Blad 2
water. Enerzijds zijn er de parkachtige groenstructuren
rond de Avérotoren, een voormalige boerderij, en de
Aldlanstate, en anderzijds de openheid van de weilanden
langs het kanaal en de Legedyk.
Het plan richt zich op het tot stand brengen van een
duurzame ontwikkeling. De ontwikkeling van deze locatie
sluit aan op het principe van de compacte stad, waarbij een
kwalitatief hoogwaardig woonmilieu op geringe afstand van
het stadscentrum wordt gerealiseerd en door "inbreiding"
zorgvuldig wordt omgegaan met de beperkte ruimte binnen het
stedelijke gebied van Leeuwarden. De stedenbouwkundige
opzet van het Pieter Christiaanpark wordt in belangrijke
mate ingegeven door de landschappelijke ligging en een
aantal principes op het gebied van duurzaam bouwen en wonen
en enkele kenmerken die ontleend zijn aan de tuinstad
gedachte
Gezien de ruimtelijke kwaliteiten van de kanaalzone, de
Overijsselseweg en de parkomgeving rond de Avérotoren is de
bebouwing aan de randen van het plangebied direct op deze
elementen georiënteerd:
de Beatrixstraat/Legedyk wordt door geschakelde en
vrijstaande bebouwing begeleid waardoor een kwalitatief
hoogwaardige presentatie naar het kanaal ontstaat;
aan de zijde van de Overijsselseweg wordt een
bebouwingswand van aaneengesloten eengezinswoningen
ontwikkeld die dit stedelijk entreepunt verder vormgeeft
en een effectieve geluidsafscherming vormt voor het
achterliggende woongebied;
aan de noordzijde wordt een passende distantie tot de
Avérotoren in acht genomen, en wordt in aansluiting op
de bestaande verkavelingsrichting en groenstructuur een
halfopen bebouwingswand gesitueerd die georiënteerd is
op het vijver- en parkgebied.
Binnen het woongebied zijn twee aanvullende woonstraten
opgenomen die een directe relatie leggen tussen de
kanaalzone en de omgeving van de Avérotoren. Aan deze
straten komen halfvrijstaande woningen. De verkavelings
richting is met de noordelijke planbegrenzing en
bebouwingsstructuur meegedraaid met als doel vanuit de
woningen voldoende zicht ofwel op het kanaal ofwel op de
park-/vijverzone te garanderen. Het plangebeid biedt ruimte
aan 59 woningen.
Bij dit bestemmingsplan is gekozen voor de methodiek van
een globaal eindplan met als extra element een beschrijving
in hoofdlijnen, waarin gezocht is, zonder verlies van de
rechtszekerheid van de burger, in te spelen op toekomstige
al dan niet geheel vaststaande ontwikkelingen. In het
gebruik van het plan door burgers en gemeente biedt dit een
Blad 3
grote mate van flexibiliteit, maar binnen duidelijke
kaders, zodat de rechtszekerheid niet in het geding komt.
Hoofdstuk 1 geeft een inleiding op de plantoelichting. In
hoofdstuk 2 wordt het planologische beleidskader besproken.
In hoofdstuk 3 is een aantal uitgangspunten en
randvoorwaarden voor de toekomstige inrichting van het
plangebied geformuleerd. Hoofdstuk 4 geeft de
planbeschrijving weer, inclusief de juridische regeling
voor het plangebied. In hoofdstuk 5 komt de economische
uitvoerbaarheid aan de orde. In hoofdstuk 6 wordt
weergegeven op welke manier inspraak en overleg heeft
plaatsgevonden. Tot slot volgen de bestemmingsplan
voorschriften.
Het ontwerp-bestemmingsplan heeft gedurende vier weken voor
een ieder ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen
omtrent het ontwerp kenbaar gemaakt.
Onder mededeling, dat de Commissie Stadsontwikkeling u in
haar op 19 september 2000 gehouden vergadering heeft
geadviseerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij
u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp
besluit
Leeuwarden, 5 oktober 2000.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
mevrouw L.B.M. van Maaren-van Balen, burgemeester,
mr. F.M.J. Steijvers, secretaris.