Blad 2
Het ter waarborging van de gemeentelijke regiefunctie, ter
voorkoming van speculatie en prijsopdrijving en ter
vergroting van de verwervingsmogelijkheden (ten behoeve
van volledig kostenverhaal) noodzakelijk wordt geacht om
in de gemeente Leeuwarden het voorkeursrecht van
toepassing te verklaren op de percelen gelegen in het
plangebied Zwettepark (plangebied Zwettepark wordt globaal
omsloten door de spoorlijn richting Zwolle, het Van
Harinxmakanaal en de Zwette)
Dat de gemeenteraad, ingevolge artikel 8 van de Wet
voorkeursrecht gemeenten, met redenen omkleed kan
besluiten om gronden aan te wijzen waarop de artikelen 10
tot en met 24, 26 en 27 van de Wet voorkeursrecht
gemeenten van toepassing zijn, voor zover die gronden nog
niet zijn opgenomen in een ter inzage gelegd ontwerp van
een structuurplan of bestemmingsplan, waarbij aan de
betrokken gronden een gewijzigde bestemming wordt
toegedacht of gegeven (welk besluit een geldingsduur van
twee jaar heeft te rekenen van de dagtekening van het
raadsbesluit
Dat de raad van de gemeente Leeuwarden, ingevolge artikel
8 van de Wet voorkeursrecht gemeenten, kan besluiten om
diverse percelen gelegen in plangebied Zwettepark aan te
wijzen als gronden waarop de artikelen 10 tot en met 24,
26 en 27 van de Wet voorkeursrecht gemeenten van
toepassing zijn, voor zover die gronden zijn opgenomen in
de Contourennota Leeuwarden-Zuid, zijnde een nog niet ter
inzage gelegd ontwerp van een structuurplan of
bestemmingsplan, waarbij aan de betrokken gronden de
bestemming bedrijfsdoeleinden wordt toegedacht;
Dat voor een aanwijzing ingevolge artikel 8 van de Wet
voorkeursrecht gemeenten alleen de gronden in aanmerking
komen waaraan bij het raadsbesluit een niet agrarische
bestemming wordt toegedacht en waarvan het (huidig)
gebruik afwijkt van de toegedachte bestemming;
Dat de percelen gelegen in plangebied Zwettepark een niet
agrarische bestemming wordt toegedacht en de percelen
momenteel onder andere gebruikt worden als
cultuurlandschap en blijkens de Contourennota Leeuwarden-
Zuid voor het plangebied Zwettepark in de toekomst de
bestemming bedrijfsdoeleinden zal worden toegedacht;
Blad 3
Dat gronden die eerder zijn aangewezen bij een
raadsbesluit als bedoeld in artikel 2 of 8 van de Wet
voorkeursrecht gemeenten of gronden die eerder zijn
aangewezen bij een voorstel van het college van
burgemeester en wethouders als bedoeld in artikel 6 of 8a
van de Wet voorkeursrecht gemeenten niet binnen twee jaar
na het verstrijken van de geldingstermijn of binnen twee
jaar na het vervallen van het rechtsgevolg opnieuw bij een
zodanig raadsbesluit of een zodanig voorstel van het
college van burgemeester en wethouders kunnen worden
betrokken;
Dat de bij het raadsbesluit van de gemeente Leeuwarden,
ingevolge artikel 8 van de Wet voorkeursrecht gemeenten,
betrokken percelen gelegen in plangebied Zwettepark eerder
door het college van burgemeester en wethouders van de
gemeente Leeuwarden op basis van artikel 8a van de Wet
voorkeursrecht gemeenten zijn aangewezen, doch niet eerder
zijn aangewezen op basis van artikel 8 van de Wet
voorkeursrecht gemeenten;
Dat artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht vereist
dat belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld om
voorafgaand aan een raadsbesluit als bedoeld in artikel 8
van de Wet voorkeursrecht gemeenten zienswijzen naar voren
te brengen;
Dat de raad van de gemeente Leeuwarden aan het vereiste
van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht heeft
voldaan en de bij de aanwijzing betrokken belanghebbenden
in de gelegenheid heeft gesteld om vanaf 11 mei 2000 tot
en met 2 juni 2000 schriftelijk zienswijzen naar voren te
brengen van welke mogelijkheid geen gebruik is gemaakt;
Dat de betrokken belanghebbenden tevens in de gelegenheid
zijn gesteld om tijdens een daartoe te houden hoorzitting
op 23 mei 2000 en tijdens de reguliere vergadering van de
Commissie Stadsontwikkeling zienswijzen naar voren te
brengen van welke mogelijkheid eveneens geen gebruik is
gemaakt
gezien het raadsvoorstel en de daaraan ten grondslag
liggende motiveringen, welke motiveringen hierbij integraal
overgenomen worden;
gelet op het bepaalde in de Wet voorkeursrecht gemeenten en
het Besluit voorkeursrecht gemeenten, gelet op het bepaalde
in de Algemene wet bestuursrecht, de Wet op de Ruimtelijke
Ordening en de Gemeentewet;