Blad 2
Uit de Inspraaknota blijkt dat er in de wijk zowel voor
als tegenstanders van grootschalige sloop in de
Vegelinbuurt zijn en dat er politiek gezien eveneens
verschillend over gedacht wordt waarbij zich een
meerderheid voor aanzienlijke sloop (minimaal 80 woningen)
aftekent
Wij zijn van mening dat grootschalige sloop tussen de 125
en 160 woningen in de Vegelinbuurt (Vegelinstraten en
directe omgeving) het antwoord moet zijn op de situatie in
de Vegelinbuurt om de volgende redenen.
De situatie van de woningmarkt (een verwacht groot
overschot van juist kleine woningen in Leeuwarden) maakt
aanpassing van de stedelijke woningvoorraad noodzakelijk.
Vervolgens ligt de verhouding tussen kosten en opbrengsten
(van renovatie, samenvoeging en sloop) bij grootschalige
sloop het meest gunstig terwijl tegelijkertijd meer
nieuwbouw gerealiseerd wordt met een kwaliteit die naar
verwachting een grotere duurzaamheid zal hebben dan
renovatie c.q samenvoeging onzes inziens zou kunnen
opleveren. Onderzocht zal worden of daarbij een
karakteristiek stuk van de buurt bewaard kan worden en of
er in kwalitatief opzicht een woningrijtje te bestemmen
valt voor specifieke bewoning (bijvoorbeeld voor ouderen)
met een daaraan te koppelen specifieke beheersvorm.
Nieuwbouw in de Potmargezone
De in de afgelopen periode gepresenteerde modellen voor
nieuwbouw in de noordelijke Potmargezone van maximum- tot
minimummodel hadden als uitgangspunt dat ze pasten binnen
het voor de Potmarge geformuleerde uitgangspunt van het
garanderen van een primaire zone. Het maximummodel is door
ons reeds op 7 maart jongstleden afgewezen vanwege het in
onze ogen te grote ruimtebeslag in de Potmargezone. Wij
hebben het zogenoemde tussenmodel en het minimummodel aan u
voorgelegd.
Uit de inspraaknotitie blijkt dat er draagvlak bestaat voor
het zogenoemde minimummodel (67 woningen). Wij zijn van
oordeel dat gekozen moet worden voor een model dat het
minimum- en het tussenmodel combineert (ca. 100 woningen)
om de volgende redenen.
Uitgebreidere nieuwbouw past binnen de uitgangspunten van
de Potmarge-invullingBovendien levert uitgebreidere
nieuwbouw een extra bijdrage aan het realiseren van nieuwe
woonmilieus in een groen gebied zodanig dat ook de kassen
van kweker De Haan kunnen worden ontzien en diens
bedrijfsvoering doorgang kan vinden. Tenslotte zijn de
opbrengsten hoger dan in het minimummodel waarmee de
financiering van maatregelen in het gebied gewaarborgd
wordt
Blad 3
Unilocatie Comenius
In het wijkplan is reeds vermeld dat de realisering van een
unilocatie voor Comenius helemaal afhankelijk is van
vertrek van Parkhove. Daarop is nu nog onvoldoende zicht.
Wij menen echter dat de gekozen optie vooralsnog
gehandhaafd moet worden in afwachting van de ontwikkelingen
rond Parkhove. Dat wil zeggen: een beperkte uitbreiding van
de huidige Comeniuslocatie is toegestaan naast vestiging
van een tweede locatie op het Parkhoveterrein
Voor wat de organisatie en financiering van de maatregelen
in het wijkplan betreft, verwijzen wij u kortheidshalve
naar het wijkplan.
Het Bureau Seinpost heeft gerapporteerd over de
mogelijkheden van het inzetten van een wijkontwikkelings
maatschappij in Achter de Hoven. In het wijkplan wordt
hierop reeds ingegaan. Bij de behandeling van dit punt is
de rapportage van Seinpost d.d. 6 april voor u ter inzage
gelegd (uitgezonderd de vertrouwelijke onderdelen van het
rapport)
Samenvattend stellen wij u voor om het wijkplan Achter de
Hoven/Vegelin (mei 2000) vast te stellen als kader voor de
uitwerking van deelplannen.
Resumé
Het vorenstaande overziend, stellen wij u voor, rekening
houdend met het feit dat de Commissie Stadsontwikkeling op
30 mei 2000 heeft ingestemd met ons voorstel, te besluiten
overeenkomstig het bijgevoegd concept-raadsbesluit.
Leeuwarden, 8 juni 2000.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
L.B.M. van Maaren-Van Balen, burgemeester,
mr. F.M.J. Steijvers, secretaris.