Blad 22
7 RISICOPARAGRAAF
71 Inleiding
Het doel van de risicoparagraaf is inzicht te
verschaffen in de risico's die de financiële positie
van de gemeente kunnen beïnvloeden.
Daarbij gaat het niet om risico's die geacht worden
tot de normale bedrijfsrisico's te behoren, zoals
bijvoorbeeld de risico's uit de bedrijfsmatige
activiteiten zoals het grondbedrijf of de altijd
voorkomende juridische (bezwaarschriften) procedures.
In deze risicoparagraaf worden bovendien alleen die
risico's gepresenteerd die van substantiële betekenis
zijn, gezien het balanstotaal dan wel de financiële
positie, en derhalve geen signaleringslijst van alles
wat wel eens tegen zou kunnen vallen.
7.2 Invoering van het BTW compensatiefonds
De regering bereidt een wet voor waardoor gemeenten
belastingplichtig worden voor een belasting gelijk
aan de omzetbelasting voor het bedrijfsleven. Deze
regeling (het BTW compensatiefonds) moet
bewerkstelligen dat beslissingen over zelf doen of
uitbesteden fiscaal budgettair neutraal zijn. De
keuze kan dan worden gedaan voor de efficiëntste en
effectiefste handelwijze zonder dat de belastingen
daarbij als verstorende factor optreden. Gemeenten
zullen door deze regeling de belasting terug krijgen
die zij op inkoopnota's betalen. De regeling is
derhalve gunstig voor gemeenten. Om dat te
compenseren wordt er een korting toegepast op het
Gemeentefonds. Daarmee wordt beoogd dat, op tijdstip
van in werking treden van de regeling, het BTW
compensatiefonds budgettair neutraal voor gemeenten
en rijk wordt ingevoerd. Ook als de regeling voor de
totaliteit van gemeenten budgettair neutraal wordt
ingevoerd zegt dat nog niets over de effecten voor
iedere specifieke gemeente. Echter ook bij een
zogenaamde budgettair neutrale invoering zijn er
problemen. De rijksoverheid rekent in kasstromen, de
gemeentelijke overheid met het baten en
lastenstelsel. Dat betekent dat de omzetbelasting op
investeringen ineens wordt verrekend in het
gemeentefonds. De budgettaire besparing voor de
gemeente op de kapitaallasten komt echter eerst over
de totale levensduur van de investering tot uiting.
Dat betekent dat de eerste jaren van de invoering van
dit stelsel met omvangrijke tekorten moet worden
gerekend. Wij hebben hiervoor bij de vaststelling van
de perspectiefnota 2001-2004 vooralsnog een stelpost
van 1,25 miljoen structureel opgenomen met ingang van
2002.
Blad 23
7.3 De hertaxatie van de onroerende zaken.
Op basis van de landelijke uitkomst van de
hertaxaties zal aanpassing plaatsvinden van het
verrekentarief voor de Algemene Uitkering uit het
Gemeentefonds. De definitieve uitkomst voor onze
gemeente is nog niet te voorspellen.
7.4 Actualisering aantal uitkeringsgerechtigden
De berekening van de vergoeding in de Algemene
Uitkering voor onder andere de uitvoeringskosten van
de ABW is gebaseerd op het gemiddelde van het aantal
uitkerings-gerechtigden van een aantal jaren geleden.
Verwacht kan worden, dat nu een herijking van de
verdeelmaatstaven plaats gaat vinden ook deze
verdeelmaatstaf wordt geactualiseerd. Daarmee is door
ons rekening gehouden. Verondersteld is daarbij dat
via andere uitkeringsfactoren 65% van wat bij deze
factor weglekt, naar de gemeente terugvloeit. Dit
zogenaamde tweede orde effect is zeker aanwezig, de
omvang daarvan is echter niet nauwkeurig in te
schatten
7.5 De ondernemende gemeente
Nu de gemeente inzet op versnelling van de
woningbouwproductie gecombineerd met een pro-actieve
grondpolitiek, beide noodzakelijk voor het behoud en
de versterking van de sociaal-economische positie van
de gemeente, nemen de daarmee gepaard gaande
ondernemersrisico's vergelijkbaar toe.
7.6 Juridische procedures
Jaarlijks worden er juridische procedures gevoerd. Op
basis van de trend van de afgelopen jaren wordt een
schatting gemaakt van het bedrag dat vervolgens wordt
opgevoerd in de begroting. Het is echter altijd
onzeker of dit bedrag voldoende blijkt te zijn.
Immers in verschillende jaren kan er variatie in
bijvoorbeeld het aantal en de omvang van projecten
zijn of er kunnen in een jaar ineens grote claims
toegewezen worden waarmee geen rekening kon worden
gehouden. De landelijke tendens laat zien dat steeds
meer claims tegen de overheid worden ingediend. Wij
worden ook zo nu en dan geconfronteerd met juridische
claims, ingediend door in het verleden
verzelfstandigde gemeentelijke organisatie-onderdelen
(b.v. met betrekking tot rechten van overgegaan
personeel of gebouwen)Bij nieuwe
verzelfstandigingtrajecten zal dit zoveel mogelijk
worden beperkt, daarnaast wordt gewerkt aan een
"audit juridische controlling"
7.7 Bodemvervuilingbodemverontreinigingbaggerwerken
De gemeente wordt geconfronteerd met de risico's van
bodemvervuiling c.q. bodemverontreiniging (het gaat
om ongeveer 6.500 locaties). De gemeente is voor het