Nummer 10378
SAH/MZ
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
8 juni 2000 (bijlage nr. 100);
BESLUIT
in overweging nemende;
Dat de Wet voorkeursrecht gemeenten aan gemeenten de
bevoegdheid geeft om een eerste recht van koop te
vestigen;
Dat een gemeente gebruik kan maken van de Wet
voorkeursrecht gemeenten als blijkens nationaal- of
provinciaal ruimtelijk beleid zelfstandig of samen met
andere gemeenten uitbreidingscapaciteit is toegedacht of
gegeven dan wel wanneer het College van Gedeputeerde
Staten van de provincie Fryslan een verklaring van geen
bezwaar ex artikel 2a Wvg hebben afgegeven;
Dat de gemeente Leeuwarden zowel op basis van rijksbeleid
(onder meer kenbaar uit de Vierde Nota over de Ruimtelijke
Ordening Extra van december 1993 en Het Grote Steden
Beleid van het Rijk) als op basis van provinciaal
ruimtelijk beleid (zoals opgenomen in het Streekplan
Friesland 1994 en in het vervolg hierop in het
Ontwikkelingskader Leeuwarden 2030, vastgesteld in oktober
1998 en zoals verwoord in de brief van het College van
Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslan, gericht aan
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Leeuwarden, van 25 mei 1999 met het kenmerk MO/99-
22212/B3) over uitbreidingscapaciteit beschikt;
Dat de Wet voorkeursrecht gemeenten tot doel heeft de
gemeentelijke regiefunctie te waarborgen, speculatie en
prijsopdrijving te voorkomen en de verwervingsmogelijk-
heden te vergroten (ten behoeve van volledig
kostenverhaal)