Blad 4
schriftelijke toestemming; zulks met dien verstande
dat
- de kosten voortvloeiende uit de taxatiewerkzaam
heden, ten laste komen van de opstalhouder;
- bij het bepalen van de bedoelde vergoeding niet
wordt gelet op gebouwen en/of werken en/of
beplantingen en/of veranderingen aangebracht of
gemaakt in het laatste jaar aan het einde van het
opstalrecht voorafgaand, dan wel zonder toestemming
van de eigenaar aangebracht;
bij het tenietgaan van het opstalrecht moet de grond
met de daarop alsdan aanwezige gebouwen en/of werken
en/of beplantingen, tot genoegen van de eigenaar
worden opgeleverd;
voor de daaraan na de verlening van het opstalrecht
aangerichte schade, onder meer ontstaan door het
gebruik of door verontreiniging van de grond door de
opstalhouder of door personen die door de opstalhouder
op de grond zijn toegelaten, alsmede voor de schade
die is ontstaan door gehele of gedeeltelijke instor
ting van gebouwen en/of werken op de grond blijft de
opstalhouder aansprakelijk; de eigenaar is bevoegd op
kosten van de opstalhouder een onderzoek naar bodem
verontreiniging in te stellen, als hij voldoende reden
heeft om aan te nemen dat er tijdens de duur van het
opstalrecht bodemverontreiniging heeft plaatsgevonden;
indien bodemverontreiniging wordt aangetroffen is de
opstalhouder hiervoor aansprakelijk en dient hij deze
verontreiniging op zijn kosten ten genoegen van de
eigenaar ongedaan te maken;
de opstalhouder vrijwaart de eigenaar voor alle
aanspraken van derden op vergoeding van schade die na
verlening van het opstalrecht is ontstaan door het
gebruik of door verontreiniging door de opstalhouder
van de grond of door gehele of gedeeltelijke instor
ting van de gebouwen en/of werken of op welke andere
wijze dan ook;
mocht de opstalhouder de grond en/of de gemelde
gebouwen en/of werken en/of beplantingen bij het
tenietgegaan zijn van het opstalrecht niet overeenkom
stig het in deze overeenkomst bepaalde aan de eigenaar
hebben opgeleverd, dan zal de betaling van hetgeen de
grondeigenaar krachtens het hier bepaalde zou toekomen
renteloos worden opgeschort totdat de oplevering wel
overeenkomstig het in deze overeenkomst bepaalde heeft
plaatsgevonden;
bij het tenietgaan van het opstalrecht zal de eigenaar
de bevoegdheid hebben om al hetgeen hij, om welke
reden dan ook, alsdan nog van de opstalhouder te
vorderen heeft te verrekenen met de ingevolge het in
dit artikel bepaalde aan de opstalhouder toekomende
vergoeding;
Blad 5
7. a. indien de opstalhouder enige verplichting,
voortvloeiende uit de overeenkomst niet, niet
tijdig, of niet behoorlijk nakomt, kunnen burge
meester en wethouders deze verplichting op kosten
van de opstalhouder doen uitvoeren; krachtens de
overeenkomst zijn Burgemeester en Wethouders na
kennisgeving en ingebrekestelling, alsmede verloop
van de hierna in lid b. genoemde termijn, tot
zodanige uitvoering jegens de opstalhouder uitdruk
kelijk gemachtigd; tevens zijn burgemeester en
wethouders onder dezelfde voorwaarden gemachtigd op
kosten van de opstalhouder al datgene ongedaan te
maken, wat in strijd met enige verplichting door de
opstalhouder is verricht;
b. burgemeester en wethouders geven bij aangetekend
schrijven kennis aan de opstalhouder en de hypo
theekhouder (s) van hun voornemen gebruik te maken
van de bevoegdheid als bedoeld in lid a; zij doen
de kennisgeving vergezeld gaan van:
- een opgave van het vermoedelij k bedrag van de
kosten die met de uitvoering gemoeid zullen
zijn;
een ingebrekestelling ten aanzien van de
verzuimde verplichting of de strijdige verrich
tingen; en
- een aanmaning om aan een en ander alsnog binnen
een redelijke termijn te voldoen;
c. onverminderd de verschuldigdheid van andere kosten,
schade en rente bij eigenaar ontstaan als gevolg
van de nalatigheid van de opstalhouder, is de
opstalhouder verplicht op eerste aanzegging van
burgemeester en wethouders de kosten die gemoeid
zijn geweest met het herstel te voldoen;
burgemeester en wethouders doen de aanzegging
vergezeld gaan van een gespecificeerde opgave van
de kosten;
8. a. indien het opstalrecht met hypotheek is bezwaard,
geven burgemeester en wethouders:
a. indien zij toestemming geven, als bedoeld in
artikel 4;
b. indien de opstalhouder in gebreke is in het
tijdig nakomen van enige voor hem uit de
overeenkomst voortvloeiende verplichting;
daarvan schriftelijk kennis aan de hypotheekhou
der (s) in het geval bedoeld onder a. met bekwame
spoed, en in het geval onder b. tegelijk met de
ingebrekestelling van de opstalhouder;
in het geval, bedoeld onder a. worden tevens de
eventueel bij de toestemming gestelde eisen dan wel
voorwaarden aan de hypotheekhoudersmedegedeeld;
b. het voorgaande lid vindt slechts toepassing, indien
de hypotheekhouder(s) een schriftelijke mededeling