B. F C. D. 1 MEERJARENINVESTERINGSPROGRAMMA A. Subsidiebeleid monumenten 2001 2002 2003 2004 2005 t/in 2010 PLANNING - FASERING nvt nvt nvt nvt nvt nvt INVESTERINGEN (excl. BTW) BTW-deel INVESTERINGEN TOTAAL 600+pm (incl. BTW) 600+pm 600+pm 600+pm 600+pm EXTERNE FINANCIERING: EU uitsplitsen naar bronnen en zelf invullen Rijk - Investeringsbudget Stedelijke 600 Vernieuwing (ISV) 600 600 600 600 6 x pm Provincie idem Marktpartijen idem pm pm pm pm pm Pm Eigenaren pm Pm pm pm pm Pm INTERNE FINANCIERING: Strategisch Investerings- en OntwikkelingsFonds (SIOF) Stelpost infrastructurele werken (MPI) Etc. zelf invullen FINANCIERING TOTAAL 600+pm 600+pm 600+pm 600+pm 600+pm Pm Afhankelijk van (woningmarkt)monitor resultaten en behoefte. TOELICHTING: De maatregelen maken deel uit van de totale raming ISV en SIOF voor woningmarktmaatregelen met een duidelijke koppeling naar MOP-onderdelen Monumentenzorg en Omgevingskwaliteit; In 2000 wordt het project verder ontwikkeld, waarbij geinteresseerde marktpartijen worden betrokken bij de mede financiering. De kosten zijn als volgt opgebouwd: Jaar 2000: fl. 500.000 uit te geven subsidies en fl. 100.000 ontwikkelingskosten Jaar 2001-2004 fl. 500.000 uit te geven subsidies, fl. 80.000 projectleiding en fl. 20.000 administratieve ondersteuning. LIQUIE )ITEITSI 3EGROT ING 2001 ((xf 1.000,-) Jan. Febr. Mrt. April Mei Juni Juli Aug. Sept. I Okt. Nov. Dec. uitbetaling vooraf niet kunnen worden bepaald. 54 Stadsontwikkeling Opsteller: Ada de Ruiter Dienst: Nummer. niet invullen KORTE OMSCHRIJVING VAN HET PROJECT: De afgelopen jaren zijn de BRRM-budgetten van het rijk in Leeuwarden ingezet voor de restauratie van grote projecten, zoals kerken, orgels en molens. Onder de nieuwe BRRM-regeling moeten de rijksmiddelen voortaan echter ook voor woonhuisrestauraties worden gebruikt. De subsidiering van deze woonhuismonumenten vond tot nu toe plaats ten laste van de stadsvemieuwings- middelen, volgens het principe 'wie het eerst komt het eerst maalt'. Om een betere inzet van middelen mogelijk te maken zal een nieuwe aanpak nodig zijn, gestoeld op een meer planmatige en projectmatige wijze van werken. Ook het opstellen van een gemeentelijke monumentenlijst past in deze plannen. Verder zullen nieuwe subsidiemethodieken moeten worden ontwikkeld. In dat verband wordt gestreefd naar samenwerking met het Nationaal Restauratiefonds (NRF), een instelling die tevens bij de uitvoering van de regeling kan worden betrokken. De inzet van monumentenmiddelen is in de eerste plaats bedoeld voor het behoud en versterking van de culturhistorische waarden in de stad. Gelijktijdig kan daarmee een bijdrage worden geleverd aan de versterking van de woonfunctie in de binnenstad en de functie van de binnenstad als toeristische trekpleister. Voor de uitvoering van dit beleid zijn naast de afnemende BRRM-rijksbudgetten aanvullende gemeentelijke middelen nodig. Uitgangspunt bij de verdeling van de beschikbare middelen is, dat de restauratie van rijksmonumenten wordt betaald uit de BRRM-budgetten en dat de gemeentelijke middelen worden ingezet voor herstel van de beelbepalende panden die deel uitmaken van het beschermd stadsgezicht en geen rijksmonument zijn DOELSTELING VAN HET PROJECT (strategisch en operationeel): Strategisch: behouden en versterken cultuurhistorische waarden, monumentale panden aantrekkelijk maken als woonpand, bevorderen functie binnenstad als toeristische trekpleister Operationeel: stimulering van restauratie van monumentale en beelbepalende panden door het beschikbaar stellen van subsidies BEOOGDE EFFECTEN: Strategische effecten: behoud cultuurhistorische waarden, bijdrage aan bevordering woonfunctie in binnenstad, bijdrage aan functie binnenstad als toeristische trekpleister Structurele en incidentele werkgelegenheidseffecten: Inkomsteneffecten voor de gemeente moeilijk in te schatten, waarschijnlijk marginaal Financiële multiplier-effecten: subsidie lokt investeringen van derden uit op basis van ervaringscijfers een multiplier van 5,20 mbt woonhuizen en 3,90 mbt rijksmonumenten Convenantsafspraken: niet van toepassing Integraliteit, kwaliteitsverbetering en relatieve (concurrentie-)positieverbetering: Monumentenbeleid maakt onlosmakelijk deel uit van de plannen voor stedelijke vernieuwing, die er op gericht zijn Leeuwarden aantrekkelijker te maken als woon- en of vestigingsplaats voor burgers en bedrijven. RELEVANTE BELEIDSKADERS: LEVI 2030: het project valt onder het projectcluster "Verzorgende en culnirele hoofdstad" MOP: de herziening van het subsidiebeleid voor monumenten is opgenomen in Hoofdstuk 5 van het MOP, onderdeel 5.2 Woningmarkt, maatregel Woonkwaliteit Binnenstad: Woonhuismonumenten en beeldbepalende panden In de Monumentennota 'Aldereeuwechst Liwadden' is het reguliere monumentenbeleid vastgelegd, het subsidiebeleid monumenten is hier een uitvloeisel van. NADERE ONDERBOUWING: ISV-doelen en beleidskader: cultuurhistorische leefomgeving STATUS BESLUITVORMING: Monumentennota 'Aldereeuwechst Liwadden' komt in juni 2000 in de raad (Reactienota n.a.v. inspraak op 9 mei in B. en W. geweest). 55

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 709