e. door het inzetten van de organisatie Planbuilding het inzetten van handhavingsinstrumenten het inzetten van een monitor periodiek evalueren van beleid het ombuigen van "1000 keer collectief" beoordeeld naar de uitgangspunten van Stedelijke Vernieuwing. Op basis daarvan is in de beleidsnota een meerjarenprogramma opgenomen. Dat meerjarenprogramma moet beschouwd worden als een uitgangspunt waarop een jaarlijks uitvoeringsprogramma gebaseerd wordt dat ter besluitvorming, via de Commissie Stadsontwikkeling, aan u voorgelegd zal worden. Evaluatie van reeds gevoerd beleid kan nopen tot beargumenteerde aanpassingen van het meerjarenprogramma. Kortheidshalve wordt u voor de inhoudelijke keuzes en financiering verwezen naar de bijgevoegde nota "Beleid particuliere woningvoorraad 2000- 2005"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 400