Blad 4
recht. De aanwijzing tot rijksmonument kan definitief
worden na het verstrijken van de termijn van 6 weken,
respectievelijk nadat de eventuele bezwaarprocedure is
afgerond.
2. Peperstraat 4 c.a. en Ruiterskwartier 111-113
In juli 1999 heeft u positieve besluiten tot voordracht
genomen over het woonwinkelcomplex Peperstraat 4 c.a. en
het kantoorpand Ruiterskwartier 111-113 (besluitnrs. 10647
en 10600)Wij stellen u nu voor om een nieuw besluit te
nemen, omdat het belangenonderzoek onvolledig is gebeurd.
Bij het wettelijk verplichte belangenonderzoek in het
voorjaar van 1999 zijn namelijk enkele van de eigenaren,
hypothecaire schuldeisers en/of anderszins zakelijk
gerechtigden van deze onroerende goederen over het hoofd
gezien. De beide vorig jaar genomen besluiten bieden hier
door een wankele juridische basis voor een aanwijzing door
de minister.
3. Mr P.J. Troelstraweg 78 (Bonifatiushospitaal)
Op 15 maart 1998 heeft de Stichting Moderne Architectuur
Friesland de minister verzocht om het hospitaalgebouw op
grond van art. 3 van de Monumentenwet tot rijksmonument te
verklaren. Aanleiding tot het verzoek waren persberichten,
dat de eigenaar, de Zorggroep Noorderbreedte, het voornemen
heeft om het gebouw af te stoten en gesprekken voert met
een projectontwikkelaar, Slokker Vastgoed Groep, die naar
verwachting het terrein ingrijpend wil herstructureren. De
genoemde Stichting is van mening dat het oude, uit
1931/1935 daterende ziekenhuisgebouw van zodanige
historische waarde is dat het behouden dient te worden. U
bent vervolgens op 19 mei 1998 door de minister gevraagd
advies uit te brengen (Bijlage: verzoek aan de gemeente
raad, d.d. 19 september 1998).
Inmiddels was het MSP Leeuwarden in gang gezet. Het gebouw
komt voor op de Indicatieve Lijst, die de grondslag voor
het MSP vormt. Voor zulke 'dubbele gevallen' heeft het Rijk
bepaald dat de behandeling in MSP-verband moet plaats
hebben. De wettelijke procedure wordt als het ware buiten
werking gesteld; het raadsadvies aan de minister over zo'n
individueel object dient ingebed te worden in de volledige
MSP-raadsvoorstellen en de minister vormt z'n eindoordeel
eveneens in samenhang met de andere onroerende zaken. Nu
laat de gemeente Leeuwarden zich in reguliere art. 3-
procedures in adviserende zin altijd terzijde staan door de
onafhankelijke Monumentencommissie van Hüs en Hiem. Bij de
behandeling van een eerder 'dubbel geval'de voormalige
MTS aan de Molenstraat, heeft de Monumentencommissie zo'n
eigenstandig advies aan de gemeente uitgebracht. Dat is in
dit geval ook gebeurd, naast het advies van de MSP-
Begeleidingscommissie
Blad 5
Welnu, de MSP-Begeleidingscommissie heeft geconcludeerd dat
veel van het oorspronkelijke karakter van het ziekenhuis
gebouw door aanpassingen verloren is gegaan. Bepaalde
elementen, zoals de kapel, zijn nog bijzonder, maar als
geheel is het onvoldoende rijksmonumentwaardig bevonden.
Wel heeft de commissie de suggestie gedaan om het gebouw op
een gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen (Bijlage:
verslag overleg MSP-Begeleidingscommissie, d.d. 7 mei
1998)De Monumentencommissie van Hüs en Hiem heeft zich
wél positief uitgesproken over een voordracht bij de
minister. Zij heeft de indruk dat er wel degelijk sprake is
van rijksmonumentwaardige cultuurhistorische kwaliteiten
(Bijlage: advies Monumentencommissie Hüs en Hiem, d.d. 8
april 1999)
Mede op grond van het Hüs en Hiem-advies stellen wij u nu
voor om als enige MSP-geval van het negatieve advies van de
MSP-Begeleidingscommissie af te wijken en het hospitaal
gebouw toch bij de minister voor te dragen voor rijks
bescherming
Dit leidt mogelijk tot vertraging van de afhandeling van
het gehele raadsvoorstel. Daarom leek het ons raadzaam om
behandeling niet al in uw vergadering van december 1999
(als onderdeel van ons voorstel voor de schil 1900-1940) te
laten plaatsvinden maar pas bij deze gelegenheid, nu nog
slechts een gering aantal onroerende zaken behoeft te
worden voorgedragen.
HET BELANGENONDERZOEK
1Dorpen en buitengebied
De eerdergenoemde informatiebijeenkomst in Duhoux werd
redelijk bezocht. De aanwezigen uit de dorpen en het
buitengebied lieten zich nader informeren over de lusten en
lasten van eventuele aanwijzing van hun onroerende goed tot
rijksmonument. Ook overigens zijn de ervaringen overwegend
positief: van de ruim 30 belanghebbenden (eigenaren,
hypothecaire schuldeisers en huurders) hebben er 4 actief
ingestemd met een mogelijke rijksmonumentstatus door de
"Verklaring van geen bezwaar' ingevuld te retourneren
(Bijlage: overzicht resultaat belangenonderzoek). De
belanghebbenden die de "Verklaring van geen bezwaar' niet
ingevuld hebben en evenmin op andere wijze hebben gerea
geerd, worden volgens de wet geacht ingestemd te hebben met
een voordracht aan het Rijk.