Blad 4
Verdere procedure
De verdere procedure (na de vaststelling van de richt
lijnen) is globaal als volgt. Zodra het MER gereed is kan
het ter beoordeling worden gezonden aan de Commissie voor
de m.e.r. en de adviseurs en ter visie worden gelegd. Dit
gebeurt gelijktijdig met het ter visie leggen van één of
meerdere ontwerp-bestemmingsplannen respectievelijk
verzoeken om vrijstelling.
Na de bekendmaking van het MER staat voor een ieder
gedurende ten minste vier weken de mogelijkheid open
gemotiveerde opmerkingen te maken of adviezen uit te
brengen omtrent de inhoud van het MER. Aan de hand van het
MER, de resultaten van inspraak en advisering moet het
bevoegd gezag, in casu uw raad beoordelen of de voor de
besluitvorming noodzakelijke informatie voldoende is.
Het bevoegd gezag dient het besluit (vaststelling
bestemmingsplan) deugdelijk te motiveren. Het is verplicht
een motivering te geven over wat ten aanzien van de milieu
gevolgen bij het besluit is overwogen. Uit de motivering
van zijn besluit moet dus blijken op welke wijze de
gevolgen voor het milieu in de besluitvorming zijn
betrokken.
Hierbij kan nog worden opgemerkt dat de procedure voor de
vaststelling van de bestemmingsplannen gewoon doorloopt
terinzagelegging na vaststelling, goedkeuring door
Gedeputeerde Staten, enz). De mer-procedure voorziet
niet in een beroepsmogelijkheid. Wel kunnen bezwaren worden
ingediend in het kader van de procedure tot vaststelling
van de bestemmingsplannen.
Beoordeling aanvaardbaarheid MER
Omdat de raad volgens de Wet op de Ruimtelijke Ordening het
bestemmingsplan vaststelt, bent u bevoegd gezag in de zin
van de Wet milieubeheer, waarin de m.er-procedure wordt
geregeld. In het kader van de m.er-procedure zou u als
bevoegd gezag een aantal beslissingen moeten nemen. Om de
gehele procedure zo snel mogelijk te kunnen doorlopen wordt
voorgesteld, dat u het nemen van één van deze beslissingen
delegeert aan ons college, nl. de beoordeling van de
aanvaardbaarheid van het MER. Het aanvaarden van het MER
houdt alleen in de bereidheid van het bevoegd gezag het MER
verder in procedure te brengen, d.w.z. of het voldoet aan
de gestelde richtlijnen en de wettelijke vereisten. Wanneer
het rapport aanvaardbaar wordt geacht, dan volgt hierna de
verdere inspraak- en adviesprocedure, zoals hiervoor reeds
globaal is aangegeven.
Blad 5
Onder mededeling, dat de Commissie Stadsontwikkeling u in
haar op 11 juli 2000 gehouden vergadering heeft geadviseerd
met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij u voor te
besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit
Leeuwarden, 31 augustus 2000
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
L.B.M. van Maaren-van Balen, burgemeester,
mr. F.M.J. Steijvers, secretaris.