Blad 2 Netwerkvorming; Informatieverzameling en -ontsluiting; Kennisbemiddeling; Kennisontwikkeling (het kenniscentrum doet overigens zelf geen onderzoek, maar maakt daarvoor gebruik van externe deskundigen) Daarbij is beoogd om dit allemaal vorm te geven in een toch vrij beperkte opzet. Het kenniscentrum GSB krijgt de vorm van een stichting. Er komt een Raad van Toezicht, een bestuur, een directie en een programmaraad. Doelgroepen en partners Het kenniscentrum is een instrument voor bestuurders, beleidsmakers en uitvoerders van het GSB zowel op rijksniveau als op stedelijk niveau. Naast de G25 kunnen ook de "partiële steden" en andere steden met op deelterreinen vergelijkbare problematiek gebruik maken van het kenniscentrum GSB. Datzelfde geldt voor bedrijven en maatschappelijke instellingen voor zover relevant voor het GSB. Het is de bedoeling dat in het kenniscentrum GSB zowel de G4- als de G21-gemeenten participeren, evenals het Rijk. Kennis-, Expertise- en Innovatiecentrum Stedelijke Vernieuwing (KEI) Het doel van het KEI is het vergroten van de kwaliteit, het tempo en het rendement van de integrale stedelijke vernieuwing en herstructurering door kennis en expertise rondom (fysieke aspecten van) stedelijke vernieuwing transparant te maken voor betrokken partijen. Om dit te bereiken functioneert het KEI als de partij die vragers en aanbieders van kennis, informatie en expertise bij elkaar brengt. Het KEI richt zich daarbij met name op de zogenaamde fysieke pijler met als aspecten als wonen, ruimtelijke kwaliteit, fysieke condities voor economische activiteiten en grootschalig groen. Het belangrijkste product van het KEI is het "doorverwijzen" van vragers van informatie naar aanbieders uit het netwerk van KEI. Inhoudelijke speerpunten zijn: fysieke voorwaarden voor de sociale en economische aanpak; gezamenlijk investeren in de stad; interactieve beleidsvorming met bewoners; integrale analyse en monitoring; programmaregie en -organisatie. Dit wil men vormgeven door een kleine organisatie met een beperkte, professionele staf. Blad 3 Het KEI krijgt de vorm van een stichting. Er komt een bestuur, een programma-adviesraad en een directie. Het KEI stelt haar diensten kosteloos aan iedereen ter beschikking. Deelname is geen voorwaarde voor toegang tot het KEI, maar de KEI-deelnemers hebben wel een aantal voordelen (zie pagina 8 van het businessplan) In het businessplan KEI wordt aangegeven dat de deelnemers zich voor drie jaar verplichten bij te dragen aan KEI (pagina 36) Doelgroepen en partners De vragers en de antwoorders van het KEI komen uit verschillende hoeken. De meest voor de hand liggende partijen zijn de gemeenten, het Rijk, corporaties, bouwers/projectontwikkelaars, bewonersorganisaties, intermediaire organisaties, universiteiten en adviesbureaus. Dit zijn tegelijk ook de partners in het KEI. Positionering en afstemming In het businessplan van het KEI wordt aangegeven dat afstemming met andere kenniscentra (in oprichting) van belang is. Het KEI zal uiteindelijk deel moeten uitmaken van een netwerk van kenniscentra, waarbij het kenniscentrum GSB een verbindende rol zal spelen. In het veld van de stedelijke vernieuwing zijn veel instituten en een aantal kenniscentra actief, maar op het fysieke vlak is er geen ander instituut actief dat kennisuitwisseling bevordert op de manier waarop het KEI dat wil doen. In de eindrapportage voor het kenniscentrum GSB wordt ervoor gepleit om niet op voorhand er één kenniscentrum van te maken, maar te zorgen voor onderlinge samenhang en afstemming. De "aanpalende" kenniscentra verwachten overigens op dit terrein een initiërende rol van het kenniscentrum GSB. Naast uitwisseling en afstemming van de activiteiten programma's wordt - in lijn met wat bij de oprichting van het KEI is afgesproken - voorgesteld een breed en fundamenteel herijkingsmoment van het kenniscentrum GSB vast te leggen in 2003 (na 3 jaar) Deelname Leeuwarden Gelet op de eerder uitgesproken intentie van Leeuwarden in het kader van het doorstartconvenant (eind 1998) met betrekking tot het kenniscentrum GSB, het belang van de samenwerking met voor Leeuwarden belangrijke strategische partners in het kader van GSB en ISV en de meerwaarde die onderzoek naar en kennis van de grote stedenproblematiek en stedelijke vernieuwing voor Leeuwarden kan hebben (bijvoorbeeld voor haar eigen beleidsvorming en

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 479