Blad 2 Belangrijk is, dat met de nieuwbouw van het ACERA-kantoor er een ruimtelijke situatie ontstaat die acceptabel is voor zowel de gemeente als voor de direct betrokkenen. Er heeft om dit laatste doel te bereiken overleg plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van het Van Hallinstituut, de gemeente, ACERA en de Titus Brandsma Parochie. Dit overleg leidde ertoe, dat er een oplossing is bereikt die voor alle partijen acceptabel is. De belangrijkste items bij het overleg waren: a. er moet ingespeeld worden op het karakter van de Oostergoweg; b. het zicht op de kerk(toren) van de Johannes de Doperkerk vanaf de Oostergoweg moet maximaal zijn; c. het Agora(plein) moet gehandhaafd blijven; d. parkeren en ontsluiting van de nieuwbouw moeten geen hinder en nadeel opleveren voor de omgeving; e. er moet sprake zijn van een redelijk bouwvolume voor het kantoorgebouw Een belangrijk punt is, dat de Johannes de Doperkerk in de loop van 1999 is aangewezen als (potentieel) rijksmonument. Extra zorgvuldigheid is daarom geboden. Stedenbouwkundige randvoorwaarden De stedenbouwkundige randvoorwaarden voor een nieuw te maken bestemmingsplan zijn: 1. de bestemming dient kantoorbestemming te zijn, ofwel in de zakelijke/commerciële, ofwel in de dienstverlenende sfeer; 2. de ontsluiting vindt plaats via de bestaande aansluiting aan de Oostergoweg; 3. het parkeren dient plaats te vinden op, of nabij, de huidige parkeerlocatie, met het huidige aantal. De parkeergelegenheid moet landschappelijk goed worden ingepast; 4. het bouwvlak wordt aan de westzijde begrensd door de bouwgrens langs de Oostergoweg, bestaande uit een doortrekking van het bestaande gebouw van het Van Hallinstituut naar de bestaande pastorie. Er moet in deze bouwgrens worden gebouwd; 5. het bouwvlak aan de noordzijde reikt tot het verlengde van de voorgevel van de Johannes de Doperkerk; 6. het bouwvlak aan de zuidzijde dient voldoende afstand te houden tot de nieuwbouw van het Van Hallinstituut, zodat er zicht blijft vanaf de Oostergoweg op het Agora(plein) en de kerk(toren). De huidige eindgevel van de nieuwbouw van het Van Hallinstituut wordt daarbij als definitief beschouwd; 7. de hoogte van het nieuwe kantoorgebouw moet gelijk, of lager, zijn dan de gevel aan de Oostergoweg van het Van Hallinstituut. Afgezien van een kleine dakopbouw of accent. Een kap is niet verplicht; Blad 3 8. er wordt een gevel gemaakt aan zowel de Oostergoweg als het (openbare) Agora(plein) Procedure bouwplan Het bouwplan is gepubliceerd als binnengekomen bouwplan en heeft overeenkomstig artikel 19a lid 3 WRO (oud) vanaf 30 maart 2000 gedurende twee weken ter inzage gelegen. Overeenkomstig artikel 19a lid 4 WRO (oud) is het bouwplan gepubliceerd in "Huis aan Huis" d.d. 29 maart 2000. Tegen het bouwplan zijn geen schriftelijke bedenkingen naar voren gebracht Om aan dit bouwplan te kunnen meewerken, is het noodzakelijk dat voor het gebied een voorbereidingsbesluit wordt genomen. Volgens artikel 19 lid 1 (oud) kunnen burgemeester en wethouders vrijstelling verlenen van het bestemmingsplan. Wel dienen Gedeputeerde Staten van Fryslan vooraf te hebben verklaard geen bezwaar te hebben tegen het verlenen van de vrijstelling. De adviezen van de welstandscommissie Hüs en Hiem zijn verwerkt in het definitieve ontwerp. De Commissie Stadsontwikkeling heeft u in haar d.d. 4 juli 2000 gehouden vergadering geadviseerd met het vorenstaande in te stemmen. Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerpbesluit Leeuwarden, 31 augustus 2000 Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, L.B.M. van Maaren-van Balen, burgemeester, mr. F.M.J. Steijvers, secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 445