Blad 2
21 Productenrekening
De accountant constateert dat de informatiewaarde van de
productenrekening nog beperkt is. Met die constatering
kunnen wij instemmen. Bij nog te veel beleidsproducten
ontbreken heldere prestatiecriteria waardoor de
doelmatigheid van het uitgevoerde beleid niet goed is vast
te stellen. Ook de gewenste en gerealiseerde effecten van
het uitgevoerde beleid ontbreken nog veelal. Daarnaast
wordt slechts in beperkte mate een analyse van de
afwijkingen gegeven. Op zich is het niet verwonderlijk dat
er zich veel afwijkingen tussen begroting en rekening
hebben voorgedaan. De begroting 1999 moest al worden
opgesteld toen er nog geen ervaringscijfers van 1998, het
eerste jaar van de productenbegroting en rekening,
beschikbaar waren. Wanneer echter de afwijkingen
onvoldoende worden geanalyseerd zal er onvoldoende lering
worden getrokken voor een toekomstige verbetering. Zodra de
begroting 2001 in concept gereed is zal een evaluatie
plaatsvinden van de gerealiseerde verbeteringen door het
Orion traject. Vervolgens zal een nieuw actieprogramma
worden opgesteld voor verdere verbetering, waarbij
gebruikers op alle niveaus nadrukkelijk zullen worden
betrokken
22 Financiële positie
De accountant is met ons van oordeel dat de financiële
positie zich positief ontwikkelt. Tegelijkertijd wordt
aangegeven dat een aantal knelpunten in de balanssfeer nog
onopgelost blijft. Generaliserend kunnen we stellen dat er
enig verschil in benadering zit bij de beoordeling tussen
de accountant en het college. Eens zijn we het over het
feit dat de financiële positie zich de laatste jaren
positief ontwikkelt. Ook zijn we het eens dat het gewenst
is dat de gemeentelijke vermogenspositie sterker wordt.
Waar de accountant echter de nadruk legt op verdere
sanering van de balanspositie, verwachten wij een groter
structureel effect van het verbeteren van de sociaal-
economische positie van de gemeente. Wij kiezen daarom
uitdrukkelijk voor een hoog investeringsniveau bij een
getemporiseerde geleidelijke verbetering van de
balanspositie
Overigens merken wij op dat de accountant sterk de nadruk
legt op te lage voorzieningen en te hoog gewaardeerde
activa. Bij de waardering van de activa hanteren wij echter
de netto methode, dat wil zeggen dat ontvangen subsidies en
bijdragen vanuit de reserves ineens in mindering op de
investering worden gebracht. Zouden wij deze activa
opwaarderen en de bruto methode gaan hanteren, zoals nog al
eens in accountants kringen wordt bepleit, dan zou het
vermogen op papier weer toenemen. Er zijn derhalve ook
argumenten aan te dragen om aan te tonen dat het eigen
vermogen op de balans te laag wordt voorgesteld.
Blad 3
Een financiële positie, zoals onze gemeente die kent, in
een sociaal economische regio, die nog niet tot de sterkste
van ons land behoort, vereist het voortdurend maken van
keuzes tussen het operationeel aanwenden van middelen en
het creëren van voldoende weerstandsvermogen. Wij zijn van
mening dat wij daarin een goed evenwicht hebben gevonden.
23 Organisatieontwikkeling
De accountant signaleert dat veranderingen in de gemeente
moeizaam tot stand komen en wijt dit niet aan de structuur
van de organisatie, maar aan menselijke factoren.
De eisen die in een gemeentelijke organisatie aan haar
medewerkers worden gesteld zijn hoog. Enerzijds is er de
wens om als gemeente initiërend en ondernemend bezig te
zijn om voor de lokale gemeenschap de vruchten van de
huidige hoog conjunctuur volledig te plukken, anderzijds
wordt gelijktijdig verwacht dat rechtmatigheids- en
rechtszekerheidsaspecten in de uitvoering een grote
aandacht krijgen. Enerzijds wordt initiatiefrijk
ondernemend gedrag verlangd, anderzijds degelijkheid en
betrouwbaarheid geëist. Een aantal van die verlangens en
eisen staat op zijn minst op gespannen voet met elkaar en
is moeilijk binnen één organisatie te realiseren. Een
belangrijk uitgangspunt voor de bedrijfsvoering is dan ook
de interne of externe verzelfstandiging van de uitvoerende
taken. Daardoor kunnen werkzaamheden die een uniforme
aanpak vereisen in één organisatorische eenheid worden
ondergebracht en kunnen medewerkers beter worden
geselecteerd op passende capaciteiten en daardoor meer op
hun eigen verantwoordelijkheid worden aangesproken.
24 Treasury
Zoals de accountant aangeeft ligt de sleutel tot een
verdere verbetering van de treasury functie bij het
verbeteren van de planning van de geldstromen uit de
investerings- en ontwikkelingsprojecten. Met de
ontwikkeling van het Meerjaren Investerings Programma
verwachten we daar een belangrijke verbetering in te kunnen
aanbrengen voor het jaar 2001 en volgende.
Er is inmiddels een eerste ambtelijk concept voor het
treasurystatuut opgesteld. Dit statuut zal u in het najaar
2000 ter vaststelling worden aangeboden.
25 Grondexploitatie
In de notitie egalisatiereserve grondbedrijf is voorgesteld
om 1,8 miljoen uit de reserve te laten vrijvallen ten
gunste van het resultaat. De accountant acht dit voorbarig,
omdat er geen buffer meer is voor onvoorziene risico's.
Hierbij doet zich, evenals bij de beoordeling van de
financiële positie, de vraag voor hoe groot een risico
buffer moet zijn. Geld wat dan niet voor investeringen of
andere activiteiten kan worden aangewend. Wij vinden in de
huidige situatie, met actuele grondcomplexcalculaties, de