Blad 2
Bedenkingen
Het bouwplan is gepubliceerd als binnengekomen bouwplan en
in het kader van de artikel 19 WRO-procedure
Tijdens de bezwarentermijn zijn door een aantal omwonenden
schriftelijke bedenkingen ingebracht. Een kopie daarvan
hebben wij op de gebruikelijke wijze voor u bij het bouw
plan ter inzage gelegd.
De bedenkingen hebben betrekking op:
1. de vrees voor de uitbreiding van het (illegale)
bouwbedrij f
2. geluidshinder van het bedrijf;
3. verkeersoverlast door aanvrager met z'n busje en
aanhanger, de klanten en bevoorradingsverkeer;
4. aanvrager maakt voor de opslag van goederen gebruik van
de openbare weg/parkeerplaatsen, waardoor er parkeer
gelegenheid verloren gaat;
5. aanvrager heeft in het verleden vaker naar eigen idee
verbouwd zonder de benodigde vergunningen, hetgeen
heeft geleid tot steeds grotere (en voor sommigen
afzichtelijkere) bouwwerken.
Ten aanzien van deze bedenkingen merken wij het volgende
op.
Ad 1
Reeds bij de vergunningverlening voor de huidige garage is
expliciet opgenomen, dat deze niet mag worden gebruikt voor
bedrijfsmatige activiteiten. In het kader van de milieu
regelgeving hebben wij de situatie ter plekke diverse malen
gecontroleerd. Op basis hiervan zijn wij tot de conclusie
gekomen, dat er op dit adres geen sprake is van een bouw
bedrijf, dan wel bedrijfsmatige activiteiten. De
(eventuele) werkzaamheden die ter plekke worden verricht
zijn niet meldings- dan wel vergunningplichtig, maar mogen
zonder meer in/bij een woning worden uitgevoerd.
Van de uitbreiding van een (illegaal) bedrijfje is dan ook
geen sprake.
Wij achten het bezwaar ongegrond.
Ad 2
Zoals gezegd is er geen sprake van een bedrijf. Het is dan
ook niet mogelijk dat er bedrijfsmatige activiteiten
plaatsvinden en dat een bedrijf overlast zal veroorzaken.
Wij achten dit bezwaar niet gegrond.
Ad 3
Aanvrager is woonachtig in de laatste woning van een dood
lopend straatje. Om bij zijn woning te komen moet aanvrager
vlak langs de woningen van de buren. Dat is inherent aan
het wonen op deze plek. Aangezien er geen sprake is van een
bedrijf, kan er ook geen sprake zijn van verkeersoverlast
door klanten of door bevoorradingsverkeer.
Blad 3
Wij zijn van opvatting dat er ter plekke geen sprake is van
verkeersoverlast of van een verkeersonveilige situatie.
Wij achten dit bezwaar ongegrond.
Ad 4
Het feit dat aanvrager eventueel bouwmaterialen op de open
bare weg plaatst, staat los van het bouwplan. Hiertegen zal
in het kader van de APV moeten worden opgetreden. Als
bezwaarmakers hierover klachten hebben, zal sector Beheer
Openbare Ruimte handhavend optreden. In het verleden is
aanvrager al eens gesommeerd materialen van de openbare weg
te verwijderen. Op dit moment heeft aanvrager dan ook geen
materialen op gemeentegrond opgeslagen. Zoals vermeld is
dit niet van invloed op de beoordeling van de bouwaanvraag.
Wij achten dit bezwaar ongegrond.
Ad 5
Hetgeen in het verleden heeft gespeeld mag niet van invloed
zijn op de bouwaanvraag, zoals deze nu is ingediend. In
ieder geval betreft het bouwplan geen uitbreiding ten
opzichte van de bestaande situatie. In het verleden hebben
wij een bouwvergunning afgegeven voor de bouw van een
garage/berging met kap, terwijl de huidige aanvraag een
garage/carport zonder kap behelst. Verder is de bestaande
garage uitgevoerd in hout en stalen golfplaten, terwijl de
nieuwbouw in steen wordt uitgevoerd. Bezwaarmakers spreken
van afzichtelijke bebouwing, maar wij achten het bouwplan
uit esthetisch opzicht een verbetering ten opzichte van de
bestaande situatie. Blijkens het advies van de Welstands
commissie d.d. 6 december 1999 voldoet het bouwplan aan
redelijke eisen van welstand. Met de commissie zijn wij van
opvatting dat de verandering van de woning en de bouw van
de garage/carport niet zal misstaan in het straat- en
bebouwingsbeeld
Wij achten dit bezwaar ongegrond.
Samengevat zijn wij dan ook van opvatting, dat:
1. het bouwplan uit ruimtelijk en functioneel oogpunt
aanvaardbaar is;
2. er geen sprake zal zijn van een onevenredige aantasting
van het woonklimaat;
3. de ingebrachte bezwaren ongegrond zijn.
Teneinde aan dit bouwplan medewerking te kunnen verlenen is
het noodzakelijk, dat voor het perceel een voorbereidings-
besluit wordt genomen. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid
vrijstelling te verlenen van het geldende bestemmingsplan.
Wel dienen Gedeputeerde Staten van Fryslan vooraf te hebben
verklaard geen bezwaar tegen het verlenen van de
vrijstelling te hebben.